Docenten van Fontys Hogeschool Bedrijfsmanagement, Educatie en Techniek (BEnT) hebben geëxperimenteerd (Gorissen, 2014) met Flipping the Classroom in relatie tot de taxonomie van Bloom. Bij dit concept worden lage kennisniveaus uit deze taxonomie voor de les aangesproken en in de les worden hogere kennisniveaus aangesproken. Bij het herontwerp van hun lessen zijn docenten ondersteund door workshops, gegeven door Fontys Educatief Centrum (FEC). Het onderzoek geeft inzicht in de ervaringen van docenten als ze Flipping the Classroom toepassen en dient als input voor FEC zodat toekomstige workshops nog beter aansluiten bij behoeften van docenten. De hoofdvraag is: Wat zijn ervaringen van docenten en studenten van een HBO-instelling met het toepassen van de taxonomie van Bloom in relatie tot Flipping the Classroom? Hiervoor zijn drie deelonderzoeken uitgevoerd, te weten een kwalitatieve analyse van de lesvoorbereidingen en individuele interviews met docenten en een kwantitatief onderzoek onder studenten over de door hun gevolgde lessen via dit concept. Resultaten laten zien dat docenten het concept correct toepassen en ze hiervoor activerende werkvormen en ICT tools inzetten. Docenten zijn enthousiast over de toepassing ondanks dat herontwerp tijdrovend is. Studenten kenden het concept vooraf niet maar hérkenden het wel, zowel voorafgaand als in de les. Vanwege de lage respons onder studenten kan alleen een voorzichtige conclusie getrokken worden dat het concept bijdraagt aan betere verwerking van de leerstof en dat het vaker toegepast mag worden. De belangrijkste aanbevelingen zijn gericht op kennisdeling tussen docenten die dit concept (willen gaan) toepassen in het onderwijs en nader onderzoek naar de invloed op de leerprestaties van de studenten.
Peer reviewed paper op SEFI Engineering Education congress 2009 In engineering programs an important part of the learning process takes place in practical assignments like capstone projects, internships and co-op assignments in industry. The assignments are very divers. Students have different roles, work in different environments and the learning outcomes are not uniform. So how can the individual learning outcomes or growth competencies of the assignments be determined? To cope with this question the authors developed and implemented a method to monitor and assess the individual learning outcomes of the assignments. The method can be used to match a student to his next assignment in such a way that he can build his individual learning track. The method defines three aspects of an assignment: the role of the engineer (i.e. project leader, designer, researcher), the domain(s) of the assignment (i.e. user interface, software engineering) and a general results matrix that describes results and the level required to produce them. To manage the process learning outcomes are defined as products so project management methods can be used to plan, monitor and assess learning outcomes. Key aspects of the method are: 1. A general results matrix for engineering assignments 2. Learning outcomes that are defined as results in the matrix and these results can be assessed. 3. The results have levels so the learning outcomes can grow during the programme. 4. The method can be used to match, monitor and assess students on one assignment. 5. The method can be used to match, monitor and assess students for the entire programme. 6. The tools that are developed are based on an industry standard for project management.
Dit is een verslag van een pilotonderzoek naar ethisch leiderschap bij de minor Inspirerend Leiderschap. Hierin hebben studenten professionals ondervraagd over ethiek en leiderschap in de financiële sector en zakelijke dienstverlening. Het ging bij dit onderzoek niet alleen om de uitkomsten, maar ook om de ervaring van studenten van onderzoek naar ethiek en leiderschap. Deze publicatie dient als startpunt van een dialoog in het onderwijs en met de praktijk.