In het Integraal Zorgakkoord (IZA) zijn de ambities beschreven hoe de zorg in de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. Om aan deze ambities te voldoen, wordt ingezet op passende zorg, beschreven in het Kader Passende Zorg. Met de huidige veranderingen in de maatschappij en de zorg is het van belang dat mensen zo goed mogelijk functioneren en langer thuis kunnen blijven wonen.Ergotherapie is persoonsgericht en draagt bij aan het mogelijk maken van de dagelijkse activiteiten van mensen in de eigen omgeving. Ergotherapie is gericht op participatie, gezondheid en welbevinden van mensen die een beperking ervaren. Het doel van ergotherapie is dat mensen de voor hen belangrijke activiteiten in en met hun omgeving (weer) kunnen uitvoeren en hier tevreden over zijn. Ergotherapie doet dit door functies, vaardigheden en strategieën te evalueren en deze in de dagelijkse activiteiten effectief in te zetten. Dit kan gerealiseerd worden door training, het aanleren van een andere manier van handelen, het inzetten van een hulpmiddel of door de activiteit of de omgeving aan te passen. Ook door advies, coaching of educatie gericht op het optimaliseren van de (eigen) mogelijkheden en die van hun naasten worden betekenisvolle, dagelijkse activiteiten weer mogelijk, en kunnen mensen (langer) thuis functioneren. Ergotherapeuten kunnen ook een rol vervullen bij het ondersteunen en versterken van dagelijkse activiteiten van groepen mensen met als doel bijdragen aan de sociale participatie van groepen mensen in de maatschappij (gemeenschapsgericht werken). Wetenschappelijk onderzoek blijft belangrijk voor de kwaliteitsborging, onderbouwing en innovatie van ergotherapeutische interventies, passend bij veranderingen in de samenleving, het onderwijs en de gezondheidszorg.De Kennisagenda Ergotherapie biedt een overzicht van de belangrijkste thema’s met onderzoeksvragen en kennisvragen die de beroepsgroep de komende jaren centraal stelt. Het vormt de grondslag voor (ergotherapie-) onderzoekers, financiers en voor ergotherapie relevante organisaties. De kennisagenda presenteert onderzoeksvragen en een tabel met prioritering van doelgroepen en onderwerpen. De prioritering is gebaseerd op de combinatie van maatschappelijke relevantie (politieke, maatschappelijke en demografische ontwikkelingen en de input van stakeholders) én wetenschappelijke relevantie (literatuuronderzoek naar de (kosten)effectiviteit van ergotherapeutische interventies). De stakeholders waren vertegenwoordigers van onder andere de beroepsvereniging, verwijzers, andere zorgverleners, patiënten- en mantelzorg- verenigingen, zorgverzekeraars, onderwijs en onderzoek.
OBJECTIVE: To further test the validity and clinical usefulness of the steep ramp test (SRT) in estimating exercise tolerance in cancer survivors by external validation and extension of previously published prediction models for peak oxygen consumption (Vo2peak) and peak power output (Wpeak).DESIGN: Cross-sectional study.SETTING: Multicenter.PARTICIPANTS: Cancer survivors (N=283) in 2 randomized controlled exercise trials.INTERVENTIONS: Not applicable.MAIN OUTCOME MEASURES: Prediction model accuracy was assessed by intraclass correlation coefficients (ICCs) and limits of agreement (LOA). Multiple linear regression was used for model extension. Clinical performance was judged by the percentage of accurate endurance exercise prescriptions.RESULTS: ICCs of SRT-predicted Vo2peak and Wpeak with these values as obtained by the cardiopulmonary exercise test were .61 and .73, respectively, using the previously published prediction models. 95% LOA were ±705mL/min with a bias of 190mL/min for Vo2peak and ±59W with a bias of 5W for Wpeak. Modest improvements were obtained by adding body weight and sex to the regression equation for the prediction of Vo2peak (ICC, .73; 95% LOA, ±608mL/min) and by adding age, height, and sex for the prediction of Wpeak (ICC, .81; 95% LOA, ±48W). Accuracy of endurance exercise prescription improved from 57% accurate prescriptions to 68% accurate prescriptions with the new prediction model for Wpeak.CONCLUSIONS: Predictions of Vo2peak and Wpeak based on the SRT are adequate at the group level, but insufficiently accurate in individual patients. The multivariable prediction model for Wpeak can be used cautiously (eg, supplemented with a Borg score) to aid endurance exercise prescription.
Purpose: To study the association between fatigue and participation and QoL after acquired brain injury (ABI) in adolescents and young adults (AYAs). Materials & Methods: Cross-sectional study with AYAs aged 14–25 years, diagnosed with ABI. The PedsQL™ Multidimensional Fatigue Scale, Child & Adolescent Scale of Participation, and PedsQL™4.0 Generic Core Scales were administered. Results: Sixty-four AYAs participated in the study, 47 with traumatic brain injury (TBI). Median age at admission was 17.6 yrs, 0.8 yrs since injury. High levels of fatigue (median 44.4 (IQR 34.7, 59.7)), limited participation (median 82.5 (IQR 68.8, 92.3)), and diminished QoL (median 63.0 (IQR 47.8, 78.3)) were reported. More fatigue was significantly associated with more participation restrictions (β 0.64, 95%CI 0.44, 0.85) and diminished QoL (β 0.87, 95%CI 0.72, 1.02). Conclusions: AYAs with ABI reported high levels of fatigue, limited participation and diminished quality of life with a significant association between fatigue and both participation and QoL. Targeting fatigue in rehabilitation treatment could potentially improve participation and QoL.
MULTIFILE