Allereerst worden argumenten voor leren leren in het perspectief van levenslang leren besproken. Nieuwere leerpsychologie geeft inzicht in belangrijke componenten van het leerproces. Bij elk wordt aangegeven wat de consequenties zijn voor activerend en procesgericht onderwijs. Die componenten zijn: zich doelen stellen, zich oriknteren, leeractiviteiten uitvoeren (inclusief directe ervaring opdoen en leren door sociale interactie, naast abstracte informatie verwerken en reflecteren), evalueren en tenslotte reguleren van het leerproces. De rol van de docent in procesgericht onderwijs wordt samengevat onder vier hoofdprincipes: 1) een geleidelijke verschuiving naar onderwijs dat het zelfstandig leren van de leerlingen centraal stelt, zodat leerlingen kunnen leren om zelfstandig te leren; 2) leerlingen laten kennismaken met de manier van denken en doen in het vakgebied; 3) aandacht voor de emotionele aspecten van leren en leerresultaten: zelfstandig leren wordt bevorderd door het opbouwen van een leer- en taakgerichte motivatie, een positieve toeschrijvingsstijl, zelfvertrouwen en onzekerheidstolerantie; 4) de docent behandelt (a) leren als een sociaal proces en (b) leerresultaten (kennis, vaardigheden, houdingen) als sociale constructies. De verschillen tussen overdrachtgericht, activerend en procesgericht lesgeven worden besproken aan de hand van concreet docentgedrag zoals uitleg geven en vragen stellen. Opdrachten voor zelfstandig individueel en samen werken en leren moeten aan bepaalde kenmerken voldoen. Ook de organisatie van de leeromgeving zal veranderen naarmate onderwijs meer procesgericht wordt.