The purpose of this literature study was to obtain an overview of previous civic literacy projects and their characteristics as primarily described in educational science literature. Eighteen academic articles on civic literacy projects in higher education were studied in detail and coded using the qualitative data analysis instrument, Atlas.ti. The codes and quotations compiled were then divided in various categories and represented in a two-axis model. The definitions of ‘civic literacy’ found in the literature varied from an interest in social issues and a critical attitude to a more activist attitude (axis number 1). The analysis of the literature showed that, especially in more recent years, more students than citizens have benefited from civic literacy projects in higher education (axis number 2). The visualization of the findings in the two-axis model helps to place civic literacy projects in a broader frame. The final authenticated version is available online at https://doi.org/10.1007/978-3-030-13472-3_9
MULTIFILE
European civic integration programmes claim to provide newcomers with necessary tools for successful participation. Simultaneously, these programmes have been criticised for being restrictive, market-driven and for working towards an implicit goal of limiting migration. Authors have questioned how these programmes discursively construct an offensive image of the Other and how colonial histories are reproduced in the constructions seen today. The Dutch civic integration programme is considered a leading example of a restrictive programme within Europe. Research has critically questioned the discourses within its policies, yet limited research has moved beyond policy to focus on discourse in texts in practice. This study presents a critical discourse analysis of texts used in the civic integration programme and demonstrates that they participate in multiple discursive constructions: the construction of the Dutch nation-state and its citizens as inherently modern, the construction of the Other as Unmodern and thus a threat, and the construction of the hierarchical relationship between the two. The civic integration programme has been left out of discussions on decolonisation to date, contributing to it remaining a core practice of othering. This study applies post-colonial theories to understand the impacts of current discourse, and forwards possibilities for consideration of decolonised alternatives.
DOCUMENT
Ons huidige socialmediagebruik brengt een aantal grote risico’s met zich mee voor de samenleving. Sociale fragmentatie, polarisatie en de verspreiding van misinformatie zijn schadelijk voor de democratie en onze maatschappelijke weerbaarheid. De verslavende werking van sociale media kan ten koste gaan van ons welzijn. De afhankelijkheid van grote buitenlandse techbedrijven, die winst voor aandeelhouders belangrijker vinden dan het borgen van publieke waarden, ondermijnen onze digitale soevereiniteit en zeggenschap over belangrijke communicatiekanalen.
MULTIFILE
In veel Afrikaanse landen zien we een inperking van de maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Deze ruimte is cruciaal om in democratische staten transparantie, vrijheid van meningsuiting en verantwoording van bestuur te realiseren. In een steeds sterke digitaliserende maatschappij wordt toegang tot digitale middelen een mensenrecht. Daar waar regeringen proberen hun burgers en organisaties dat recht tot digitale informatievoorziening en –uitwisselingen te ontnemen komen de Sustainable Development Goals in het gedrang. Doel African Digital Rights Network (ADRN) wil inzicht verkrijgen in de stakeholders ne technologieën die betrokken zijn net het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het netwerk beoogt bij te dragen aam empowerment van burgers om hun digitale mensenrechten uit te oefenen. Resultaten ADRN heeft een vergelijkende studie van 10 Afrikaanse landen uitgevoerd naar het gebruik van digitale technologieën voor het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het project heeft onder andere geleidt tot de volgende publicatie: Mapping the Supply of Surveillance Technologies to Africa: Case Studies from Nigeria, Ghana, Morocco, Malawi, and Zambia Looptijd 01 mei 2020 - 20 april 2021 Aanpak ADRN organiseert een netwerk van onderzoekers, analisten, digitale rechtenorganisaties en activisten om de dynamiek van het openen en onderdrukken van de digitale maatschappelijke ruimte in kaart te brengen. Het netwerk bouwt op een interdisciplinaire onderzoeksaanpak o.l.v. het Institute for Development Studies, een vooraanstaand onderzoeksinstituut. Relevantie van het project Het onderzoek leidt tot aanbevelingen voor o.a. beleidsmakers en maatschappelijke organisaties ter bevordering van de digitale maatschappelijke ruimte. Daarnaast worden digitale tools en trainingsmateriaal gefaciliteerd voor het monitoren van ontwikkelingen en dreigingen van de digitale maatschappelijke ruimte. CofinancieringDit onderzoek wordt gefinancierd door UKRI - GCRF Digital Innovation for Development in Africa (DIDA)Meer weten? UKRI GCRF: African Digital Rights Network Website ADRN
Hoe kan de verblijfskwaliteit en veiligheidsperceptie van de publieke ruimte versterkt worden door de toepassing van “interactieve objecten”? (objecten die met beeld, licht, geluid en sensoren real time reageren op de gebruikers en de ruimte daarop afstemmen). De ontwikkeling van deze zogenaamde responsieve ruimte staat nog in de kinderschoenen maar is beloftevol vanwege de meerwaarde voor de leefbaarheid en het onderscheidend vermogen van de plek en de bedrijven. In Co-ReUs worden drie verschillende mkb groepen samengebracht: stedenbouwbureaus, creatieve conceptontwikkelaars en lokale ondernemers. We gebruiken de ArenA-Boulevard als proeftuin: een als ongezellig ervaren ruimte (lage verblijfskwaliteit en slechte veiligheidsperceptie). De mkb-ers lossen hiermee hun eigen praktijkproblemen op: Stedenbouwbureaus houden zich bezig met het ontwerp van de publieke ruimte. Zij merken dat hun instrumentarium (herontwerp, herbestrating etc.) te kapitaalintensief en te weinig flexibel is om de verblijfskwaliteit en veiligheidsperceptie op dit soort plekken op te lossen. De bureaus hebben behoefte aan een lichter, gerichter en responsiever instrumentarium. Ze hebben echter beperkte (technologische) kennis hoe interactieve objecten precies een bijdrage kunnen leveren. Creatieve conceptontwikkelaars hebben een ander probleem: zij hebben wél de beschikking over interactieve objecten (geluid, beeld, licht, sensoren) maar die zijn vooral kunstzinnig en evenementiëel. De objecten zijn stuk voor stuk niet ontwikkeld vanuit een stedenbouwkundige opgave waardoor ze hiervoor geen panklare oplossing vormen. Lokale mkb-ers hebben ook een probleem: zij weten niet goed hoe zij op een gecoördineerde manier invloed kunnen uitoefenen op de activering van de publieke ruimte. Project Co-ReUs: 1) analyseert hoe de ruimte wordt gebruikt (nulmeting en Programma van Eisen voor de inzet van interactieve objecten; 2) ontwikkelt ruimtelijk-interactieve interventies in co-creatie met de drie mkb groepen. 3) deze worden op het plein geplaatst en nametingen brengen de effecten in beeld. Het resultaat is een actiegerichte Handleiding met Roadmap voor de ontwikkeling van responsieve publieke ruimtes.
PUBLIC PLAY SPACE promotes innovative and creative practices for the co-design of inclusive, cohesive and sustainable public spaces, through the use of games and digital technologies, in a transnational and European perspective, fostering the process of placemaking.Participation of citizens in the design of the public space is recognized as fundamental to build inclusive, cohesive and sustainable public space. As local governments grow more and more interested in civic participation, it becomes important to explore available methodologies addressing challenges related with participatory processes. Games have been proposed since the 1960s as a means of facilitating participatory processes by enabling cooperative environments to shape and support citizens’ interaction. The change led by Information and Communication technologies opens the debate on how advanced technologies, from video games to Virtual and Augmented Reality can help to open the process of co-creation to new audiences, enhancing citizen participation, both with respect to the design and space usage. PUBLIC PLAY SPACE aims to explore the process of development and use of innovative video-games for public space co-design through a wide range of actions targeted at education, knowledge production, debate rising and audience development; it will focus on the following actions:- On-line platform development;- State of the art book development;- 3 Creative & Capacity building workshops on advanced video-games co-development;- 3 Open-Game Events / Public space co-creation workshops with citizens (T: Neighbourhood associations, young people, citizens);- A Co-created touring exhibition on Games for placemaking, taking place in 6 cities;- 1 symposium on games for co-design;- Public Play Space experience book.