Research and practice show how regenerative business models contribute to restoration of the socio-ecological system, that human and natural aspects are at the core of their values and that co-evolution or co-creation are a key aspect. That being said, the regenerative business model is still a relatively new concept and there is no consensus about it's precise meaning or a framework to understand and support it. To explore this concept, a group of approximately 50 experts in the field of sustainability and/or business was invited to engage in a Delphi panel from November 2022 to January 2023. The objective was to develop a working definition for the concept ‘regenerative business model’ including a set of key aspects that characterize such a business model. This extended abstract shows preliminary findings from this Delphi study.
MULTIFILE
Objectives To determine nurse-sensitive outcomes in district nursing care for community-living older people. Nurse-sensitive outcomes are defined as patient outcomes that are relevant based on nurses’ scope and domain of practice and that are influenced by nursing inputs and interventions. Design A Delphi study following the RAND/UCLA Appropriateness Method with two rounds of data collection. Setting District nursing care in the community care setting in the Netherlands. Participants Experts with current or recent clinical experience as district nurses as well as expertise in research, teaching, practice, or policy in the area of district nursing. Main outcome measures Experts assessed potential nurse-sensitive outcomes for their sensitivity to nursing care by scoring the relevance of each outcome and the ability of the outcome to be influenced by nursing care (influenceability). The relevance and influenceability of each outcome were scored on a nine-point Likert scale. A group median of 7 to 9 indicated that the outcome was assessed as relevant and/or influenceable. To measure agreement among experts, the disagreement index was used, with a score of <1 indicating agreement. Results In Delphi round two, 11 experts assessed 46 outcomes. In total, 26 outcomes (56.5%) were assessed as nurse-sensitive. The nurse-sensitive outcomes with the highest median scores for both relevance and influenceability were the patient’s autonomy, the patient’s ability to make decisions regarding the provision of care, the patient’s satisfaction with delivered district nursing care, the quality of dying and death, and the compliance of the patient with needed care. Conclusions This study determined 26 nurse-sensitive outcomes for district nursing care for community-living older people based on the collective opinion of experts in district nursing care. This insight could guide the development of quality indicators for district nursing care. Further research is needed to operationalise the outcomes and to determine which outcomes are relevant for specific subgroups.
Onderwijsinnovaties leiden vaak niet tot de beoogde resultaten. Stagnatie in onderwijsinnovaties is een belangrijke oorzaak voor het uitblijven van resultaten. De stagnatie is het gevolg van twee kernproblemen in onderwijsinnovatie: (1) een lineaire basisredenering die geen recht doet aan het moeilijk te voorspellen verloop van onderwijsinnovatie en (2) de innovatie gaat voorbij aan het inhoudelijke debat met docenten, waardoor docenten niet geneigd zijn het nieuwe gedrag te implementeren. In het promotie-onderzoek van Remco Coppoolse wordt de lineaire basisredenering ingewisseld voor het dynamisch multi-actor perspectief. Dit nieuwe perspectief vraagt om ander gedrag van de leider van onderwijsinnovatie, de innovatiemanager. Doel van deze studie is om werkregels te ontwerpen die een innovatiemanager kan inzetten om continuïteit in onderwijsinnovatie te realiseren, vanuit het dynamisch multi-actor perspectief. In een ontwerpgericht onderzoek is met drie verschillende onderzoeksmethoden een set van 18 werkregels ontwikkeld voor innovatiemanagers. De werkregels zijn geprojecteerd op een spiraalvormig ordeningskader, waarmee een oriëntatiebasis is ontstaan voor innovatiemanagers, een bron waaruit zij kunnen putten bij het begrijpen en beïnvloeden van onderwijsinnovatie. De oriëntatiebasis omvat vier rondes die de overdracht van ontwikkelenergie tussen actorengroepen representeren in verschillende fases van de onderwijsinnovatie. Vrijkomen van ontwikkelenergie houdt de onderwijsinnovatie gaande, uitblijven leidt tot stagnatie. Eerste proeven in de praktijk laat zien dat inzet van de oriëntatiebasis door innovatiemanagers bijdraagt aan de continuïteit van onderwijsinnovatie.
Het project Early STATUS (Early Strategic Alerts for Turnaround of Small businesses) wil een instrument voor het vroegtijdig signaleren van stagnatie bij MKB bedrijven en een adviesmethode om de koers van deze bedrijven te wijzigen onderzoeken en testen. De vraagarticulatie bestond uit 26 interviews en 8 focusgroepen, in het kader van een KIEM subsidieproject. Uit het vooronderzoek komt naar voren dat het kleinere MKB, bedrijven met 10 tot 50 werknemers, kwetsbaar is voor verval: de waan van de dag regeert en er is weinig capaciteit om de bakens te verzetten. Dit is een structureel probleem en komt door de coronacrisis nijpender naar voren. Opvallend is dat accountants en bedrijfsadviseurs moeite hebben problemen tijdig te signaleren en te adresseren. In de wetenschappelijke literatuur is er weinig aandacht voor dit fenomeen. De vraagarticulatie heeft geleid naar de volgende behoefte: “een praktisch instrumentarium te gebruiken door mkb-ondernemers en hun adviseurs om strategische problemen vroegtijdig te signaleren en alle betrokkenen aan te zetten tot ingrijpen.” Het instrumentarium wordt ontwikkeld door een consortium dat bestaat uit 3 lectoren, 4 onderzoekers en 5 studenten van Hogeschool Rotterdam, aangevuld met een externe onderzoeker. Praktijkpartners zijn 2 accountantskantoren, 6 MKB adviesbureaus en accountancybrancheorganisatie SRA. De Universiteit van Leiden, Erasmus Universiteit Rotterdam en Montpellier Business School leveren academische experts. De hoofdvraag van het onderzoek luidt: “in welke mate draagt een vroegsignaleringsinstrument dat wordt uitgezet via een accountantskantoor bij ondernemers en medewerkers en daaropvolgend een adviesmethode die wordt toegepast door mkb-adviseurs en accountants bij aan het vroeg signaleren en verder voorkomen van verval bij mkb-ondernemingen met 10-50 medewerkers?” Het instrumentarium wordt door het onderzoekconsortium ontwikkeld en vervolgens getest door accountants en mkb-adviseurs bij hun cliënten: maakt het vroegsignaleringsinstrument een eventuele strategische crisis voldoende tijdig duidelijk en stimuleert de adviesmethode de betrokkenen voldoende om daadwerkelijk in te grijpen?
Meestal is er geen specifieke oorzaak te vinden voor nekpijn. Fysiotherapie richt zich daarom op algemene zaken, zoals spierkracht en beweeglijkheid. We onderzoeken of er effectieve behandelingen zijn voor subgroepen met niet-specifieke nekpijn. Met deze inzichten kunnen we fysiotherapie verbeteren.Doel We willen inzicht krijgen in effectieve behandelingen bij subgroepen patiënten met niet-specifieke nekpijn. Dit leidt uiteindelijk tot kostenvermindering voor de maatschappij en een sneller en beter herstel van de patiënten. Resultaten Dit onderzoek loopt nog. Na afronding vind je hier een samenvatting van alle resultaten. Tot nu toe is duidelijk geworden dat de volgende behandelingen effectief kunnen zijn bij patiënten met niet-specifieke nekpijn: Behandelingen gericht op kracht en uithoudingsvermogen. Behandelingen gericht op coördinatie met gebruik van visuele feedback. Een voorbeeld hiervan is patiënten met een laserlamp een parcours laten uitvoeren op een scherm. De resultaten van het onderzoek worden verwerkt in het bachelor- en masteronderwijs en cursussen binnen het werkveld. Looptijd 01 december 2015 - 01 december 2020 Aanpak Dit onderzoek bestaat uit verschillende delen: We onderzoeken wat er vanuit wetenschappelijk onderzoek al bekend is over de relatie tussen beperking in activiteit en een passende behandeling. We voeren een Delphi-studie uit onder deskundigen naar het behandelen van mensen met niet-specifieke nekpijn. We vragen ze naar een overeenstemming over de relatie tussen beperking in activiteit en een algemene behandeling, zoals het trainen van spierkracht. We onderzoeken of beweegoefeningen en/of manipulaties, als meest onderzochte behandelingen bij mensen met nekpijn, zo zijn beschreven dat we het kunnen hergebruiken. In de laatste studie onderzoeken we of beweegoefeningen en/of manipulaties effectief zijn in het herstellen van de beweeglijkheid. Het gaat hierbij om een subgroep van mensen met nekpijn die ook beperkt zijn in hun beweeglijkheid. Rapporten tot nu toe: The clinical reasoning process in randomized clinical trials with patients with non-specific neck pain is incomplete: A systematic review. Maissan F, Pool J, de Raaij E, Mollema J, Ostelo R, Wittink H. Musculoskelet Sci Pract. 2018 Jun;35:8-17 Clinical reasoning in unimodal interventions in patients with non-specific neck pain in daily physiotherapy practice, a Delphi study. Maissan F, Pool J, Stutterheim E, Wittink H, Ostelo R., Musculoskelet Sci Pract. 2018 Oct;37:8-16
De wijkverpleging staat voor grote uitdagingen. Meer ouderen met gezondheidsproblemen wonen tot hoge leeftijd thuis. Toch is er weinig bekend over welke zorg bijdraagt aan betere uitkomsten, zoals zelfredzaamheid en verminderde acute ziekenhuisopname. Doel Wat zijn de resultaten van wijkverpleging? Naar welke uitkomsten moet je naar kijken als je de kwaliteit van wijkverpleging wilt meten? In dit promotieonderzoek gaan we op zoek naar manieren om de invloed van wijkverpleegkundige zorg te meten. We zoeken zowel in de literatuur als de praktijk Resultaten Uit verkennende literatuurstudies blijkt dat we weinig weten over welke resultaten iets zeggen over de kwaliteit van wijkverpleging in de Nederlandse context. Momenteel kunnen nog geen concrete resultaten van de onderzoeken gedeeld worden, zodra deze zijn afgerond worden de resultaten hier gedeeld. Looptijd 01 oktober 2016 - 01 december 2022 Aanpak Momenteel zijn meerdere onderzoeken in uitvoering en/of bijna afgerond: Literatuurstudie (systematic review) naar de uitkomsten om de effecten van wijkverpleegkundige interventies te meten; Groepsinterview met experts (Delphi-studie) over welke uitkomsten van belang zijn in de wijkverpleging; Een vergelijkende studie met declaratie data van verzekeraars over declaraties naar risicofactoren voor het gebruik van wijkverpleging; Vragenlijst onderzoek (survey) naar hoe verpleegkundigen en verzorgenden in de wijkverpleging uitkomsten meten en hoe zij leren van het inzichtelijk maken van uitkomsten. Daarna doen we kwalitatief onderzoek met focusgroepen naar de behoeften van verpleegkundigen en verzorgenden in de wijkverpleging rondom het werken met uitkomsten.