Onder crossmedia wordt hier verstaan het gebruik van meerdere media (TV, Internet, mobiel, evenementen, print, radio et cetera) in de communicatie. Zodra meerdere media worden ingezet in het overbrengen van een boodschap of verhaal dringt de vraag zich op naar de ‘orkestratie’ van de verschillende media: Welke content op welk medium? Hoe verhouden de verschillende media zich tot elkaar? Waar is onderlinge versterking mogelijk? Welke eigenschappen van de verschillende media worden gebruikt in relatie tot de doelgroep? Et cetera. Deze vragen hebben de laatste jaren aan urgentie gewonnen door de opkomst en toenemende dominantie van internet en mobiele toepassingen. Dit heeft ingrijpende consequenties voor de productie, aggregatie, distributie en consumptie van content, waardoor het bijvoorbeeld veel makkelijker is geworden content over verschillende media te verspreiden en te consumeren (Van Vliet, 2008; Brussee & Hekman, 2009). In deze publicatie staan vijf afstudeeronderzoeken centraal die door studenten van de Hogeschool Utrecht zijn uitgevoerd, onder begeleiding van het lectoraat. In de vorige editie betrof dit in alle gevallen nog studenten van de opleiding Digitale Communicatie van de Faculteit Communicatie en Journalistiek, nu zijn er ook studenten betrokken van andere opleidingen van de faculteit en ook studenten van een andere faculteit (Natuur en Techniek). Het onderzoek van Lisanne Groenendaal naar kunstbeleving is gerelateerd aan een grotere onderzoekslijn naar de relatie tussen crossmedia en cultureel erfgoed (Van Vliet, 2009). Het onderzoek van Thomas Tijdink sluit aan bij het project History of the Future, naar de rol van toekomstverwachtingen uit het verleden voor onze huidige verwachtingen over nieuwe media. Het doorlopende onderzoek naar business modellen is de context geweest voor het onderzoek van Masoud Banbersta naar het succes van Twitter. En de vraag naar de rol van crossmedia in het onderwijs is door de afstudeerders Richard Deuzeman, Jeroen van Leeuwen en Yun Chen concreet gemaakt door te kijken naar de introductie van weblectures. Het spreekt dan ook voor zich dat de hier gepresenteerde onderzoeksresultaten slechts een tussenopname zijn die ingeweven zullen worden in andere publicaties en onderzoeksprojecten.
DOCUMENT
This publication gives an account of the Public Annotation of Cultural Heritage research project (PACE) conducted at the Crossmedialab. The project was carried out between 1 January 2008 and 31 December 2009, and was funded by the Ministry of Education, Culture, and Science. Three members of the Dutch Association of Science Centres (Vereniging Science Centra) actively participated in the execution of the project: the Utrecht University Museum, the National Museum of Natural History (Naturalis), and Museon. In addition, two more knowledge institutes participated: Novay and the Utrecht University of Applied Sciences. BMC Consultancy and Manage¬ment also took part in the project. This broad consortium has enabled us to base the project on both knowledge and experience from a practical and scientific perspective. The purpose of the PACE project was to examine the ways in which social tagging could be deployed as a tool to enrich collections, improve their acces¬sibility and to increase visitor group involvement. The museums’ guiding question for the project was: ‘When is it useful to deploy social tagging as a tool for the benefit of museums and what kind of effect can be expected from such deployment?’ For the Crossmedialab the PACE project presented a unique opportunity to conduct concrete research into the highly interesting phenomenon of social tagging with parties and experts in the field.
DOCUMENT
Met bijdragen van Matthijs Rotte, Niniane Veldhoen, Kevin Oudshoorn, Tom Jansen, Wiel van Horck, Bram Koopman, Joshua Hazelaar. Bevat samenvattingen van de eerste afstudeeropdrachten (2009) van het lectoraat Crossmedia.
DOCUMENT
Niet alle kinderen vinden zwemmen leuk. Nijlpaard Jip werd gemaakt door Sportfondsen Groep als mascotte in zwembaden, om kinderen te helpen bij hun zwemles. Wij keken hoe we Jip met charactermarketing nog interessanter konden maken voor kinderen.Doel Leren zwemmen is voor kinderen heel belangrijk. De Sportfondsen Groep wilde met het personage Jip (een nijlpaard dat leert zwemmen) zwemlessen leuker maken, maar wist niet hoe. “Jip leefde helemaal niet”, constateerde Simone de Droog, onderzoeker bij het lectoraat Human Experience & Media Design en expert in charactermarketing. “Hij was te groot en te oud, bijna een soort docent. Daardoor konden jonge kinderen niet aan hem relateren. Met dit onderzoek kijken we hoe we Jip kunnen verbeteren. De bedoeling is dat de mascotte kinderen nog meer stimuleert om het water in te duiken. Resultaten Samen met een aantal teams van circa twintig studenten Digitale Media en Communicatie bedacht Simone de Droog een nieuwe Jip: kleiner, slanker, jonger en zachter. Zwembaden betrekken hun leerlingen met multimediale storytelling nu effectiever bij Jip, wie zijn vriendjes zijn, wat hij graag doet én wat hij durft. De Droog: “Er kwam een prentenboek, een Jip-knuffel, een Jip-tas en een Jip-handdoek." De Sportfondsen Groep heeft de contractopdracht voor 2018 verlengd: studenten werken aan zwembandjes met een NFC-chip. Aan het eind van de zwemles mogen de zwemmers aan een levensgrote Jip een high-five geven; het bandje maakt contact met de sensor in Jips hand en dat levert punten op. Met deze punten kunnen kinderen vervolgens filmpjes, spelletjes en meer in de Jip-app openen. Met de aangepaste Jip blijft zwemmen leuk, en kan de zwemvoortgang digitaal gevolgd en gestimuleerd worden. Sportfondsen Groep wil deze app en de zwembandjes met chip graag gaan ontwikkelen. Looptijd 01 januari 2016 - 31 december 2021 Aanpak Studenten Digitale Media en Communicatie volgden colleges over charactermarketing. Ook leerden ze hoe je onderzoek doet bij (zeer) jonge doelgroepen. MKB Game Changers De oplossingen die we bedachten, waarin we data verzamelen over de zwemvoortgang, sluit perfect aan bij Crossmedialab’s grote onderzoeksproject 'MKB Game changers'. Daarin gebruiken we data om zorggames te verbeteren, gedrag positief te beïnvloeden en door spelelementen de gebruiker meer te betrekken.