Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de rector magnificus, prof. dr. H.R.B.M. Kummeling, ingevolge het besluit van het college voor promoties in het openbaar te verdedigen op vrijdag 1 december 2023 des middags te 12.15 uur.
Beschermd thuis staat voor een beweging die ernaar streeft wonen en passende onder-steuning voor inwoners met een psychische kwetsbaarheid te realiseren. Met beschermd thuis wordt niet alleen verwezen naar een veilige woonplek met passende ondersteuning, maar ook naar je thuis voelen in de samenleving, en daarin sociaal en maatschappelijk tot tevredenheid kunnen functioneren. Het staat voor een omslag van alleen het bieden van individuele bescherming en begeleiding naar ondersteuning bij en het realiseren van mogelijkheden voor participatie. Het omvat ook het werken aan sociale inclusie; om mens onder de mensen te kunnen zijn, in contact met anderen in een gastvrije samenleving (Simplican, 2015). Hoewel beschermd thuis de beleidstitel is waarmee deze ontwikkeling wordt aangeduid, dekt dit feitelijk niet de lading. Het draait erom dat mensen met een psychische kwetsbaarheid zich thuis voelen in de samenleving. Daarom kozen we dit als titel voor deze publicatie. We lenen deze titel van een publicatie van Hella van de Beek en Jan Willem Zuthem uit 2002. Veel van wat in dit boek werd beschreven, toen onder de noemers vermaatschappelijking en maatschappelijke steunsystemen, is nu meer dan ooit aan de orde. Uit onze onderzoeken blijkt dat het realiseren van deze omslag nog niet zo eenvoudig is. Tegelijkertijd zijn er mooie voorbeelden van initiatieven die behulpzaam zijn bij je thuis voelen in de samenleving. Doel van deze publicatie is om gemeenten, maatschappelijke partners en cliëntorganisa-ties inzicht te geven in wat de uitdagingen zijn om tot een beschermd thuis te komen en wat mogelijke handvatten of inspirerende voorbeelden kunnen zijn als antwoord daarop. Daarbij maken we gebruik van de opbrengsten van het leernetwerk Beschermd Thuis en de leernetwerken in regio Utrecht en Flevoland waar we als onderzoekers eerder bij betrokken waren1. Maar eerst gaan we in op de context en inhoud van de beweging van beschermd wonen naar beschermd thuis.
Sinds de invoering in 2002 van de bachelor-master structuur in het Nederlandse hoger onderwijs hebben Nederlandse instellingen voor hoger beroepsonderwijs hun bacheloropleidingen veelal opgedeeld in een major- en een minorgedeelte. De major vormt de hoofdmoot van de bacheloropleiding en wordt door alle studenten van de betreffende opleiding gevolgd. Minors zijn kleinere onderdelen van een bacheloropleiding, waarbij de student een keuze maakt uit een beschikbaar aanbod van minors. Minors bieden studenten de mogelijkheid hun bacheloropleiding vorm te geven op een wijze die aansluit bij hun persoonlijke ambities, interesses en kwaliteiten. Van hogescholen mag worden verwacht dat ze een passend minoraanbod ontwikkelen en dat ze studenten voorlichten over en begeleiden bij hun minorkeuze. Daarbij is het van belang kennis te hebben van beïnvloedingsfactoren van minorkeuze. Uit vooronderzoek blijkt dat nauwelijks iets bekend is waardoor studenten zich bij het maken van een minorkeuze laten beïnvloeden. Dit promotie-onderzoek beoogt een bijdrage te leveren aan het opvullen van deze leemte. Op basis van literatuuronderzoek en veldonderzoeken onder studenten van een zestal hogescholen die deel uitmaken van Fontys Hogescholen is in kaart gebracht door welke factoren studenten zich laten beïnvloeden bij het maken van een minorkeuze.
Project BAMBAM, BAby Motor development monitored By A Multisensor wearable, richt zich op het begin, namelijk bij de zorg voor kinderen van 0-2 jaar. In het bijzonder op het optimaliseren van de ontwikkeling van de motoriek wanneer dit niet vanzelf gaat. Kinderfysiotherapeuten begeleiden veel baby’s waarbij er zorgen zijn over de motorische ontwikkeling. Een goed ontwikkelde motoriek is de basis voor andere ontwikkelingsdomeinen,en een voorwaarde voor een fysiek actieve leefstijl op latere leeftijd. Het inzetten van technologie bij het analyseren van bewegingsproblemen bij het jonge kind kan een waardevolle aanvulling zijn voor de kinderfysiotherapeut, die nu eigen observaties gebruikt. Op dit moment is er nog geen geschikt systeem voor het observeren van de motorische ontwikkeling voor kinderfysiotherapeuten. Daarom werken we in project BAMBAM aan een meetinstrument voor het objectiveren van bewegingsgedrag van baby’s, dat verantwoord ingezet kan worden in de kinderfysiotherapeutische praktijk en interventiestudies. Uitgangspunt is een bestaande smartsuit, een ‘slimme' romper, met sensortechnologie en Artificiële Intelligentie die doorontwikkeld wordt in co creatie met kinderfysiotherapeuten, ouders en experts. Ook onderzoeken we hoe de uitkomsten van het systeem waarde toevoegen als beslissingsondersteuning voor de kinderfysiotherapeut. Hierbij richten we ons vooral op de bewegingsparameters die belangrijk zijn voor het kinderfysiotherapeutisch onderzoek en behandeling en hoe we die duidelijk kunnen weergeven. Het systeem moet valide en betrouwbare metingen verzorgen in de thuissituatie voor de kinderfysiotherapeut in praktijk en ziekenhuis. De impact van deze toepassing op ouders en kinderfysiotherapeuten is een belangrijk onderdeel bij het ontwikkelen van deze technologie, zodat het op een verantwoorde manier gebruikt kan worden. De gezondheidszorg vraagt om evidence-based diagnostiek en interventies. Met de schaarste van zorg, wordt het zorgvuldig signaleren van de baby’s die de zorg echt nodig hebben steeds belangrijker, net als de inzet van effectieve interventies. Technologie kan bijdragen aan toegankelijkheid en duurzame borging hiervan.
De bereikbaarheid en beschikbaarheid van de ambulancezorg staat onder druk. Een belangrijke ingangsklacht van de mensen die 112 bellen is een kortdurende bewusteloosheid. Als deze bewusteloosheid het gevolg is van een verminderde bloedtoevoer in de hersenen noemen we het syncope. Syncope kan onschuldig of ernstig van aard zijn. De risico-inschatting en besluitvorming bij patiënten met syncope in de ambulancezorg is complex. Ambulanceprofessionals moeten in een kort tijdsbestek en onder hoge druk, met veel onderliggende informatie en onzekerheden risico’s inschatten en besluiten of een patiënt ingestuurd moet worden naar de spoedeisende hulp. Bij twee-derde van de ingestuurde syncope patiënten blijkt het niet ernstig te zijn. Twee HAN lectoraten ontwikkelden praktische en onderbouwde handvatten voor de praktijk (RAAK.PUB05.017 en RAAK.IMP.01.036). Deze zijn sinds juli 2022 onderdeel van de landelijke werkwijze. In vervolg hierop heeft de praktijk de lectoraten gevraagd om te kijken of de inzet van digitale- en informatietechnologie, specifiek generatieve kunstmatige intelligentie (AI) op basis van Large Language Models (LLM), hen nog verder kan ondersteunen bij het inschatten van risico’s en besluiten maken bij patiënten met syncope in de ambulancezorg. Deze KIEM-aanvraag is een proof of concept studie. We onderzoeken in hoeverre generatieve AI op basis van LMM technisch goed tekstbestanden kan analyseren op belangrijke medische- en omgevingsfactoren bij patiënten met een syncope. We kiezen voor een pilot concurrente validatiestudie door kwalitatieve tekstanalyse, in combinatie met aanvullende focusgroepinterviews voor de interpretatie van de uitkomsten. Voor de pilot concurrente validatiestudie gebruiken we tekstbestanden uit de Safe End studie. De eerdere analyse van deze tekstbestanden uit de Safe End studie fungeert als de gouden standaard. Zo wordt de validiteit van de generatieve AI-analyse op basis van LMM vastgesteld. In focusgroepinterviews bespreken we de impact en ethische aspecten van de bevindingen voor de praktijk, wetenschap, onderwijs en de (door)ontwikkeling van beslissingsondersteuningsinstrumenten voor de toekomst.
LARS draagt bij aan de optimalisatie van het gemeenschappelijke besluitvormingsproces voor de beste behandelkeuze voor een patiënt met chronische lage rugpijn. De combinatie van ‘evidence-based’ beslissingsondersteuning met patiëntvoorkeuren belooft de gepersonaliseerde zorg en het effect van de behandeling substantieel te verbeteren.