Den Haag en haar bewoners behielden tijdens de coronacrisis hun veerkracht. Dat was grotendeels dankzij de inzet van wijkinitiatieven, zeggen de Haagse onderzoekers Hasse van der Veen, Jan Maessen, en Katja Rusinovic. Een succes om te behouden, ook buiten crisistijd. Terwijl organisaties zoals voedselbanken en buurthuizen tijdens de eerste coronagolf hun deuren sloten, waren wijkinitiatieven zichtbaarder dan ooit. Met donaties van burgers en bedrijven organiseerden ze maaltijdvoorzieningen, balkonconcerten en lokale boodschappendiensten. Dat krachtige vertoon van wijkinitiatieven roept vragen op. Hoe komt het dat wijkinitiatieven bleven functioneren en de meer formele welzijnsorganisaties niet? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat wijkinitiatieven ook buiten crisistijd blijven floreren?
MULTIFILE
Dementievriendelijkheid, wat verstaan we daaronder? Een mooi woord voor de inclusie van mensen met dementie en mantelzorgers in de maatschappij. Op dit moment zijn er in Nederland al 280.000 mensen die leven met dementie. In 2040 is dit aantal naar verwachting verdubbeld naar meer dan een half miljoen. Grote kans dat we er allemaal in meer of mindere mate in onze eigen omgeving mee te maken krijgen. Tijdens het werk, in de familie- of vriendenkring, maar ook in de eigen buurt of de eigen straat.
DOCUMENT
Met dit rapport zijn aanknopingspunten in kaart gebracht voor het bevorderen van samenwerking tussen formele en informele steunstructuren in de wijk. De aanknopingspunten vormen een aanzet tot het duurzaam ondersteunen en uitbouwen van wijk- en herstelgerichte ggz.
DOCUMENT
Onderzoek naar de impact van COVID-19 voor de steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en landelijk toont dat de angst voor het virus in november bijna weer terug is op het niveau van het voorjaar. Mensen, vooral de kwetsbaren, willen iets hebben om naar uit te kijken. Dit artikel is een samenvatting van het rapport ‘De verdeelde samenleving. De maatschappelijke impact van COVID-19 in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam & Nederland’ dat de Kenniswerkplaats Leefbare Wijken, een samenwerkingsverband tussen de gemeente Rotterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam, op 18 december presenteerde. Op basis van het rapport is ook een infographic verschenen. Beide publicaties zijn te vinden op https://www.impactcorona.nl/rapport-de-verdeelde-samenleving/.
MULTIFILE
Online wijkplatformen worden op veel plaatsen in het land geïntroduceerd. Deze platformen hebben de potentie om thuiswonende ouderen lokaal meer te laten te participeren en om in wijken vraag en aanbod van inwoners bij elkaar te brengen. De implementatie van dergelijke wijkplatformen verloopt echter niet zonder slag of stoot. Onderzoekers van Zuyd Hogeschool brachten gemeenten, zorg- en welzijnsprofessionals, ondernemers en wijkbewoners van diverse initiatieven bij elkaar om samen de belemmerende en bevorderende factoren bij de implementatie van online wijkplatformen in kaart te brengen en aanbevelingen te doen voor een succesvolle implementatie.
DOCUMENT
Vaak wordt gesproken van de kloof tussen de "systeemwereld" en de "leefwereld". Maatschappelijke instellingen zijn gericht op het leveren van een dienst volgens bepaalde kaders, criteria en procedures, terwijl de bewoners, de burgers redeneren vanuit hun dagelijkse leefwereld en van daaruit bezien wat zij met die diensten en die instellingen aankunnen. Voor veel instellingen, zoals bijvoorbeeld welzijnsinstellingen, ligt dit in het bijzonder gevoelig. Zij hebben immers als doelstelling er voor de burger en diens welzijn te zijn. In Den Haag is een aantal jaren geleden om die reden gestart met informatieshops (kortweg i-Shops) in de buurt. Met een laagdrempelige, buurtgerichte informatievoorziening kan de burger geholpen worden zich een weg te banen in een complexe samenleving met brieven, procedures en dossiers. Voor u ligt een rapport waarin Anja Berkelaar, onderzoeker van het lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling van De Haagse Hogeschool, de i-Shop in de Haagse wijk Transvaal heeft onderzocht. Hierbij is speciale aandacht uitgegaan naar het verschijnsel van "verkokering", een herkenbaar fenomeen in beleidskringen. In de hoogontwikkelde en complexe samenleving is er een hoge mate van specialisme gegroeid die risico's in zich heeft van fragmentatie van beleid. De i-Shops beogen het voor de burger toegankelijker en minder complex te maken. Dit rapport maakt deel uit van het programma van het lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling van De Haagse Hogeschool. Met praktijkgericht onderzoek wil het lectoraat achterhalen hoe partijen in stadswijken werken aan verbetering van de woon- en leefomstandigheden en wat dit betekent voor de ontwikkeling van de stad en de regio.
DOCUMENT
Steden en wijken staan ook de komende jaren voor belangrijke opgaven op onder andere het gebied van armoede, duurzaamheid, veiligheid, welzijn en zorg. Deze complexe en taaie vraagstukken kunnen veelal niet door één of twee partijen van bovenaf worden opgelost. Ze vragen om een nieuwe aanpak met een grotere rol van de direct betrokkenen. Op steeds meer plekken in Nederland zien we dan ook dat groepen van diverse personen en organisaties met elkaar werken aan creatieve oplossingen voor vraagstukken op individueel, buurt- of wijkniveau. Zij bundelen hun krachten in nieuwe samenwerkingsverbanden om zo lokaal het verschil te maken. Deze samenwerkingsverbanden zorgen ten opzichte van het verleden voor verschuivende rollen, taken en (machts)verhoudingen. Er ontstaat een nieuw speelveld met deels nieuwe spelers en spelregels. Hoe je dit samenspel tussen burgers, ondernemers, maatschappelijke instellingen en gemeenten precies vorm moet geven, wordt nu uitgeprobeerd en ontdekt. Hoe verhouden bijvoorbeeld de burger en de professional zich tot elkaar? Welke complexe afhankelijkheden zijn er tussen de andere partijen? Heeft iedereen een gelijkwaardige stem? Tegen welke knelpunten lopen deze samenwerkingen op? Wat zijn belangrijke leerpunten en hoe kunnen we het leren over en binnen deze plekken optimaliseren? In dit boek gaan we aan de hand van tien casestudies en vijf interviews op zoek naar de antwoorden op deze vragen. Naast de grote verscheidenheid laten de voorbeelden ook zien dat de partijen op deze plekken in volle overtuiging gezamenlijk aan iets ‘nieuws’ bouwen ondanks hun verschillende achtergronden, belangen, denk- en werkwijzen. Daarmee zijn het voor ons plekken van hoop en verandering.
LINK
Wat hebben aardgasvrije wijken en leren nu met elkaar te maken? De omslag naar aardgasvrije wijken lijkt in eerste instantie vooral te gaan over organisatorische, technische en financiële vraagstukken en oplossingen. In deze reeks essays blijkt vervolgens dat er toch wat meer achter schuil gaat en wordt een aardig aantal thema’s toegevoegd. Enerzijds aan de menskant, de burger, de gebruiker: hoe maak je het voorstelbaar (Maarten Hajer), hoe ga je om met emotie en motivatie(Anke van Hal) en hoe maak je de noodzakelijke fundamentele omslag in denken, handelen en organiseren (Jan Rotmans)? Anderzijds aan de kant van maatschappij en bestuur (Arwin van Buuren en Jurian Edelenbos) en sociale en fysieke omgeving (Anke van Hal).
DOCUMENT
De prioriteit t.a.v. werkelijkheid verandert van extern naar intern
DOCUMENT
Terwijl de bevolkingsontwikkeling in Europa stagneert, groeien steden nog steeds. Ze bieden immers een hoog voorzieningenniveau en de economische activiteiten concentreren zich daar steeds meer. Waar veel van deze activiteiten in het verleden aan een plek gebonden waren door lokale beschikbaarheid van grondstoffen of verkeersvoorzieningen, is dat tegenwoordig niet meer het geval. Nabijheid van relevante kennis en contacten, en een aantrekkelijk klimaat voor het personeel spelen daardoor meestal de hoofdrol bij locatiekeuzes. Steden consumeren meer energie en grondstoffen dan het platteland. Dat is merkwaardig, want door de kortere afstanden zouden allerlei voorzieningen in de stad juist efficiënter tot stand kunnen worden gebracht.Steden hebben ook stevige ambities m.b.t. klimaat en grondstoffenkringloop. Duurzame energie en recycling zijn daarvoor belangrijke middelen, maar ook het optimaal gebruik maken van mogelijkheden tot symbiose van infrastructuren mag hierin niet worden onderschat. Dit laatste is echter vaak ingewikkeld: technieken zijn niet op elkaar afgestemd, en organisaties die infrastructuren beheren, stellen hun eigen autonomie erg op prijs. Ook de politiek werkt niet altijd mee: met innovaties in de stedelijke infrastructuur kan veel mis gaan, en als dat gebeurt, heeft een verantwoordelijk wethouder erg veel uit te leggen. En wat valt er te winnen? Geld in de grond leidt tot weinig zichtbaarheid. Blame avoidance is dus een belangrijke hindernis. Toch moet er iets gebeuren: klimaatproblematiek en schaarste van grondstoffen dreigen. Groene innovatie die infra-systemen bij elkaar brengt, vraagt om gezamenlijk nadenken en constructief vormgeven aan de toekomst van de stad. Scenario’s kunnen helpen om deze creativiteit los te maken en grotere groepen van de bevolking te engageren. Het lectoraat Stedelijk Metabolisme ontwikkelt strategieën waardoor slimme oplossingen mogelijk worden voor een efficiëntere stad. Het richt zich vooral op toekomstbestendige infrastructuur: wegen, kabels, buizen, kanalen, railverbindingen en de systemen waar zij deel van uit maken.
DOCUMENT