De gemeenten Boekel, Mill & St. Hubert, Sint Anthonis, Landerd, Uden en het waterschap Aa en Maas werken samen in de Agro As de Peel gebiedsopgave. Dit agrarische productiegebied staat op de regionale agenda als proeftuin voor de transitie van de primaire landbouw sector. Samen met de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (ZLTO), de Brabantse Milieufederatie (BMF) en HAS Hogeschool werd in dit project onderzocht welke lokaal beschikbare niet-eetbare organische reststromen konden worden ingezet voor het verhogen van het bodemorganische stof gehalte. Een vitale, levende bodem is van essentieel belang voor het duurzaam voortbestaan van de agrarische sector in Agro As de Peel.
MULTIFILE
Studenten van Hogeschool Van Hall Larenstein enquêteerden ruim 100 biologische bedrijven over werken in een korte keten. De deelnemers behalen met plezier goede resultaten. De verkoopprijzen zijn vaak lager dan in de natuurvoedingswinkel. Met het vertellen van het verhaal van de producten blijkt veel te winnen. Wat zijn succes- en faalfactoren in de biologische korte keten?
MULTIFILE
Agri-food is een grote en sterk groeiende categorie goederenvervoer in Nederland en zorgt naar verwachting voor relatief veel CO2-uitstoot in goederenvervoer. Ruim 30% van al het tonnage vervoerde goederen in Nederlands is agri-food gerelateerd. De beladingsgraad in gewicht van agri-food grootvervoer over de weg is 20% (8-9,5 ton) lager dan het gemiddelde van 12,2 ton in andere sectoren (Rademakers, 2018), Door haar waarschijnlijk grote aandeel in de CO2-uitstoot van de logistiek is het een zeer relevante categorie goederen om nader te bestuderen als het gaat om het realiseren van de Nederlandse klimaatdoelstellingen die uit het akkoord van Parijs zijn gekomen.Structurele oplossingen kunnen alleen goed bedacht worden als de CO2 uitstoot in de logistiek gedetailleerd vanaf bedrijfs- naar sectorniveau goed in beeld is. De huidige modellen om CO2-uitstoot in de logistiek te berekenen, lijken hier nog niet volledig geschikt voor. In dit artikel stellen we daarom een andere aanpak voor. Startend bij de bestellende (en ontvangende) klant, brengen we in kaart welke variabelen de logistieke vraag in de supply chain beïnvloeden en welke verschillen daarin bestaan tussen klanten (bedrijven). Als we daar een beter beeld van hebben, zouden ideaaltypen gemaakt kunnen worden van ontvangende klanten ingedeeld naar logistieke vraag. Met informatie over de vestigingslocaties (zoals in eerder onderzoek (Kranendonk e.a. 2018) ontsloten) van deze - in ideaaltypen ingedeelde - klanten zou het vervolgens mogelijk moeten zijn om de logistieke vraag en CO2-uitstoot van supply chains in een bepaald gebied realistischer dan nu mogelijk is, in te schatten en op basis daarvan onderbouwde voorstellen te doen om de uitstoot van CO2 van de logistiek in al deze supply chains samen te verminderen
Het doel van Goed Verpakt is om bij te dragen aan de integrale verduurzaming van product-verpakkingscombinaties in de voedingsindustrie. Een vierde van het voedsel wordt jaarlijks verspild in Nederland en voedselverspilling is in Europa verantwoordelijk voor 6% van de totale uitstoot van broeikasgassen door menselijke activiteit. Tegelijkertijd leidt een groot deel van de wereldbevolking nog steeds honger en is het dus eigenlijk schandalig hoe onverantwoord we met ons voedsel omgaan. Slim verpakken kan leiden tot het verminderen van voedselverspilling, maar ook tot meer verpakkingsafval. Vandaag de dag vragen consumentenbehoeftes om nieuwe verpakkingen (bv. handzamere sluitbaarheid voor ouderen, kleinere portieverpakkingen, kant-en-klaarmaaltijden) die bijna altijd minder duurzaam zijn. Echter; slechts 10% van de klimaatimpact van product-verpakkingscombinaties is gerelateerd aan de verpakking van voedsel - mits deze op verantwoorde wijze wordt ingezameld - terwijl het achtergebleven voedsel (afval) een impact heeft van 90%. Daarom is het zaak om (voedsel)product en verpakking niet los van elkaar te zien, maar integraal naar product-verpakkingscombinaties te kijken. State-of-the-art onderzoek laat zien dat op deelonderwerpen kennis beschikbaar is - onder meer kennis van theoretische verduurzamingstrategieën met betrekking tot recycling van materialen, van het berekenen van de klimaatimpact van verpakkingen en het mogelijke onderdeel van achterblijvend voedsel - echter het ontbreekt aan integrale kennis waarmee mkb-bedrijven een goede afweging kunnen maken bij de ontwikkeling van product-verpakkingscombinaties. Om die kennis kloof te dichten richt ons onderzoek zich allereerst op het achterhalen van tegen welke trade-offs zoals houdbaarheid, materiaal gebruik en consumentenperceptie bedrijven aanlopen. Daarna bekijken we welke ontwerpstrategieën als Reuse, Reduce en Recycle bijdragen aan het omgaan met de trade-offs bij het verduurzamen van (bestaande) product-verpakkingscombinaties in twee verschillende voedingsketens/sub-sectoren. Als laatste verkennen we hoe de voedingsindustrie en de verpakkingsbranche samenwerken om tot vernieuwende systemische oplossingen voor het verpakken van voedsel te komen (ontwerpstrategie Rethink).
Bedrijven en organisaties uit de KWD-sector (Kantoren, Winkels en Dienstverlening) vertegenwoordigen maar liefst 5,3 miljoen ton bedrijfsafval per jaar. De inzameling van bedrijfsafval wordt door verschillende verwerkers grootschalig en laagfrequent uitgevoerd met dieselwagens, waardoor slechts de helft van de KWD-afvalstroom wordt gerecycled. Overheden en inzamelbedrijven zijn daarom op zoek naar nieuwe logistieke concepten die, in lijn met de ambities voor een Circulaire Economie, een lage milieudruk en positieve sociale impact hebben. Een consortium bestaande uit de gemeente Amsterdam afdeling bedrijfsafval, afvalverwerker Renewi, logistiek bedrijf ZOEV City, sociaal leer- en werkbedrijf Pantar en HvA Centre of Expertise Urban Technology (CoE UT) realiseert een pilot om een nieuw logistiek afvalinzamelingsconcept te testen. Inzameling door verschillende dieselvuilnisauto’s wordt vervangen door collectieve inzameling op aanvraag door kleine elektrische auto’s die het afval naar een nabijgelegen overslagpunt brengen, waarna het afval per schip naar de verwerker gebracht wordt. Het consortium wil onderzoeken hoe en in welke mate het vernieuwende logistieke concept bijdraagt aan een combinatie van logistieke, milieukundige en sociale impact. Naast de voorgenoemde kennisontwikkeling, wil het consortium de kennis ook delen en het netwerk uitbreiden, om de transitie naar een circulaire stad te versnellen. In overleg met het consortium monitoren de onderzoekers van de HvA, gedurende de implementatie van het nieuwe logistieke concept, de logistieke en milieukundige impact, en de beleving onder deelnemers. Het project levert de volgende deliverables op: • Datasets van de impact van het oude en het nieuwe logistieke inzamelconcept • Tussen- en eindrapportage van het monitoringsonderzoek inclusief inzicht in sociaal-technische implicaties die impactresultaten op grotere schaal kunnen beïnvloeden • Bijdrage aan netwerkvorming, vraagarticulatie en onderzoeksplan ten behoeve van een RAAK-pro onderzoeksvoorstel rondom circulaire afvallogistiek in de stad. • Bijdrage aan HvA onderwijs en onderzoek (stadslogistiek en circulaire business modellen)
De Verenigde Naties heeft als streefdoel vastgesteld om voedselverspilling te halveren in het jaar 2030 ten opzichte van 2015. Als lid van de Europese Unie heeft Nederland zich verbonden aan het realiseren van dit streefdoel. Bedrijven in de voedselketen hebben behoefte aan inzichten en handelingsperspectieven om voedselverspilling te voorkomen in de praktijk. Het verkrijgen van inzichten in de (indirecte) effecten van handelingen, timing en besluiten tijdens het productieproces zijn van cruciaal belang. Om een concrete invulling te geven aan het voorkomen en verminderen van voedselverspilling, hebben de hogescholen Aeres, Inholland, HAS en HZ en MBO Lentiz samen met bedrijven en platform- en maatschappelijke organisaties dit projectvoorstel opgesteld. In dit project worden bedrijven uit de AGF-, zuivel- en vleesketen actief betrokken om inzicht te krijgen in de mate en oorzaken van voedselverspilling op ketenniveau. Vervolgens worden er praktische handelingsperspectieven toegepast om op ketenniveau maatregelen te nemen om voedselverspilling te voorkomen. Opgedane kennis en tools worden benut door het werkveld en onderwijs. Hiermee levert het groene onderwijs een bijdrage aan de actualisatie van het curriculum; studenten worden hierdoor bewust en competent gemaakt als duurzame agrarische ondernemers en professionals in de agri-foodsector.