Werkboek bij Standpunt voor HAVO/VWO, deel 2 (leerboek)
DOCUMENT
Een goede docent is vakinhoudelijk deskundig en didactisch vaardig. Maar hij heeft ook een morele taak: eraan bijdragen dat kinderen en jongeren als mens kunnen floreren. Of die vorming slaagt, hangt mede af van het karakter van de leraar. Dat roept spannende vragen op. Kunnen we het karakter van de leraar professionaliseren? Welke karaktereigenschappen verwachten we van een voorbeeldige docent? Hoe kan de lerarenopleiding het beste bijdragen aan de vorming van ‘leraren met karakter’? Beroepsethiek schrijft geen dwingende regels voor, maar stimuleert leraren(opleiders) om samen systematisch over deze vragen na te denken en didactiek te ontwikkelen, waardoor onderwijs aan morele kwaliteit wint.
DOCUMENT
Ervaringsdeskundigheid wordt in het werkveld van de (O)GGZ en het sociale domein steeds meer als een onmisbaar element beschouwd in de organisatie en uitvoering van goede zorg. Er is een groeiend palet aan opleidingen en cursussen voor ervaringsdeskundigen met een uiteenlopend lesaanbod op verschillende niveaus. Het belang van professionalisering van ervaringsdeskundigheid neemt daarbij navenant toe. In de GGZ en de verslavingszorg werken al langer opgeleide ervaringsdeskundigen. In armoede en sociale uitsluiting heeft die trend zich in Nederland pas recent ingezet. EDASU staat voor ErvaringsDeskundigheid in Armoede en Sociale Uitsluiting. Mensen die van generatie op generatie opgegroeid zijn in armoede worden hier opgeleid om als ervaringsdeskundigen de brug te slaan naar zowel mensen in armoede als naar hulpverleners.
DOCUMENT
Het bespreken van onderwerpen die controverse oproepen is een belangrijk aspect van burgerschapsonderwijs. Leerlingen moeten immers leren met verschillende standpunten om te gaan. Ook als docent Nederlands heb je op dit terrein een taak. In dit hoofdstuk staat deze taak centraal. Eerst wordt beschreven waarom burgerschap een taak van scholen is, wat burgerschap betekent en welke visies erop bestaan. Daarna wordt gekeken naar de manieren waarop docenten bij kunnen dragen aan de burgerschapsontwikkeling van hun leerlingen. Zoals duidelijk zal worden staan bij burgerschap en burgerschapsonderwijs dilemma’s centraal. Het hoofdstuk wordt dan ook afgesloten met twee centrale dilemma’s waar je als docent mee te maken krijgt, toegepast op het schoolvak Nederlands.
DOCUMENT
In 2027 zal er weer een peiling voor burgerschap plaatsvinden voor het primair onderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. Het doel van de Peil.Burgerschap-studie betreft het in kaart brengen van burgerschapscompetenties van leerlingen in het po, so, vo en vso en de manieren waarop burgerschapsonderwijs in deze onderwijstypen vorm krijgt. Met deze voorstudie voor Peil.Burgerschap beschrijven wij wat kenmerkende aspecten van burgerschap zijn, wat veronderstelde effectieve elementen van burgerschapsonderwijs zijn en hoe beiden in kaart gebracht kunnen worden en wat beperkingen daarbij zijn. Deze voorstudie is als volgt opgebouwd. In het eerste hoofdstuk geven we een beschrijving van de betekenis van burgerschap en burgerschapsonderwijs, hoe dat in kaart gebracht wordt en wat daar uitdagingen bij zijn en wat resultaten van onderzoek daaromtrent zijn. In het tweede hoofdstuk 2, 3 en 4 volgen drie centrale kernconcepten van burgerschap: democratie, diversiteit en moreel oordeelsvorming. Deze drie kernconcepten vormen gezamenlijk een belangrijk deel van het concept burgerschap. Democratie en diversiteit zijn twee fundamenten van (het denken over) burgerschap, moreel oordeelsvorming geeft invulling aan (dat denken over) democratie en diversiteit. In deze hoofdstukken gaan we dieper in op manieren waarop competenties en onderwijsaanbod op dit gebied in kaart gebracht kan worden en welke uitdagingen daarbij bestaan. In het laatste hoofdstuk brengen we de centrale uitkomsten en vraagstukken uit de overzichtsstudie samen.
DOCUMENT
Meer burgerschap in het onderwijs, roept vooral de vragen op: welk burgerschap en hoe maatschappijleer daar vorm aan kan geven? In dit artikel roept Hessel Nieuwelink op tot het versterken van veerkrachtige democratische gezindheid; iets dat helaas niet vanzelfsprekend in het onderwijs naar voren komt.
DOCUMENT
Waartoe vorm jij je leerlingen? Het fundament van burgerschapsonderwijs is een visie op burgerschap. Bij Bèta Burgerschap is deze visie: vormen van autonome burgers die in staat zijn mee te denken en beslissingen te nemen over actuele maatschappelijke vraagstukken. Dit vraagt om onderwijs waarin leerlingen kunnen oefenen met discussiëren en leren over deze vraagstukken. In deze workshop maak je kennis met de didactiek voor Bèta Burgerschap, hoor je over de ervaringen van leerkrachten en leerlingen en doe je ideeën op om zelf met Bèta Burgerschap aan de slag te gaan.
MULTIFILE
Economisch burgerschap is een vanzelfsprekend onderdeel van het Nederlandse curriculum in het mbo. Het is echter onkritisch en gericht op volgzaamheid. Subtiel is de omarming van de neoliberale opvattingen en hoe studenten niet worden gevraagd hierover kritisch te denken en te spreken met elkaar. Ze moeten de huidige politieke opvattingen over de economie volgen. Ward van der Meiden deed een grondige analyse van diverse methodemakers en formuleerde onderstaande kritiek. Ward en Daan van Riet schreven een paper en geven daarin ook handvatten voor hoe het anders kan. Het doel: op naar écht economisch burgerschap! Inhoud van het paper: 1. Kritiek op wettelijke inhoud 2. Analyse van veelgebruikte methodes 3. Alternatieven Dit stuk is tevens gepubliceerd in Tijdschrift voor Economisch Onderwijs.
LINK
Economisch burgerschap is een vanzelfsprekend onderdeel van het Nederlandse curriculum in het mbo. Het is echter onkritisch en gericht op volgzaamheid. Subtiel is de omarming van de neoliberale opvattingen en hoe studenten niet worden gevraagd hierover kritisch te denken en te spreken met elkaar. Ze moeten de huidige politieke opvattingen over de economie volgen. Ward van der Meiden deed een grondige analyse van diverse methodemakers en formuleerde onderstaande kritiek. Ward en Daan van Riet schreven een paper en geven daarin ook handvatten voor hoe het anders kan. Het doel: op naar écht economisch burgerschap! Inhoud: 1. Kritiek op wettelijke inhoud 2. Analyse van veelgebruikte methodes 3. Alternatieven Dit stuk is eerder verschenen als paper op https://werkplaatsburgerschap.nl/op-naar-echt-economisch-burgerschap. De bijgevoegde link verwijst naar deze paper. De paper is in twee delen gepubliceerd in het Tijdschrift voor het economisch onderwijs.
LINK
Economisch burgerschap is een vanzelfsprekend onderdeel van het Nederlandse curriculum in het mbo. Het is echter onkritisch en gericht op volgzaamheid. Subtiel is de omarming van de neoliberale opvattingen en hoe studenten niet worden gevraagd hierover kritisch te denken en te spreken met elkaar. Ze moeten de huidige politieke opvattingen over de economie volgen. Ward van der Meiden deed een grondige analyse van diverse methodemakers en formuleerde onderstaande kritiek. Ward en Daan van Riet schreven een paper en geven daarin ook handvatten voor hoe het anders kan. Het doel: op naar écht economisch burgerschap! Inhoud van de paper: 1. Kritiek op wettelijke inhoud 2. Analyse van veelgebruikte methodes 3. Alternatieven Dit stuk is eerder verschenen als paper op https://werkplaatsburgerschap.nl/op-naar-echt-economisch-burgerschap. De bijgevoegde link verwijst naar deze paper. De paper is in twee delen gepubliceerd in het Tijdschrift voor het economisch onderwijs.
LINK