Dienstverleners die diensten aanbieden op internet kunnen te maken krijgen met het gedrag van hun klanten. Internet is een digitale openbare ruimte, waar mensen met hun uitingen of handelen anderen kunnen beschadigen. We denken dan aan uitingen die door derden als beledigend of als laster worden ervaren, of het aanbieden van inhoud die intellectuele eigendomsrechten schendt. De derde wiens belang wordt geschonden, zal willen weten wie de persoon is die dit heeft gedaan en zal dan een beroep doen op de internetdienstverlener om persoonsgegevens van de anonieme eigenaar van de informatie te achterhalen, de NAW (naam, adres, woonplaats) gegevens. De dienstverlener heeft er een zeker belang bij dat zijn klanten (de inhoudsaanbieders) geen onrechtmatige dingen doen via de diensten die hij aanbiedt, maar is niet zelf direct in zijn belang geschaad. Wat moet die dienstverlener dan met een verzoek om hulp bij de aanpak van de inhoudsaanbieder die de rechten van een derde partij schendt?
DOCUMENT
De digitale transformatie is al een flink aantal jaren aan de gang. Organisaties zien kansen om door digitalisering de dienstverlening efficiënter, goedkoper en voor de klant gemakkelijker te maken. Tot twee jaar geleden leek het tempo waarin deze transformatie plaatsvond, te stagneren, zeker bij publieke dienstverleners. Vervolgens kwam de coronacrisis en belandde de digital transformatie in een sneltreinvaart. Reden voor het lectoraat Marketing & Customer Experience van de Hogeschool Utrecht om te onderzoeken wat de impact is geweest van de coronacrisis op de digitale transformatie van publieke dienstverleners
LINK
In Nederland gevestigde e-commerce bedrijven zijn meer tevreden over hun logistics service provider en affiliatenetwerk, dan over hun payment service provider. Daarnaast zijn ze aanzienlijk meer loyaal aan hun logistics service provider dan aan beide andere e-commerce dienstverleners. Dit blijkt uit onderzoek van de eCommerce Foundation en het Centre for Applied Research on Economics and Management van de Hogeschool van Amsterdam in samenwerking met onder andere Twinkle.
DOCUMENT
Binnen Passend Onderwijs, zoals dat nu vorm begint te krijgen, zijn voor de diensten Ambulante Begeleiding ingrijpende veranderingen te verwachten. De "gedwongen winkelnering" komt te vervallen en het geld gaat rechtsreeks naar de samenwerkingsverbanden, waardoor de regie van de leerlingondersteuning en -begeleiding meer bij de samenwerkingsverbanden PO en VO komt te liggen. Dit vraagt in elk geval van de externe dienstverleners meer vraaggestuurd of dialooggestuurd werken en leidt naar verwachting tot een vraag om een verbreed aanbod: zowel leerling- als systeemgericht, zowel proces- als resultaatgericht. De nadruk binnen dit spectrum zal per onderwijssoort, per samenwerkingsverband en per school kunnen verschillen. De werkwijze van de externe dienstverleners zal moeten aansluiten op de werkwijze van het samenwerkingsverband, waarbij flexibel en clusteroverstijgend werken de nieuwe trend lijkt. Om zo te kunnen werken is het belangrijk dat externe dienstverleners weten wat hun potentiële klanten willen. Zij moeten zich hiertoe dicht op de samenwerkingsverbanden bewegen. Ze dienen de samenwerking met dienstverleners en specialisten uit andere clusters te zoeken en een eigen gespecialiseerd en deskundig netwerk te ontwikkelen en te onderhouden. Daarnaast is het hebben van een duidelijke visie, transparantie in de uitvoering en een gedegen kwaliteitsbeleid (waarin de meerwaarde van de AB voor de opbrengsten van het regulier onderwijs naar voren komt) belangrijk. Wat betreft de professionaliteit van de uitvoerende externe dienstverleners kan gezegd worden dat ingezet moet worden op behoud van de eerste professionaliteit (vakmanschap, kennis en kunde) en ontwikkeling van de tweede professionaliteit (attitude, communicatie en reflectie met het doel adequaat en flexibel in te kunnen spelen op wensen van de klant).
DOCUMENT
Diverse onderzoeken hebben aangetoond dat producenten aanzienlijke kosten- en servicevoordelen kunnen behalen door betere samenwerking met logistieke dienstverleners. Daarnaast geven de huidige ontwikkelingen binnen de chemie voldoende aanleiding om de samenwerking op logistiek gebied te verbeteren. Hoewel dit door de praktijk wordt onderkend, wordt het potentieel van logistieke samenwerking tot op heden echter niet verzilverd.
DOCUMENT
Het rapport ‘SJD in 2020’ biedt zicht op inhoudelijke trends en ontwikkelingen die voor functies in de SJD-beroepspraktijk relevant zijn. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Landelijk opleidingsoverleg Sociaal Juridische Dienstverlening (LOO SJD), door het lectoraat Legal management van de Hogeschool van Amsterdam en docent-onderzoekers van alle aan het LOO verbonden SJD-opleidingen. Het LOO volgt ontwikkelingen in de SJD-beroepspraktijk op de voet, om te borgen dat de opleiding blijft voldoen aan de eisen van het werkveld. In 2014 was het LOO daarom al eerder opdrachtgever voor het voorafgaande onderzoek SJD in beweging. In dit voorafgaande onderzoek stond het in kaart brengen van de omvang van de SJD-beroepspraktijk en de verschillende functies hierbinnen centraal. In dit vervolgonderzoek ligt de nadruk op inhoudelijke ontwikkelingen. Speciale aandacht bestond in het onderzoek voor een drietal thema’s: certificering en (kwaliteits- en beroeps)registers, de impact van digitalisering en het belang dat organisaties hechten aan het onderzoekend vermogen van SJD-professionals.
MULTIFILE
Dit rapport doet verslag van het onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van SJD’ers. Anno 2014 staat het werkveld van de SJD’er voor enkele grote wijzigingen. De belangrijkste daarvan zijn de decentralisaties in het sociaal domein, waarbij verschillende taken op landelijk niveau worden overgeheveld naar de gemeenten. Het onderzoek biedt een basis om de ontwikkelingen in het werkveld van de SJD’er te volgen.
DOCUMENT
Uit diverse onderzoeken (Serail, 2004; EIM, 2007; Serail en von Bergh, 2007; Ommeren van, e.a. 2009; Westhof e.a., 2011; Kerkhaerts en De Ruig, 2013) blijkt dat steeds meer Nederlandse huishoudens kampen met problematische schulden en dat deze het leven van deze huishoudens ernstig kunnen ontwrichten. Een beperkt deel van deze huishoudens komt terecht bij een door de overheid erkende professionele organisatie (Van Ommeren e.a. 2009) die het zogenaamde minnelijke traject aanbiedt. Het gaat hier om een traject waarin getracht wordt de schulden op vrijwillige basis en in samenspraak met schuldeisers te regelen. De resultaten van deze dienstverlening zijn echter beperkt. Dit komt door onder meer door het ontstaan van knelpunten met name in de eerste fases van het dienstverleningstraject, waardoor deze voortijdig beëindigd wordt (Jungmann, 2002; Bronsveld 2005; Oosten en Van Putten, 2007; Jungmann e.a., 2008 en Van Ommeren 2009). Dit onderzoek richt zich op deze eerste fases van het minnelijke traject, zoals dat wordt aangeboden door de kredietbank van de gemeente Rotterdam. Bij deze organisatie melden zich mensen die geen uitweg meer zien voor hun schulden. Zij hopen op een oplossing voor hun vaak problematische situatie. Voor de daar werkende dienstverlener is dit werk een alledaagse routine, een van de vele processen die de dienstverlener vanuit zijn specifieke functie uitvoert. De dienstverlener heeft veel meer zicht dan de klant op de complexe processen die zich binnen de organisatie, vaak achter de schermen, afspelen en bepaalt aan de hand van allerlei regels en voorschriften welke mogelijkheden er zijn voor de individuele klant. Het gaat er in deze studie met name om zicht te krijgen op de wereld van de klant en de wereld van de dienstverlener en op de aansluiting van deze twee werelden die allebei vorm geven aan de schuldhulpverlening bij de kredietbank in Rotterdam.
DOCUMENT
‘Efficiënter en groener’, dat vat samen wat moderne stadslogistiek kan brengen. De realisatie van deze voordelen is niet altijd eenvoudig gebleken. Stadslogistiek wordt een succes als verzenders, ontvangers, consultants en stadslogistieke dienstverleners elk vanuit hun eigen rol, stappen gaan zetten. Deze stappen moeten niet vrijblijvend zijn en bij voorkeur ook nog eens onomkeerbaar. In deze bluepaper presenteert de expertgroep Next-level City Logistics oplossingsrichtingen voor de belangrijkste showstoppers op het gebied van stadslogistiek. Geschreven door expertgroep Shopping Tomorrow (Walther Ploos van Amstel is lid)
DOCUMENT