In dit rapport worden de resultaten van de Sociale Innovatie Monitor Limburg 2019 (SIML) gepresenteerd. Dit onderzoek naar sociale innovatie in Limburgse organisaties werd van januari 2019 tot mei 2019 uitgevoerd door het Lectoraat Employability van Zuyd Hogeschool en het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) Universiteit Maastricht, in samenwerking met Neimed, Sociaal-Economisch Kenniscentrum en de Limburgse Werkgevers Vereniging (LWV). Sociale innovatie wordt door het Network Social Innovation (NSI) van de Universiteit Maastricht gedefinieerd als: vernieuwingen in organisaties en nieuwe manieren van werken, die leiden tot het beter ontwikkelen en benutten van de vaardigheden van medewerkers, om daarmee de prestaties van de organisatie te verhogen of andere organisatie-, maatschappelijke-, of medewerkersdoelen te verwezenlijken. Door de monitor jaarlijks uit te zetten en in kaart te brengen hoe het sociale innovatievermogen zich ontwikkelt binnen organisaties in Limburg, hopen het Zuyd Lectoraat Employability, ROA, Neimed en de LWV een impuls te geven aan de optimalisering van diverse bedrijfsinterne en –externe sociale innovaties. In deze editie van de monitor staat het thema ‘Economie 4.0: werken aan digitale vaardigheden’ centraal.
In het Utrechts Archief is er een zaal waarin een film wordt vertoond van het straatleven aan het begin van de vorige eeuw. Als bezoeker word je bij binnenkomst gescand en vervolgens geprojecteerd in de filmbeelden. In het fotomuseum kunnen bezoekers middels fysieke hendels de selectie manipuleren van de 80.000 digitale fotos uit de collectie. Het Rijksmuseum biedt via een zogenaamde widget de mogelijkheid iedere dag een ander kunstwerk op je desktop te hebben. In TwentseWelle is een digitaal panorama gebouwd waar je als bezoeker middenin staat, kijkend naar een landschap vanuit het perspectief van opgejaagd wild. Stuk voor stuk zijn dit voorbeelden waarin nieuwe technologie en nieuwe media worden ingezet om het publiek te bedienen in hun interesse voor cultuur en kennis. In die zin zijn ze exemplarisch voor de ontwikkeling waarin technologie en nieuwe media door cultureel erfgoed instellingen worden ingezet om een belangrijke taakstelling in te vullen, namelijk die van cultuur- en kennisoverdracht naar het publiek.
De digitale transformatie is al een flink aantal jaren aan de gang. Organisaties zien kansen om door digitalisering de dienstverlening efficiënter, goedkoper en voor de klant gemakkelijker te maken. Tot twee jaar geleden leek het tempo waarin deze transformatie plaatsvond, te stagneren, zeker bij publieke dienstverleners. Vervolgens kwam de coronacrisis en belandde de digital transformatie in een sneltreinvaart. Reden voor het lectoraat Marketing & Customer Experience van de Hogeschool Utrecht om te onderzoeken wat de impact is geweest van de coronacrisis op de digitale transformatie van publieke dienstverleners
LINK
Dit project heeft tot doel in kaart te brengen hoe virtuele en fysieke sociale interacties in de vrije tijd zich tot elkaar verhouden. Wat is de impact van virtualisering van de vrijetijd op lokale praktijken? Vrijetijdspraktijken worden traditioneel gezien als gelegenheden bij uitstek om op een laagdrempelige manier in contact te komen met anderen en worden aangewend om sociale cohesie te bewerkstelligen (bijvoorbeeld via urban gardens). Het internet heeft echter voor nieuwe vormen van vrijetijdsbesteding en daarmee gepaard gaande sociale interactie gezorgd. Het is mogelijk om -bijvoorbeeld in het kader van een hobby zoals gamen- contact te leggen met gelijkgestemden aan de andere kant van de wereld. Dit roept de vraag op naar de invloed van digitale media en individualisering van de vrije tijd op de omvang en aard van sociale netwerken die aan de basis staan van sociale cohesie en sociaal kapitaal. Mogelijk versterken virtuele praktijken lokale sociale netwerken. Aan de andere kant kunnen mensen met een beperkte toegang tot de virtuele wereld buitengesloten raken. Onderzoek is nodig om te begrijpen hoe virtuele en fysieke sociale contacten op elkaar inwerken. In afstemming met bewoners en lokale organisaties beoogt dit project vervolgens een antwoord te geven op de vraag hoe de interactie tussen virtuele en fysieke praktijken succesvol kan bijdragen aan de kwaliteit van de sociale leefomgeving. Het onderzoek zal een mixed methods benadering toepassen om inzicht te verkrijgen in de (micro)dynamiek van de interactie tussen virtuele en fysieke vrijetijdspraktijken Vervolgens zullen de resultaten van het onderzoek benut worden om met bewoners en lokale organisaties een instrument te ontwikkelen om zowel fysieke als virtuele sociale verbindingen in de buurt in kaart te brengen en te versterken. Het project maakt deel uit van het onderzoeksprogramma Placemaking and Events van Breda University of Applied Sciences.
Dit project richt zich op het in kaart brengen van de rol van servicedesignbureaus in het versnellen van de transformaties die nodig zijn om de problemen in Nederlandse stedelijke kernen aan te pakken. De creatieve industrie is bij uitstek in staat oplossingen voor stedelijke kernen te ontwikkelen en in dit project onderzoeken hoe zij met Key Enabling Methodologies bezoekersbelevingen in steden kunnen orkestreren en ontwerpen. Zij ondersteunen hierbij niet alleen individuele retail- en cultuurorganisaties in hun functie, maar dragen daarbij ook bij aan het oplossen van meer algemene problematiek van stedelijke kernen, zoals leegstand en verminderde leefbaarheid. We richten ons in het bijzonder op: 1) De rol van servicedesign in de orkestratie en vormgeven van een gezamenlijke bezoekersbeleving van cultuur- en retailorganisaties om de kwaliteit en leefbaarheid van stedelijke gebieden en de noodzakelijke innovatie te realiseren. 2) Verkennen en uitwerken van passende sleutelmethodologieën (KEM’s) om deze orkestratie en vormgeving en samen met stakeholders (in het bijzonder retail en cultuur) uit te voeren. 3) Opbouwen van het consortium voor een SIA-RAAK-aanvraag. Dit project levert een set van ontwerpeisen om servicedesignbureaus optimaal in staat te stellen de gezamenlijke orkestratie van de bezoekersbeleving van cultuur- en retailinstellingen vorm te geven. Tegelijkertijd brengt het project in kaart hoe een innovatie-ecosysteem waarin cultuur en retail samenwerken met servicedesignbureaus gestructureerd kan zijn. Dit project vormt de opmaat naar een SIA-RAAK-aanvraag met dezelfde of vergelijkbare stakeholders. De deliverables van het project zijn: 1. Visualisatie en rapport met overzicht van KEM’s en de toegevoegde waarde. 2. Visueel overzicht verschillende soorten stakeholders, belangen en posities in het winkelgebied voor een drietal binnenstedelijke gebieden. 3. Visualisatie van het orkestratie proces en de benodigde KEM’S 4. Toolkit cultuur/retail: methodieken en tools voor samenwerking cultuur en retail in winkelgebied 5. Verslag van kick-off en vraagarticulatieproces 6. Concept RAAK-aanvraag 7. Blog op platformdenieuwewinkelstraat.nl
De Nederlandse dienstenexport neemt al jaren toe en is daarmee een belangrijke pijler voor de Nederlandse economie. De productiviteit van de Nederlandse dienstenexport zou toe kunnen nemen als deze structureler van aard zou zijn. Helaas is maar 29% van de dienstenexporteurs in staat structureel op een internationale markt stand te houden (Internationaliseringsmonitor CBS, 2019). Het ontbreken van een fysiek product maakt het lastig vertrouwen en daarmee een duurzame relatie te creëren. De COVID19-pandemie heeft ervoor gezorgd dat het zo belangrijke fysieke contact vrijwel niet meer mogelijk is met als gevolg een sterke toename van digitalisering van deze processen. Dit heeft grote impact gehad op het internationaal opererende mkb in de dienstensector. Uit zowel (diepte)interviews als een survey is gebleken dat deze digitalisering de grootste impact heeft op het creëren van vertrouwen en daarmee het op kunnen bouwen van een structurele relatie. Zeker gezien het feit dat men in een internationale setting te maken heeft met verschillende culturen. Zowel de geïnterviewden als 91% van de respondenten van onze survey geven aan dat deze digitalisering van blijvende aard is. De bedrijven zullen hierop moeten acteren. Generieke modellen ten aanzien van het internationaliseren van diensten en relatiemanagement zijn vanuit de wetenschap gegeven maar in het bijzonder is er voor mkb-ondernemingen geen model en/of KSF/KPI-tool beschikbaar die praktische hulp kan bieden bij het, vanuit een digitale setting, toetreden tot een internationale markt en structureel op deze markt te blijven opereren. Dit project moet leiden tot kennis en inzicht rondom de toegenomen digitalisering van het dienstverlenend mkb en de wijze waarop relatiemanagement hierin vorm krijgt in een internationale setting. Het eindproduct van het onderzoek is een toolbox die het mkb met internationale aspiraties inzicht en handvatten geeft in het proces en de samenstelling van een samenhangende strategie bij de internationalisering van diensten.