This essay is published for the occasion of the inauguration of Evert Bisschop Boele on June 25, 2014 as professor ‘New Audiences’ of the research group Lifelong Learning in Music, Centre of Applied Research and Innovation Art & Society/Prince Claus Conservatoire, Hanze University of Applied Sciences Groningen.
DOCUMENT
“If you do what you always did, you will get what you always got.”Evert Bisschop Boele challenges this idea and thinks about new audiences for music in changing times. Evert is Professor (‘lector’) of New Audiences at the Prince Claus Conservatoire, Hanze University of Applied Sciences, Groningen in the Netherlands.
DOCUMENT
Het zijn weer mooie tijden in het muziekonderwijs, signaleert Evert Bisschop Boele. Een Nieuwe Lobby maakt zich sterk voor meer muziek op school, en haalt graag onderzoek aan waaruit het belang van muziek blijkt. Lees het scherpe commentaar van Boele op de lobby én op het schermen met de psychologische effecten van muziek.
DOCUMENT
Dit essay werd uitgegeven ter gelegenheid van de installatie op 25 juni 2014 van Evert Bisschop Boele als lector ‘New Audiences’ van het lectoraat Lifelong Learning in Music, Kenniscentrum Kunst & Samenleving/Prins Claus Conservatorium, Hanzehogeschool Groningen.
DOCUMENT
In de zoektocht naar relevant muziekonderwijs vanuit het theoretisch concept idiocultureel muziekonderwijs, van Evert Bisschop Boele, is de eigenzinnige lespraktijk van muziekdocent Johan ’t Hart drie maanden intensief gevolgd om tot een gedetailleerde beschrijving van zijn manier van werken te komen. De onderzoeksvraag die centraal stond is: ‘In welke mate schept Johan ’t Hart in zijn muzieklessen een leersituatie (leerwereld) die te karakteriseren is als idiocultureel muziekonderwijs?’ Het theoretisch kader voor deze studie is idiocultureel muziekonderwijs (Bisschop Boele 2015). Op de achtergrond speelt een aantal andere concepten een rol, bijvoorbeeld biografisch leren (Alheit & Dausien, 2000) en subjectivering (Biesta 2010). De talentendriehoek (Veenker et al., 2017) wordt gebruikt om de manier waarop leerling, docent en taak invloed op elkaar hebben te duiden. Op basis van dit theoretisch kader is een zevental vuistregels voor de vormgeving van idiocultureel muziekonderwijs geformuleerd. Vervolgens zijn data verzameld over de praktijk van ’t Hart. De data gebruikt in deze casestudy zijn lesobservaties, interviews met zowel leerlingen als Johan ’t Hart, documenten en literatuurstudie. Op basis van een kwalitatieve analyse is bekeken in hoeverre de vuistregels terug te herkennen zijn in ’t Hart’s lespraktijk. De conclusie is dat veel van de vuistregels te herkennen zijn – en dat de (idiosyncratische) manier waarop ’t Hart de vuistregels in de praktijk laat zien vooral ook leidt tot nieuwe discussie en reflectie.
DOCUMENT
Leren is niet alleen een psychologisch proces, maar ook een tijd- en plaatsgebondenproces. Om zicht te krijgen op dit proces zijn kwalitatieve onderzoeksmethodes nodig, betoogt Evert Bisschop Boele. In dit artikel laat hij zien wat het narratief biografisch interview als onderzoeksinstrument ons vertelt over het leren musiceren. Zijn conclusie is dat de scheidslijnen tussen formeel en informeel leren minder hard zijn dan gedacht en dat het zinvoller is te denken in termen van een meervoudig continuüm.
DOCUMENT
Toen mijn vroegere scriptiebegeleider Evert Bisschop Boele mij vroeg of ik nieuwsgierig zou zijn naar een onderzoeksproject over Sacred Harp (letterlijk “Heilige Harp”), een soort religieuze koormuziek, dacht ik eerst aan vrome kloosterzangen en brave koorknapen. Een opname van een internationaal zangevenement in Ierland bewees op een fantastische wijze het tegendeel.
LINK
In Nederland komen maandelijks mensen in vertelgroepen bij elkaar om samen de kunst van het verhalen vertellen te beoefenen. Tekla Slangen liep een half jaar als participerend onderzoeker mee met een lokale vertelgroep. In dit artikel geeft ze een inkijk in wat vertellers beweegt en waaraan ze hun waarde ontlenen.Lang voordat Netflix ons elke dag duizend en een verhalen kon vertellen via een beeldscherm, waren er mensen die de mooiste verhalen in geuren en kleuren uit de doeken deden en hun publiek van alles lieten beleven:verhalenvertellers.Heden ten dage zijn er in Nederland nog steeds tal van vertellers en vertelgroepen actief die voor groot en klein publiek optreden. Zij vertellen uit het hoofd allerlei soorten verhalen, van sprookjes, mythes en fabels tot fragmenten uit de geschiedenis en persoonlijke ervaringen. Wat is de aantrekkingskracht van het verhalen vertellen voor de individuele verteller? Wat voor activiteiten ondernemen zij? En wanneer vinden ze het vertellen van een verhaal echt geslaagd? Deze vragen zijn de aanleiding geweest voor een kleinschalig etnografisch onderzoek naar vertellers bij een vertelgroep. In dit artikel beschrijf ik de belangrijkste resultaten, met de Nederlandse vertelscene als kader.
DOCUMENT
Evert Bisschop Boele explicitly refers to different conceptualizations of culture by describing earlier concepts of culture in education in the Netherlands to explain the proposed logical shift to “idiocultural” music education. Idiocultural music education, according to him, encompasses the fact that each person is highly individual as well as highly social simultaneously, thus, idiocultural music education should take this into account and perceive individuals and social beings with complex and dynamic cultural backgrounds that deserve respect and should be the origin for the individual’s further musical development. Bisschop Boele’s description of earlier concepts of culture connects each concept prior to idioculture, e.g., monocultural, bicultural, multicultural, in five stages with a societal development throughout the last 70 years in the Netherlands. Two different theoretical lenses are applied to theoretically underpin these different conceptualizations of culture.
LINK
Het hbo kent een grote diversiteit in instroom wat betreft de vooropleiding, die varieert van mbo en havo tot vwo. Differentiatie is nodig om elke student de uitdagingen te bieden die hij of zij aankan (Onderwijsraad, 2008). Excellentieprogramma’s kunnen die uitdaging bieden voor de bijzonder getalenteerde studenten. De ontwikkeling van excellentieonderwijs in het hbo is nog heel jong, ook binnen de Hanzehogeschool Groningen. Vanaf 2005 ontwikkelde de Hanzehogeschool haar excellentiebeleid, gericht op het herkennen, erkennen en stimuleren van talent (zie Bisschop Boele, 2007). Het honoursprogramma van de opleiding Vastgoed & Makelaardij was een van de voorlopers in het hbo. De Hanzehogeschool Groningen diende in 2008 een aanvraag in bij het Siriusprogramma voor excellentieonderwijs en kreeg als eerste hbo-instelling in Nederland de Siriusaanvraag toegekend. Hierna wordt het belang geschetst van excellentie voor het hbo in het algemeen en voor de Hanzehogeschool in het bijzonder. Vervolgens worden de wijze waarop dit binnen de Hanzehogeschool is uitgewerkt, de eerste bevindingen en de dilemma’s nader toegelicht en volgen vragen voor discussie en nader onderzoek.
DOCUMENT