Background: Delirium is a geriatric syndrome that presents in 1 out of 5 hospitalized older patients. It is also common in the community, in hospices, and in nursing homes. Delirium prevalence varies according to clinical setting, with rates of under 5% in minor elective surgery but up to 80% in intensive care unit patients. Delirium has severe adverse consequences, but despite this and its high prevalence, it remains undetected in the majority of cases. Optimal delirium care requires an interdisciplinary, multi-dimensional diagnostic and therapeutic approach involving doctors, nurses, physiotherapists, and occupational therapists. However, there are still important gaps in the knowledge and management of this syndrome. Main body: The objective of this paper is to promote the interdisciplinary approach in the prevention and management of delirium as endorsed by a delirium society (European Delirium Association, EDA), a geriatrics society (European Geriatric Medicine Society, EuGMS), a nursing society (European Academy of Nursing Science, EANS), an occupational therapy society (Council of Occupational Therapists for European Countries, COTEC), and a physiotherapy society (International Association of Physical Therapists working with Older People of the World Confederation for Physical Therapy, IPTOP/WCPT). Short conclusion: In this paper we have strongly promoted and supported interdisciplinary collaboration underlying the necessity of increasing communication among scientific societies. We have also provided suggestions on how to fill the current gaps via improvements in undergraduate and postgraduate delirium education among European Countries.
We leven in een vergrijzende samenleving, waarbij ook een toename in ziekenhuis opnames wordt gezien. Een ziekenhuisopname heeft risico’s voor ouderen: bij 30-60% van hen ontstaat na een ziekenhuisopname blijvend functieverlies dat komt door het ontwikkelen van zorg gerelateerde complicaties die wellicht voorkomen hadden kunnen worden of ten minste vroegtijdig herkend en behandeld. Om veilige zorg voor ouderen te garanderen en het verlies van zelfstandigheid te voorkomen zijn de ziekenhuizen met ingang van januari 2012 in het kader van het veiligheidsmanagementsysteem (VMS) alle patiënten van 70 jaar en ouder bij opname gaan screenen op delirium, valrisico, voeding en mobiliteit. Deze screening zou moeten resulteren in gerichte verpleegkundige interventies waardoor functieverlies zou moeten afnemen. Of dit beleid slaagt, hangt sterk af van de kennis, inzet en houding van verpleegkundigen. Met de KOP-Q, het meetinstrument dat ontwikkeld en gevalideerd is in de Nurses and Older Patients Reducing Stress Study (NO PRESS), meet kennis van studenten en verpleegkundigen in het ziekenhuis over oudere patiënten. Verschillende geriatrische thema’s worden gemeten zoals o.a.: normale veroudering, geriatrische aandoeningen zoals delirium, depressie, dementie, decubitus, voeding, vallen, incontinentie etc, screening, passende interventies en het belang van familiezorg. Naast kennis kan met de gevalideerde Older Patients in Acute Care Survey (OPACS, ook gevalideerd in de NO PRESS) de ervaring en mening over oudere patiënten worden vastgesteld. Tezamen meten de instrumenten kennis, ervaring en mening van verpleegkundigen en studenten over oudere patiënten. Uit metingen die we hebben gedaan in verschillende ziekenhuizen en twee opleidingen blijkt dat kennis onvoldoende aanwezig is. Verpleegkundigen gaven daarbij aan dat zij graag een persoonlijke terugkoppeling zouden willen zien: ‘hoe heb ik de "test" gemaakt?’ Uit vele gesprekken met verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten geriatrie en opleiders blijkt dat veel verpleegkundigen denken dat ze over voldoende kennis over ouderen beschikken, terwijl de KOP-Q een ander beeld laat zien. De terugkoppeling naar het individu is tot op heden niet mogelijk geweest, technisch niet omdat gegevens geaggregeerd worden verwerkt en daarnaast omdat anonimiteit borgt dat verpleegkundigen zo eerlijk mogelijk de vragen invullen. Het zou goed zijn wanneer ook op individueel niveau een terugkoppeling plaatsvindt die inzicht geeft in het kennis niveau (tekorten), de ervaring en de eigen mening over de oudere patiënten. Inzicht in eigen score en vooral in wat men goed weet en wat nog onvoldoende is, is een belangrijke eerste stap om te kunnen leren en de kennis te verbeteren. De individuele score leidt tot een scholingsadvies op maat, bijvoorbeeld door het linken (doorverwijzen) naar schriftelijke informatie, het tonen van beeldmateriaal en een opdracht om binnen de eigen instelling op zoek te gaan naar antwoorden. Om een individuele terugkoppeling te geven die privacy waarborgt en in een vervolg voorziet is een webapplicatie nodig. In deze applicatie kunnen de KOP-Q en OPACS vragen beantwoord worden door de individuele verpleegkundige die op basis van haar uitslag direct op individueel niveau een terugkoppeling met aanwijzingen voor het verbeteren van de zwakke punten ontvangt. Dit zou een aanwinst zijn voor zowel de beroepspraktijk als voor het beroeps onderwijs.