Dit onderzoek gaat in op de vraag in hoeverre de APV mogelijkheden biedt voor het opnemen van regels die het mogelijk maken om op te treden tegen online aangejaagde ordeverstoringen. De gedachte is dat er mogelijk aanknopingspunten zijn binnen de huidige regels. Het doel van onderhavig project is het vergroten van handelingsperspectief van gemeenten bij het voorkomen van online aangejaagde ordeverstoringen. Daartoe zijn de mogelijkheden die de APV biedt, onderzocht en zo concreet mogelijk uitgewerkt aan de hand van de volgende onderzoeksvraag: In hoeverre kan de gemeente op grond van de APV (preventief) online optreden tegen online aangejaagde ordeverstoringen?
DOCUMENT
De openbare ruimte staat vol borden waarmee (vooral) de overheid ons gedrag wil sturen. Die borden vertellen ongewild ook een verhaal over de mensen, de organisatie, het beleid erachter. Dat gaat soms goed, soms minder goed
LINK
Gemeenten zien al langere tijd dat het aantal online aangejaagde ordeverstoringen toeneemt en zijn zoekende in wat zij mogen en kunnen. De onderzoeksgroep Cybersafety van NHL-Stenden Hogeschool heeft in de tweede helft van 2021, in opdracht van Noord Holland Samen Veilig (NHSV), onderzoek gedaan naar online signalering en toegepaste (online) interventies van gemeenten. Het onderzoek is uitgevoerd in de eenheid Noord-Holland en maakt deel uit van de City Deal (Lokale Weerbaarheid Cybercrime). Dit onderzoek is bedoeld om ervaringen bij gemeenten met online aangejaagde ordeverstoringen in kaart te brengen en daarmee de lokale en regionale aanpak van online aangejaagde orderverstoringen te versterken.
DOCUMENT
Het project PreciSIAlandbouw heeft precisielandbouwtechnieken ontwikkeld en gevalideerd op vijf thema's: sensortechnologie, kennis en advies, robotisering, digitalisering, en verdienmodellen. Dit rapport bevat de resultaten van digitalisering. Er is onderzocht welke digitale technologieën er op agrarische bedrijven toegepast worden en welke datastromen er op deze bedrijven zijn, alsmede de knelpunten voor de adoptie van technologieën.
DOCUMENT
Evenementen en Festivals zijn voor steden tegenwoordig serious business. Ze zijn bepalend voor het imago van de organiserende stad en ze trekken honderdduizenden bezoekers, voor wie het soms een eerste kennismaking met de stad betekent. Zo ook voor de gemeente Den Haag die haar evenementen prominent inzet als stedelijk marketinginstrument. Daarnaast zorgen evenementen jaarlijks voor enkele miljoenen euro's aan omzet en dus ook voor werkgelegenheid in de stad. De gemeente Den Haag wil weten of haar evenementen milieubewuster kunnen en is op zoek naar praktische mogelijkheden. Tegelijkertijd staat het behoud en de stimulering van evenementen hoog in het vaandel. Daarom heeft wethouder Duurzaamheid, de heer R. Smits aan de Haagse Hogeschool gevraagd een 'Roadmap' voor Green Events op te stellen. Dit in het kader van het 'Partnership Duurzame Transitie Den Haag' De Haagse Hogeschool heeft, ter aanvulling van de eigen expertise, advies- en ingenieursbureau DHV ingeschakeld om de vraag van de gemeente Den Haag te beantwoorden. Een 'Green Event' is een evenement met een uitgekiend milieuplan. Daarbij gaat het om mogelijke maatregelen op het gebied van watergebruik, energie, mobiliteit (hoe komen en gaan de bezoekers) en afval. De Kernvraag van het onderzoek is: Hoe kan op efficiënte en evenementvriendelijke manier een 'vergroening' van de Haagse evenementen worden doorgevoerd?
DOCUMENT
Deze rede gaat over het verrichte werk en de eerste vervolgplannen van het NHL Stenden Thorbecke Academie lectoraat ‘Bestuur in een Digitaliserende Samenleving’. Dit lectoraat werkt actief samen en vormt samen met het lectoraat ‘digitale weerbaarheid van mens en organisatie’ en de cross-over ‘digital citizenship’ de onderzoeksgroep Cybersafety.
DOCUMENT
Precieze cijfers en feiten over gezelschapsdieren ontbreken in Nederland. Huidige gegevens over bijvoorbeeld het aantal huisdieren zijn vooral gebaseerd op schattingen. Het ontbreken van inzicht en bewijslast op basis van nauwkeurige en actuele feiten en cijfers kan negatieve gevolgen hebben voor onder andere zorgkwaliteit, voorlichting en toezicht op dierenwelzijn en diergezondheid.Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) heeft drie groene hogescholen de opdracht gegeven om te verkennen of het haalbaar is een landelijke structurele monitoring van feiten en cijfers over gezelschapsdieren op te zetten. En dat te vertalen naar aanbevelingen. De verkenning richtte zich op de diergroepen hond, kat en konijn. Er zijn interviews afgenomen bij overheid(sdiensten), NGO’s, brancheorganisaties, kennisinstellingen en één handelsplatform. Aanvullend is specifiek voor de hondensector in twee aan het project gerelateerde afstudeeronderzoeken informatie verkregen over dataverzameling en monitoring. Eén onderzoek richtte zich op de hele sector, de andere op dataverzameling binnen dierenasielen. Hiervoor zijn ook interviews afgenomen en deskstudies uitgevoerd. Deze informatie tezamen geeft inzicht in belangen en doelen van belanghebbenden, de meest relevante data, haalbaarheid, draagvlak en goede praktijken die als voorbeeld kunnen dienen voor een gezamenlijke monitor.Doelen en belangen met betrekking tot een monitoringssysteem lopen ver uiteen. Desondanks scharen alle geïnterviewde stakeholders zich achter een structurele en gezamenlijke monitoring. Het draagvlak is groot. Ze geven heel duidelijk aan dat integratie met ‘eigen systemen’ belangrijk is. Daarom wordt voor een nationale monitoring een ‘overkoepelend’ systeem aanbevolen dat de verschillende systemen verbindt. Veel stakeholders geven aan dat voor dit overkoepelende systeem de verplichte chipregistratie (hond, later kat) een wezenlijke rolspeelt. Ze suggereren om gegevens uit andere systemen aan een uniek chipnummer te koppelen. Dit betekent tegelijkertijd dat een totaalmonitor voor konijnen minder kansrijk is aangezien voor deze diergroep geen verplichte chipregistratie bestaat en ook niet in voorbereiding is.Technische en methodische haalbaarheid worden door de stakeholders niet als probleem gezien. Wel worden hierbij gebruiksgemak, tijdsextensief, veilige opslag van data, en overzichtelijke invoer en presentatie alsrandvoorwaarden benoemd. Dit geeft mogelijkheden voor real-time en continue monitoring. Aanbevolen wordt om in eerste instantie te starten met het monitoren van aantallen dieren en dierstromen als meest relevante feiten en cijfers. Welzijns- en gezondheidsdata zijn op termijn een belangrijke aanvulling. Privacywetgeving en kosten worden gezien als de grootste knelpunten met betrekking tot haalbaarheid. Anonimiteit en gelaagde toegang tot de data kunnen een oplossing bieden voor privacy issues. Respondenten benoemen kosten als noodzakelijk voor de gewenste kwaliteit in en volledigheid van data. Kosten kunnen wellicht worden verlicht aan de hand van subsidies.Vertrouwen, tenslotte, is hét sleutelwoord om tot een gezamenlijk monitoringssysteem in de gezelschapsdierensector te komen. Dit moet zorgvuldig worden opgebouwd. Daarom is het allereerst van belang om per stakeholder een nadere diagnose te doen welke data deze partij heeft die interessant is voor de monitor, en wat de bereidheid is om deze data te delen en onder welke condities. De volgende stap is om met welwillende partijen aan de slag te gaan en de kwaliteit en representativiteit van de data te beoordelen. En indien van toepassing, hoe een koppeling tussen commerciële en niet-commerciële partijen te maken is vanwege uiteenlopende belangen.
DOCUMENT
De gemeente Rotterdam vroeg het lectoraat Publiek Vertrouwen in Veiligheid in 2021 om onderzoek te doen naar de veiligheidsbeleving in het Zuiderpark. Aanleiding waren de aangifte van een verkrachting op klaarlichte dag in het Zuiderpark in september 2020 en signalen van andere partijen over onveiligheidsgevoelens in het Zuiderpark. Uit het onderzoek komt naar voren dat bezoekers en omwonenden het Zuiderpark over het algemeen waarderen. De diversiteit van mensen die het park op drukke dagen bezoeken, draagt in positieve zin bij aan de sfeer en de veiligheidsbeleving. De veiligheidsbeleving komt vooral onder druk te staan als er weinig bezoekers zijn, en als een bepaald type bezoekers domineert (concreet gaat het om groepen jongens, verslaafden en dak- en thuislozen). Vrouwen voelen zich in het park vaker onveilig dan mannen, en voelen zich ’s avonds onveiliger dan overdag. Uit het onderzoek komt naar voren dat vooral vrouwen frequent uiteenlopende (indringende) vormen van seksuele intimidatie meemaken in het park. Het park heeft hierin een zekere reputatie opgebouwd. Aangrijpingspunten voor actie liggen vooral in het vriendelijker, aantrekkelijker en veiliger maken van het Zuiderpark voor vrouwen en het stimuleren van veel en een zo breed en divers mogelijk publiek.
DOCUMENT
Dit rapport is een aanvulling op de de toekomstvisie van het NBTC betreffende het inkomend toerisme in Nederland. Als aanvullende input voor genoemde toekomstvisie heeft het NBTC aan ETFI gevraagd om met behulp van een scenariostudie te komen tot (betere) ramingen van de omvang van het internationaal verblijfsbezoek aan Nederland richting 2030. Een dergelijke studie kan helpen bij het identificeren van onzekerheden en het bepalen van bandbreedtes. De doelstelling was als volgt omschreven: Op interactieve wijze een aantal toekomstscenario’s ontwikkelen die helpen bij het identificeren van onzekerheden en het bepalen van bandbreedtes waarbinnen het internationaal verblijfsbezoek zich op de (middel)lange termijn kan gaan ontwikkelen.
DOCUMENT