Het doel van dit proefschrift betrof het verkennen van attituden en afwegingen rond taakherschikking tussen tandartsen en mondhygiënisten. Daarnaast werd nagegaan welke sociale kenmerken studenten toeschrijven aan elkaar, zichzelf en beide beroepsgroepen. Vervolgens werd het effect van een psychologische interventie in een onderwijssetting onderzocht op interprofessionele communicatie en percepties ten aanzien van interprofessionele taakverdeling. Tandartsen en mondhygiënisten hebben verschillende attituden ten opzichte van taakherschikking, vooral wat betreft de vrijgevestigde praktijk van mondhygiënisten. Dit laatste wordt het minst gewenst door tandartsen. Tandartsen en mondhygiënisten hebben verschillende afwegingen wanneer men een voor- of tegenstander is van dit beleid. De interprofessionele relatie tussen tandartsen en mondhygiënisten komt tot uiting in de attributie van specifieke sociale kenmerken. Tandheelkunde en mondzorgkunde studenten zijn beide de mening toegedaan dat tandartsen meer dominant zijn dan mondhygiënisten. Het faciliteren van interprofessionele groepsvorming kan zowel interprofessionele hiërarchie als tandarts-gecentreerde taakverdeling reduceren. Tijdens het eerste onderzoek (Hoofdstuk 2) werden verschillen tussen tandartsen en mondhygiënisten ontdekt ten aanzien van de taakuitbreiding van de mondhygiënist. De helft van alle tandartsen en de meeste mondhygiënisten hebben hierover een positieve attitude. Een interprofessionele kloof werd gevonden ten aanzien van de zelfstandige praktijkvoering van mondhygiënisten. Een minderheid van alle tandartsen heeft hierover een positieve attitude vergeleken met een meerderheid van alle mondhygiënisten. Dit suggereert dat de acceptatie van een zelfstandige mondhygiënist een groot obstakel is wanneer men taakherschikking wil implementeren. Tandartsen willen controle over de mondhygiënist behouden, daarom is het waarschijnlijk dat taakdelegatie boven taaksubstitutie wordt verkozen. Dit laatste betreft taakherschikking met professionele autonomie.
Several interventions have been developed to support families living with parental mental illness (PMI). Recent evidence suggests that programmes with whole-family components may have greater positive effects for families, thereby also reducing costs to health and social care systems. This review aimed to identify whole-family interventions, their common characteristics, effectiveness and acceptability. A systematic review was conducted according to PRISMA 2020 guidelines. A literature search was conducted in ASSIA, CINAHL, Embase, Medline, and PsycINFO in January 2021 and updated in August 2022. We double screened 3914 abstracts and 212 papers according to pre-set inclusion and exclusion criteria. The Mixed Methods Appraisal Tool was used for quality assessment. Quantitative and qualitative data were extracted and synthesised. Randomised-control trial data on child and parent mental health outcomes were analysed separately in random-effects meta-analyses. The protocol, extracted data, and meta-data are accessible via the Open Science Framework (https://osf.io/9uxgp/). Data from 66 reports—based on 41 independent studies and referring to 30 different interventions—were included. Findings indicated small intervention effects for all outcomes including children’s and parents’ mental health (dc = −0.017, −027; dp = −0.14, −0.16) and family outcomes. Qualitative evidence suggested that most families experienced whole-family interventions as positive, highlighting specific components as helpful, including whole-family components, speaking about mental illness, and the benefits of group settings. Our findings highlight the lack of high-quality studies. The present review fills an important gap in the literature by summarising the evidence for whole-family interventions. There is a lack of robust evidence coupled with a great need in families affected by PMI which could be addressed by whole-family interventions. We recommend the involvement of families in the further development of these interventions and their evaluation.
MULTIFILE
This study aimed to evaluate outcomes and support use in 12- to 25-year-old visitors of the @ease mental health walk-in centres, a Dutch initiative offering free counselling by trained and supervised peers.
MULTIFILE