Binnen het beroepsonderwijs is steeds meer belangstelling voor programmatisch toetsen. Dat is een toetsconcept waarin toetsen en leren geïntegreerd zijn en de competentieontwikkeling van de student centraal staat. Gedurende de opleiding wordt continu informatie over het leerproces van de student verzameld, de zogeheten datapunten. Hiermee kunnen opleiders het leerproces monitoren en bijsturen. Feedback en de ontwikkeling van zelfregulatie staan centraal. Zo krijgen studenten de benodigde tijd en ruimte om zich te ontwikkelen en écht te leren van toetsen. In dit boek komen opleiders aan het woord, die hun onderwijs- en toetsprogramma hebben ingericht volgens de uitgangspunten van programmatisch toetsen. Zij vertellen hun eigen verhaal: Waarom hebben zij gekozen voor programmatisch toetsen? Hoe is het toetsprogramma ingericht? Wat zijn ervaringen van studenten en docenten? En hoe is het implementatieproces verlopen? De voorbeelden laten zien dat programmatisch toetsen geen recept is. Het moet aansluiten bij de onderwijsvisie van een opleiding, bij het beroep waartoe je opleidt en bij het type studenten. Elke opleiding maakt daarom eigen keuzes bij de uitwerking van programmatisch toetsen. Dit boek is bedoeld voor onderwijsprofessionals in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs die overwegen om de uitgangspunten van programmatisch toetsen toe te passen binnen het onderwijs en op zoek zijn naar theorie, voorbeelden en inspiratie.
Programmatisch toetsen is een holistische benadering waarbij wordt gekeken naar de gehele ontwikkeling van de student en toetsing het leerproces stimuleert (Baartman, Van Schilt-Mol en Van der Vleuten, 2020). Studenten verzamelen hierbij bewijsmaterialen, feedback en reflecties in bijvoorbeeld een digitaal portfolio. Verschillende opleidingen binnen Inholland oriënteren zich, net als in de rest van het hoger onderwijs, op het concept programmatisch toetsen. Genoeg reden voor het lectoraat Teaching Learning & Technology (TLT) om een nulmeting te doen en te inventariseren wat de huidige ervaringen zijn.
Al jaren zijn er in het hoger onderwijs kritische geluiden hoorbaar over ‘traditionele vormen van toetsing.’ Zeggen de toetsen echt iets over de beroepsgeschiktheid van de student als er steeds losse fragmenten getoetst worden? Draagt het toetsen bij aan het leren of wordt de toetsing ervaren als het springen door hoepels? Lokken traditionele toetsen niet ‘learning and teaching to the test’ uit? Programmatisch toetsen is als alternatieve vorm van toetsing in opkomst in het hoger onderwijs. In reactie op het ongenoegen rondom toetsing ontstaat de wens om programmatisch toetsen in te voeren om het leerproces van de student te stimuleren en de betrouwbaarheid van beslissingen te optimaliseren.