In de aangescherpte wet burgerschapsonderwijs en in de nieuwe kerndoelen voor het burgerschapsonderwijs spelen democratische waarden een centrale rol: leerlingen moeten hier kennis van hebben en scholen hebben een inspanningsverplichting om “basiswaarden van de democratische rechtsstaat te bevorderen”. In deze symposiumbijdrage suggereren we een kansrijke pedagogisch-didactische benadering hiervoor: dialogen voeren over vraagstukken waarin democratische waarden op het spel staan. Vragen die centraal staan zijn, allereerst, wat verstaan we onder dialogen en waarom is dit een kansrijke benadering? Dit beargumenteren we op basis van literatuur over dialogic teaching. Een tweede vraag is wat dit vereist van leraren. Op basis van recent onderzoek vakdidactisch onderzoek in filosofielessen formuleren we een aantal verantwoordelijkheden van leraren (een organisatorische, pedagogische, epistemische en morele verantwoordelijkheid) om zo voorbij te gaan aan veelgebruikte tegenstellingen om docenthoudingen te beschrijven zoals neutraliteit tegenover indoctrinatie en relativisme tegenover dogmatisme. De derde vraag is welke vraagstukken geschikt zijn als onderwerp van dialogen over democratische waarden. Dit hangt nauw samen met de laatste vraag: aan wie komt deze inspanningsverplichting toe? Met deze bijdrage schetsen we een onderzoeks- en ontwikkelagenda voor kritisch dialogisch onderwijs in democratische waarden.
DOCUMENT
Burgerparticipatie speelt in Nederland een steeds belangrijkere rol, zowel lokaal als op nationaal niveau, met het oogmerk dat directe betrokkenheid van burgers bij planvorming en besluitvorming kan bijdragen aan kwaliteit, inclusie en draagvlak. Die directe betrokkenheid kan veel vormen aannemen, bijvoorbeeld in peilingen, enquêtes via burgerpanels en de laatste jaren ook middels platforms waar ideeën en voorstellen worden opgehaald, gepriori-teerd en gekoppeld aan budgetten. Echter, een belangrijk middel is en blijft het met elkaar voeren van een dialoog, een goed gesprek hebben over be-langen, argumenten en meningen – gedeeld of tegengesteld. Het voeren en leiden van een dialoog is echter niet eenvoudig, wanneer persoonlijke en publieke belangen op het spel staan. Dit rapport gaat over een gedeelte van een tweejarig onderzoek met het doel om dialogen in wijken op zowel fysieke locaties als online te verbeteren. Wijkprofessionals, de mensen wiens werk het is om het samenleven in de wijk te bevorderen, hebben in hun praktijk te maken met de uitdaging om met bewoners een constructieve publieke dialoog te voeren over hun wijk. Controverses over tal van onderwerpen kunnen leiden tot verhitte discus-sies, grote tegenstellingen, wederzijds onbegrip en weinig oor voor elkaars standpunten en argumenten, zowel tussen bewoners en gemeenteambte-naren als tussen bewonersgroepen onderling. Bovendien worden discussies ook via social media gevoerd die daarvoor niet geschikt zijn, met maar al te vaak als gevolg een doelloze of zelfs respectloze uitwisseling die slechts leidt tot polarisatie en conflict.
DOCUMENT
Dit onderdeel van het onderzoeksproject had als doelstelling om nieuwe vor-men van social media te ontwikkelen die tot een meer respectvolle en con-structieve online dialoog zouden leiden in relatie tot de wijk. De aanleiding was dat wijkprofessionals observeerden dat de dialoog niet stopt op de drem-pel van het buurthuis, maar via sociale media verder gevoerd wordt. Uit vooronderzoek is gebleken dat het zinvol is om in dit onderzoek te focus-sen op een specifieke vorm van sociale media, namelijk die vorm die gericht is op deliberatie: een dialoog met een politiek doel. Er is internationaal veel onderzoek gedaan naar de kwaliteit van deliberatie, ook wanneer de delibe-ratie wordt gedaan door niet-politici. Hoewel een deel van dit onderzoek zich richt op online deliberatie, is uit ons literatuuronderzoek gebleken dat er nog niet veel experimenteel onderzoek is gedaan naar hoe het ontwerp van online communicatiemiddelen een deliberatie positief kunnen beïnvloeden. In ons project is de doelstelling daarom aangescherpt naar het ontwerpen en ontwikkelen van een online deliberatieplatform dat aansluit bij de behoeften van de betrokken gemeenten met betrekking tot lokale online dialogen en bij de hiaat in de beschikbare kennis over de vormen die een dergelijk platform kan aannemen en op welke wijze een online deliberatie goed kan worden on-dersteund. In een intensief proces van ontwerpen, ontwikkelen en evalueren, is een deli-beratieplatform gerealiseerd, eerst als prototype en uiteindelijk als een wer-kend product. Het platform is getoetst en geëvalueerd en is klaar om ingezet te worden in reële situaties waarbij burgerparticipatie in stadswijken middels online deliberatie kan worden vormgegeven.
DOCUMENT
Manon Ruijters is hoogleraar Leren, Ontwikkelen en Gedragsverandering aan de VU Amsterdam, lector aan de Aeres Hogeschool Wageningen, en adviseur bij Good Work Company. Haar werk kenmerkt zich door een wisselwerking tussen theorie en praktijk op het gebied van leren en ontwikkelen van individu, teams en organisaties. Aan haar de vraag: (hoe) kun je integriteit leren?
DOCUMENT
Full text via link. De prestatiemaatschappij sluit mensen in kwetsbare posities uit. Docenten, studenten, professionals, ervaringsdeskundigen en andere betrokkenen bespraken op Hogeschool Utrecht in vijf kritische dialogen de mogelijkheden voor een waarlijke participatiesamenleving
LINK
Het onderzoek wijst uit dat er, zonder expliciete keuze voor inbedding van de dialoog in het curriculum en zonder bijbehorend goalcommitment, nauwelijks (tot geen) bijdrage van mogen verwachten als het gaat om de identiteitsontwikkeling van onze studenten. De uitgangspunten van het krachtig leren zijn al zo oud als de weg naar Rome, maar ze worden in geen enkele onderwijsomgeving volledig toegepast zoals ze bedoeld zijn. Met dit praktijkonderzoek naar krachtig leren lijkt het uiteindelijk niet zozeer te gaan om het volgen van een methode, maar meer het omarmen van een proces van het uitwisselen van meningen dat weer een uitvloeisel is van de intentie om met elkaar in verbinding te blijven. De resultaten van dit onderzoek zijn hooguit indicatief geworden voor een richting waarin we met elkaar kunnen bewegen. In de dialoog is immers niemand de baas. De organisatie van de dialoog is geen doel op zich, de uitwisseling van meningen verloopt zelden echt gestructureerd en betekenisgeving is in absolute zin als heterogeen te definiëren In de beschreven pilotcase wordt duidelijk welke complexiteit er achter 'krachtig leren' schuilgaat. In de praktijkstudie naar de Casus Eigen Bedrijf (CEB) kreeg alleen het aspect praktijkgerichtheid een voldoende. De andere elementen die van belang zijn voor het verkrijgen en behouden van zelfsturing, zoals minder uit het hoofd leren en meer (doen) vanuit het hart, bleven ver achter bij de intenties. De uitkomsten van dit onderzoek werpen dan ook vraag op of het huidige onderwijslandschap nog wel zo goed aansluit op de studenten als het gaat om het aanleren van zelfsturing. Juist in deze tijd, waar het belang van zelfsturing steeds belangrijker lijkt te worden voor de identiteitsontwikkeling, is de vaardigheid om in dialoog te kunnen gaan (om met Meijers te spreken ‘samen bruggen te gaan bouwen in betekenisgeving’) belangrijker dan ooit. Dit onderzoek werd onverwacht dan ook een pleidooi om als team, gecommitteerd aan elkaar onderweg te gaan en ook net als studenten leiding te leren nemen over wat je kunt, wie je bent, wat je wilt. Want wat blijkt? Goed voorbeeld doet volgen, maar slecht voorbeeld ook en daarmee reflecteert dit onderzoek dan ook stevig op de rol van de onderwijsprofessional.
DOCUMENT
Verslag van de in de openbare les aangekondigde vijf 'kritische dialogen'. Die dialogen leveren (iets als) een agenda op voor de komende jaren, waarbij het voeren van 'de dialoog' zelf ook als agendapunt genoteerd kan worden! Bij wijze van agenda laat ik zien hoe kunst - voorbij therapie - als breekijzer kan werken in het zichtbaar maken van mensen die te vaak over het hoofd worden gezien. In een tijd dat de overheid tot zorgzaamheid verplicht op straffe van verlies van uitkering, lijkt een pleidooi voor burgervriendschap voor sommigen ongepast. Toch doen we het, als uitnodiging, omdat het kans geeft op vervulling van gewenste, betekenisvolle rollen - aan beide zijden! Bewonersgestuurde initiatieven maken naast sociale ook economische aansluiting mogelijk en daarmee een inclusievere economie. Net als 'de normaalste zaak' en net als bewegingen die de hele economie op een andere leest willen schoeien. Alles om het beste van iemands mogelijkheden waar te laten worden. Er zijn teveel schrijnende voorbeelden van uitsluiting en discriminatie op basis van etniciteit, huidskleur, geloof, aandoening, beperking, armoede, status (het niet hebben van papieren). In alle gevallen is radicale aansluiting (presentie) aan de orde op allerlei niveaus, maar zeker ook op dat van zorg en welzijn. Aansluiting houdt ook in oog hebben voor de maatschappelijke context die uitsluiting bestendigt. Aansluiting betekent ook naast mensen gaan staan, als professional, als burger, als overheid en niet meegaan met de taboeïsering van kwetsbaarheid, omdat dat de kwetsbaarheid van mensen in kwetsbare posities alleen maar verergert. Zonder voorbij te gaan aan de fricties en ongemakkelijkheden vaart Kwartiermaken tussen talent en kwetsbaarheid een eigen koers met een radicale verwelkoming van diversiteit
DOCUMENT
In this chapter we propose that writing dialogues in creative, expressive, and reflective ways can foster more awareness and self-direction among those who aim to start, build, or rescue their careers. In the first section of the chapter we sketch the societal issues for which narrative counselling is a response; we subsequently argue that more independent methods, like career writing (Lengelle, 2014) are needed as they are more time and cost effective as compared with one-on-one narrative counseling approaches. We explain what dialogue writing entails, explain the learning theory that underlies its use in career learning, and provide case studies and personal stories to show its potential. We close with several practical exercises and suggestions for those who would add it to their practice.
DOCUMENT