The paper presents a framework that through structured analysis of accident reports explores the differences between practice and academic literature as well amongst organizations regarding their views on human error. The framework is based on the hypothesis that the wording of accident reports reflects the safety thinking and models that have been applied during the investigation, and includes 10 aspects identified in the state-of-the-art literature. The framework was applied to 52 air accident reports published by the Dutch Safety Board (DSB) and 45 ones issued by the Australian Transport Safety Bureau (ATSB) from 1999 to 2014. Frequency analysis and statistical tests showed that the presence of the aspects in the accident reports varied from 32.6% to 81.7%, and revealed differences between the ATSB and the DSB approaches to human error. However, in overall safety thinking have not changed over time, thus, suggesting that academic propositions might have not yet affected practice dramatically.
Sinds 1 januari 2013 moeten bedrijven — of hun accountants, administratiekantoren of belastingadviseurs — de aangifte VPB en IB-winst indienen via een nieuwe elektronische standaard: Standard Business Reporting (SBR).In deze bijdrage wordt het belang van deze procesinnovatie besproken in het licht van het gebruik van gegevens uit SBR-berichten, zoals die voor de aangifte VPB en IB-winst, voor benchmarking en het beoordelen van MKB-kredietwaardigheid.
LINK
Ons klimaat verandert en is in Nederland met name zichtbaar in de vorm van 1) extreme neerslag, 2) langere periodes van droogte en 3) langere en extremere hittegolven. Nederlandse gemeenten hebben de ambitie gesteld om in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust te zijn ingericht. Veel publieke partijen worstelen met deze opgave. Tijdens de vraagarticulatie stakeholders in drie adaptatieregio’s gaven publieke partijen geven aan meer inzicht nodig te hebben in de succes- en faalfactoren van klimaatadaptatie in de praktijk. Denk hierbij aan meer inzichten in: 1) de effectiviteit van genomen maatregelen, 2) waar klimaatadaptieve maatregelen nodig zijn, 3) doelstellingen haalbaar zijn en 4) welke actoren nodig zijn om doelstellingen te halen. Het project de Benchmarking Klimaatadaptatie heeft de ambitie gemeentelijke professionals te ondersteunen door een haalbare praktische invulling te geven aan de doelen voor klimaatadaptatie. Het doel van dit project is om inzichten en tools te ontwikkelen om het proces van klimaatadaptatie bij de gemeenten efficiënter en toekomstgerichter te laten verlopen. Hierbij staat het ontwikkelen van een roadmap en dashboard die inzicht geven in doelstellingen, voortgang en haalbaarheid van klimaatadaptatieplannen centraal. Op basis van de vraagarticulatie en ‘state-of-the-art’ kennis op het gebied van klimaatadaptatie is de volgende hoofdvraag geformuleerd:Op welke wijze kunnen we gemeenten, middels praktijkgericht onderzoek en dashboard-ontwikkeling, helpen een beter inzicht te krijgen in hun doelen op het gebied van klimaatbestendig en waterrobuust, de huidige stand van zaken wat betreft implementatie van maatregelen in de praktijk, en programmering richting 2050.Het project benchmarking klimaatadaptatie in de praktijk gaat middels een mixed-methods approach, bestaande uit onder andere interviews, workshops en GIS-modellen de staat van klimaatadaptatie in een aantal regio’s in kaart brengen. Om zo een gemeenschappelijke punt aan de horizon te zetten en de ambitie van een klimaat- en waterrobuust Nederland te vertalen naar een duidelijk uitvoeringsplan.
Nauwkeurige en snelle detectie van verontreinigingen in voedselproducten is een noodzakelijk maar vaak lastig en technisch ingewikkeld proces. Huidige gouden standaard methoden zijn vooral gebaseerd op nauwkeurige maar dure lab technieken die verontreinigingen kunnen detecteren in verschillende samples. Snellere en goedkopere beschikbare alternatieve technieken bestaan veelal uit dipstick methoden die onvoldoende nauwkeurig zijn en slechts één stof kunnen detecteren. De recente fipronil-affaire laat nogmaals zien dat, ondanks de enorme technologische vooruitgang in detectie technologie, er nog steeds een grote behoefte is aan goedkope, snelle en betrouwbare tests voor het routinematige screenen van voedselproducten. De zuivelindustrie is zeer geïnteresseerd in een snelle, handzame en kosten-effectieve methode om verontreinigingen zoals antibiotica en bacteriën in melk, wei en babyvoeding te detecteren, omdat de huidige standaard detectie methoden, die zij gebruiken, duur en zeer tijds- en arbeids-intensief zijn. Het duurt meestal uren tot dagen voordat een betrouwbaar resultaat is verkregen. Een snellere analyse van de melk bespaart enorme kosten die nu gemaakt worden met het vernietigen van grote hoeveelheden melk (waar sporen van antibiotica worden gevonden) als gevolg van de late beschikbare uitslag. Daarnaast resulteert een snellere analyse in een snellere vrijgave voor de distributie van melkproducten en draagt zo bij tot directe besparingen in operationele kosten. In samenwerking met een aantal MKB-bedrijven en andere relevante partners zal Saxion in dit project een draagbare demonstrator realiseren voor snelle, handzame en multiplexe detectie van antibiotica zoals tetracyclines in melk, gebaseerd op een multikanaals fotonische sensor prototype.. Verschillende bestaande innovatieve technologieën zoals lab-on-a-chip, microfluidica, inkjet-printing en geïntegreerde fotonische sensoren zullen in een demonstrator geïntegreerd worden om het gestelde doel te bereiken. De draagbare demonstrator is een eerste stap richting een handheld device dat in staat is om ter plaatse, zoals bij melkveehouderijen en melkfabrieken, antibiotica in melk snel en nauwkeurig te kunnen detecteren.