De wettelijke verhoging van de AOW-leeftijd heeft een positief effect op de omvang van de werkende beroepsbevolking in Nederland. Mede daardoor vallen de maatschappelijke gevolgen van de vergrijzing minder negatief uit. Er zijn echter aanzienlijke verschillen in de gevolgen van de maatregel voor laag- en hoogopgeleide werknemers. Laagopgeleide oudere werknemers worden in het werk vaak gehinderd door gezondheidsklachten. Pensioenfondsen met veel laagopgeleiden zien een groei van de WAO-instroom van oudere werknemers. Ook bij het doorwerken na de pensioenleeftijd zijn er verschillen tussen laag- en hoogopgeleide werknemers. In dit artikel worden deze zaken onderbouwd. Tevens geven we enkele aandachtspunten voor HRM