Dit rapport gaat over hoe formele en informele politieke participatie van adolescenten en jongvolwassenen (16-27 jaar) in Amsterdam Noord, Nieuw-West en Zuidoost zich verhouden tot participatieve ongelijkheid in de stad. We stellen ons in dit rapport de vraag welke rol lokale (zelf)organisaties, bewonersinitiatieven en jongerenplatforms kunnen spelen in het bestrijden van participatieve ongelijkheid. Om de vraag te kunnen beantwoorden in hoeverre praktijken van politieke participatie ook daadwerkelijk leiden tot meer invloed van jongeren op politieke besluitvorming maken we gebruik van het concept ‘linking sociaal kapitaal’. We hebben ons specifiek gericht op groepen jongeren tussen de zestien en zevenentwintig jaar voor wie de opkomstcijfers laag zijn. Welke ervaringen hebben zij met participatie en hoe verhouden hun ervaringen zich tot de ervaringen en verwachtingen van politici, bestuurders en beleidsmakers? Wie speelt een rol in het verbinden van jongeren aan overheidsinstellingen en hoe gaan deze sleutelfiguren te werk? Hoe verlopen ontmoetingen tussen jongeren en representanten van de overheid, en in hoeverre lukt het initiatieven die (in)formele participatie van jongeren willen versterken om hun invloed te vergroten? Dit onderzoek is tot stand gekomen met behulp van financiering door Het Kenniscentrum Ongelijkheid. Onderzoekers: Sietske Zweegman, Femke Kaulingfreks, Floris Vermeulen, Sharifah Redan, Zulia Rosalina, Elena Ponzoni, met medewerking van Charissa Leiwakabessy, Reyhan Bencan en Malisa Agyeiwaa
DOCUMENT
Ervaringsdeskundigen (ED’s) zijn nadrukkelijk bij de opzet en uitvoering van het SPRINT-project (zie blz. 16-27) betrokken, onder andere als gespreksleider tijdens de focusgroepen. Met hen is teruggekeken hoe zij hun inzet hebben ervaren, wat zij de eventuele meerwaarde voor het project vinden en wat de impact op hun eigen ontwikkeling was. Ook de onderzoeker blikt terug.
DOCUMENT
Deelrapportage ‘Dansen doe je met z’n vieren’ uit het KeTJAA-project Samen aanwezig in de leefwereld. In dit project onderzoeken wij hoe professionals in de wijk, online en op school (hulp)vragen van jongeren in een vroeg stadium kunnen herkennen en hoe zij kunnen samenwerken met professionals in de opvoedondersteuning en jeugdhulp, zoals Ouder- en Kindteams of meer specialistische hulpverleners. We hebben aan de hand van verschillende casussen onderzocht hoe verschillende partijen samen kunnen werken aan een goede aansluiting, zodat de jongeren die informatie, advies of hulp nodig hebben goed begeleid worden in alle stappen die ze moeten nemen op weg naar een zelfstandig, volwassen leven. We beschrijven in deze deelrapportage eerst de organisatie Young Originals en haar activiteiten. Vervolgens gaan we in op de wijze waarop onderzoek in deze specifieke praktijk is uitgevoerd. In hoofdstuk 2 gaan we in op de waarden van waaruit medewerkers bij Young Originals hun werk doen. Hoofdstuk 3 beschrijft de wijze waarop zij aansluiten bij jongeren en welke competenties of eigenschappen daarvoor nodig zijn. Daarna omschrijven we in hoofdstuk 4 op welke manieren samenwerking plaatsvindt en wat medewerkers waarderen in de samenwerking met anderen. In hoofdstuk 5 gaan we in op randvoorwaarden door te kijken naar organisatorische en beleidsmatige belemmeringen en succesfactoren. We sluiten deze rapportage af met enkele conclusies en aanbevelingen.
DOCUMENT
Hoe verloopt de gemeentelijke samenwerking rond jongeren en jongvolwassenen (16-27 jaar) met complexe problemen en justitiecontacten? In het project Startbaan onderzochten we dit samen met de gemeenten Hilversum, Veenendaal, Wijk bij Duurstede en Zeist.Doel Jongeren en jongvolwassenen van 16 tot 27 jaar met complexe problemen en justitiecontacten zijn een uitdaging voor gemeenten en voor de professionals die met hen werken. Er speelt bij hen veel en op heel veel verschillende terreinen en ze zijn vaak moeilijk te bereiken en te motiveren. Het is daarom extra lastig voor deze groep om werk te vinden en te behouden. Tegelijk is werk de beste manier om uit de problemen te komen én te blijven. Verschillende afdelingen binnen de gemeente werken samen met andere organisaties om de problematiek van deze jongeren aan te pakken. Ze helpen jongeren om werk, scholing of stages te vinden. Voor de betrokkenen rondom de jongeren is het lastig om van elkaar te weten wat er allemaal speelt. Het project Startbaan had als doel de samenwerking tussen professionals te verstevigen en een aantal knelpunten in deze samenwerking aan te pakken. Zodat deze jongvolwassenen meer kans op een betere toekomst hebben. We voerden dit onderzoek uit in de gemeenten Hilversum, Veenendaal, Wijk bij Duurstede en Zeist. Resultaten Op basis van de bevindingen uit het Startbaan-onderzoek zijn meerdere producten ontwikkeld. Deze producten kunnen door gemeenten ingezet worden bij het opzetten of versterken van de samenwerking. Voor de vier gemeenten die deelnamen aan het onderzoek is er een stappenplan gemaakt. Met dit plan kunnen gemeenten de interne samenwerking versterken. Het project heeft ook geleid tot de ontwikkeling van de PGA-scan, een tool waarmee professionals knelpunten in de samenwerking met elkaar kunnen achterhalen. Verder kan de samenwerking in een gemeente op verschillende manieren worden vormgegeven. De handreiking biedt gemeenten handvatten voor het opzetten of doorontwikkelen van de aanpak. Uit het onderzoek bleek ook dat het samenwerken voor deze doelgroep om specifieke competenties van professionals vraagt. Het product Functiekenmerken is ontwikkeld met daarin diverse rollen en de benodigde competenties. In deze interactieve pdf (download) staan alle eindproducten. Of bekijk de korte film over de uitkomsten van het onderzoek Startbaan. Ook heeft dit project geleid tot twee artikelen: Looptijd 01 juni 2018 - 01 november 2020 Aanpak In het eerste jaar van Startbaan hebben we de huidige situatie en knelpunten bij de betrokken professionals in kaart gebracht. Dit deden we door betrokkenen te interviewen en te observeren tijdens besprekingen. Daarna hebben we groepsgesprekken met de professionals gevoerd, waarin we samen bepaalden welke knelpunten prioriteit moesten krijgen. Hieruit volgde een stappenplan waarmee gemeenten de interne samenwerking kunnen versterken. Ook beschreven we de algemeen werkzame principes voor de aanpak van deze complexe doelgroep.