interne publicatie; CD-ROM Professional in Beeld, aanbod aan scholenveld
BACKGROUND: Cervical dystonia (CD) is characterized by involuntary muscle contractions causing abnormal postures and/or twisting movements of the head and neck. These motor symptoms can have a major impact on disability. Treatment with botulinum toxin injections aims to reduce motor symptoms, and therefore disability. Despite motor improvements, many patients still experience difficulties with performing daily life activities. To optimize treatment, other factors that determine disability should be identified.OBJECTIVE: To explore and identify clinical characteristics that relate to disability in CD.METHODS: Data on disability, severity of dystonia, anxiety, depression, pain and quality of life of 96 CD patients was analyzed with a principal component analysis (PCA). Multiple regression analysis was performed to determine which components derived from the PCA explain most of the variance in disability.RESULTS: PCA revealed five components (disability, psychiatric features, pain, physical function and severity of dystonia), explaining 74.4% of the variance in disability. Multivariate association between disability and the other components was statistically significant (R(2) change 0.433, F change (4-86) = 22.39, p = .000). Psychiatric features had the largest contribution to disability (standardized beta = 0.555, p = 0.000) followed by pain (standardized beta = 0.232 p = 0.004). Physical functioning (standardized beta = 0.059 p = 0.507) and severity of dystonia (standardized beta = -0.001 p = 0.991) had no significant contribution.CONCLUSIONS: In CD patients, psychiatric features and pain are important determinants of disability. Interventions to reduce psychiatric problems and pain should have a more prominent role in the treatment of CD patients in order to improve disability levels.
Het Protocol Hoger Onderwijs is een inhoudelijke handreiking voor HO-instellingen (HBO en WO) om de begeleiding van dyslectische studenten te optimaliseren. Dit Protocol is ontwikkeld in het kader van het door OCW geïnitieerde Impulsproject 2004 onder regie van Handicap + Studie. De ontwikkelaars van dit protocol hebben dankbaar gebruik gemaakt van de praktijkgerichte suggesties van studenten en docenten van Fontys Hogescholen. Primaire doelgroep: studenten, docenten en studieloopbaanbegeleiders van HO-instellingen. Verder: beleidsmakers op instellingsniveau en tweedelijns begeleiders (studentendecanen, studentenpsychologen), raden van bestuur, professionaliseringscoördinatoren, medezeggenschapsraden en studentenfracties. Bij het boek is een dvd ontwikkeld waarin studenten en docenten aan het woord zijn over het omgaan met de belemmeringen die de functiebeperking met zich meebrengt. Op de bijgeleverde cd-rom zijn documenten voorhanden die ingezet kunnen worden bij de begeleiding van dyslectische studenten.
The overall purpose of this consultancy was to support the activities under the Environmental Monitoring and Assessment Programme of the UN Economic Commission for Europe (UNECE) in developing the 7th pan-European environmental assessment, an indicator based and thematic assessment, implemented jointly with the United Nations Environment Programme (UNEP) and in support of the 2030 Agenda for Sustainable Development. The series of environmental assessments of the pan-European region provide up to-date and policy-relevant information on the interactions between the environment and society. This consultancy was to:> Draft the input on drivers and developments to chapter 1.2 of the assessment related to the environmental theme “4.2 Applying principles of circular economy to sustainable tourism”.> Suggest to UNECE and UNEP the most policy relevant indicators from UNECE-environmental, SDG indicators and from other indicator frameworks such as EEA or OECD for the environmental theme for the sub-chapter 4.2.> Assess the current state, trends and recent developments and prepare the substantive part of sub-chapter 4.2 (summary - part I) and an annex (part II) with the detailed analysis and findings.
Ambitie: Arnhem is een toekomstbestendige stad die duurzaam, groen, kansrijk en verbonden is. Gemeente en kennisinstellingen maken hier, in een circulaire economie, op een creatieve manier samen met maatschappelijke organisaties, ondernemers en burgers werk van: Arnhem maakt Het consortium van het CDKM-traject ‘Arnhem maakt’ bestaat uit de partners van Arnhem Studiestad: gemeente Arnhem en de kennisinstellingen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), ArtEZ, Hogeschool Van Hall Larenstein (HVHL) en Rijn IJssel. In 2019 had het consortium de ambitie om professionals op te leiden die het verschil maken bij belangrijke maatschappelijke vraagstukken. Dit heeft onder andere vorm gekregen in samenwerking in de Arnhemse wijken in bijvoorbeeld de labs en werkplaatsen van de HAN en Rijn IJssel en andere samenwerkingen op kleine schaal. Deze initiatieven brengen lerende (aankomend) professionals in contact met levensechte vragen en er wordt kennis ontwikkeld en gedeeld die voor het beantwoorden van die vragen van belang zijn. In 2023-2025 zetten we deze samenwerkingen voort, schalen op en verbinden over instellingen heen, zodat er meer studenten, docenten en onderzoekers samen leren en werken aan de vragen in de stad. De ervaringen en opbrengsten van de CDKM-projecten leren ons echter ook dat écht impact maken niet eenvoudig is: bestaande onderwijspraktijken, (machts)relaties, systemen werken soms belemmerend. Het implementeren van het samenwerken aan complexe maatschappelijke opgaven vraagt om een toekomstbestendige manier van kennisontwikkeling: multilevel, interdisciplinair en inclusief. Wij voelen als consortium de urgentie om onze krachten te bundelen voor het ontwikkelen van deze kennis en het implementeren ervan voor een sociaal, economisch en ecologisch toekomstbestendig Arnhem. Daarom ontwerpen en implementeren we in dit project een gezamenlijke kennisvisie die de samenwerking voor een toekomstbestendige stad verlegt en verankert. Het geeft een verandering van perspectief voor leren en samenwerken bij complexe maatschappelijk opgaven in en voor Arnhem.
In onze binnensteden zijn de gevolgen van Corona fysiek misschien wel het meest zichtbaar: in het voorjaar lege straten, veilige looproutes, afzettingen en vergrote terrassen. Ook de gedeeltelijke lockdown van dit najaar raakt binnensteden hard. Daarmee is een al langer lopende transitie in de retailsector zich versneld aan het doorzetten. De vraag hoe binnensteden zich kunnen ontwikkelen van ‘place to buy’ naar ‘place to be’ heeft daarmee aan urgentie gewonnen. De centrale vraag in onze challenge is hoe we snel en adequaat kunnen inspelen op deze versnelde transitie. We willen zorgen dat de binnenstad ook na Corona aantrekkelijk blijft om te bezoeken. Grootschalige leegstand zou desastreus zijn voor de uitstraling en beleving. Een neerwaartse spiraal willen we voorblijven. Een aantrekkelijke en vitale binnenstad is bovendien noodzakelijk om jong talent in onze stad te behouden en aan te trekken. We gaan studenten uitdagen concrete maar flexibele invullingen te bedenken voor het geval er een groot en beeldbepalend pand leeg komt te staan. Toerisme-studenten (HBS ) focussen zich daarbij op de food- en beverage-sector. StadsLAB-studenten (ABR&R ) gaan na welke ruimtelijke functiecombinaties hiermee mogelijk zijn incl. de mogelijke impact op de directe omgeving van een pand. We bouwen daarbij voort op lopende studentprojecten die zich n.a.v. Corona op een meer conceptueel niveau bezighouden met de toekomst van de binnenstad, bijv. gericht op smart routings waarbij veiligheid en gastvrijheid hand- in hand gaan. Uiteraard nemen we ook de opgedane ervaringen met Corona-maatregelen mee: wat werkte best goed en wat was noodzakelijk kwaad.