Wilde de Tweede Kamer vorige maand nog een onderzoek naar de Ladder voor duurzame verstedelijking, inmiddels pleit een meerderheid voor het opschorten van deze regeling voor de duur van vijf jaar. Minister Mona Keijzer van VRO zag de motie van VVD en BBB met open armen tegemoet. Maar, is het verstandig om per motie zaken af te schaffen die integraal onderdeel zijn van de Ruimtelijke Ordening?
LINK
Overzicht van lopend onderzoek naar innovatieve manieren van renoveren in Amersfoort
DOCUMENT
Uit de management summary: "Selficient is een start-up organisatie dat ondersteund wordt door de Hogeschool Utrecht en externe partners. Het concept van Selficient is het bouwen van een zelfvoorzienende, modulaire en circulaire woning. Selficient heeft als doel een zelfvoorzienende woning als nieuw bouwstandaard te introduceren. Op dit moment beschikt de organisatie van Selficient niet over de vaardigheden om de juiste doelgroep te selecteren en het concept onder de aandacht te brengen bij de consument en/of potentiële doelgroep. Om tot een oplossing te komen voor het probleem is er een micro-, meso- en macroanalyse uitgevoerd. Vanuit het intern onderzoek werd duidelijk dat Selficient zich voornamelijk richt op het technische aspect en zich nog niet verdiept heeft in de consument. Selficient moet meer naar de wensen en behoefte van de doelgroep kijken. Als Selficient dit niet verandert, zal het blijven hangen in haar grootste probleem. Het huis kan helemaal perfect gemaakt worden, maar als het de wensen en behoefte van de consument niet invult zal het geen succes zijn. Uit het marktonderzoek werd duidelijk dat de doelgroep duurzame aanjagers een lastig te bereiken doelgroep is. Omdat er een duidelijk verschil is tussen duurzame groene personen zijn er verschillende groepen gemaakt. De nieuwe potentiële doelgroep voor Selficient zijn de duurzame sympathisanten, die het huis als een pronk juweel zien. De doelgroep wil bij aankoop van een Selficient huis een return on investment. De doelgroep heeft meer geld over voor een duurzaam huis, maar dan moet er laten wel iets terug worden verdient. De doelgroep wil graag eigen inbreng hebben in het ontwerpen van zijn of haar eigen duurzame huis, maar wat ook erg opvalt, is dat heel weinig mensen weten wat circulair en modulair wonen is. De markt voor duurzame woningbouw is geen blue ocean. Er zitten al concurrenten op de markt die duurzame huizen bouwen. De duurzame mens zit niet veel op internet en sociale media en is vooral veel in de natuur te vinden. Er zijn dus erg weinig Touch points met de doelgroep, de Touch points die er met de doelgroep is zijn erg kostbaar en moeten dus goed ingezet worden. Het heeft niet veel zin om groot te adverteren op billboards en in tv-programma’s. De doelgroep moet bereikt worden in zijn of haar vertrouwde omgeving, zonder dat hij of zij gehinderd wordt in zijn doen of laten.. Vanuit een macro oogpunt is het voor Selficient van belang om de vergrijzing binnen de bevolking in de gaten te houden. De Europese Unie vindt duurzaamheid en minder vervuiling een belangrijk item, maar Amerika gaat niet akkoord met het Parijs akkoord. De technologische ontwikkelingen binnen de duurzame branche neemt enorm toe. Selficient zal zichzelf snel moeten doorontwikkelen en meegaan in de ontwikkeling. Door communicatie middelen in te zetten langs wandel en fietsroutes weten we de doelgroep te bereiken. Er zullen Ipad standaards geplaatst worden langs deze route met daarop een informatievideo over het huis en de toepassingen. Daarnaast moet het huis ook meer tot leven gaan komen, het moet tastbaar gemaakt worden. Dit kan gedaan worden door Virtual Reality, maar een pop-up store behoort ook tot de mogelijkheden. Verder deelt de doelgroep graag ervaringen en is het bijhouden van een bewonersblog ook een handige tool om de doelgroep te overtuigen. Ook speelt return on investment een belangrijke rol, met een simpele berekeningstool kan de doelgroep sneller overtuigd worden. Met de implementatie van deze communicatie-tools zal de naamsbekendheid vergroot worden. Wanneer het product tastbaar gemaakt wordt zal de doelgroep meer interesse tonen waardoor er uiteindelijk een verlangen ontstaat. Dit verlangen kan met de juiste marketingmix uitmonden in een aankoop. Het is voor Selficient met name belangrijk een keuze te maken voor een doelgroep en de focus leggen op customer intimacy."
DOCUMENT
INLEIDING: De Hogeschool Utrecht heeft op basis van praktijkgericht onderzoek een innovatief modulair bouwconcept (#SELFIECIENT) ontwikkeld. Met diverse gestandaardiseerde modulaire bouwdelen van #SELFIECIENT kan eenvoudig een bouwgevel worden samengesteld, en daarmee een gehele woning. Met behulp van deze SIA RAAK TAKE OFF subsidie wordt dit concept nu door enkele ondernemende studenten omgezet naar een marktwaardig product. HET PROBLEEM: #SELFIECIENT tackelt drie belangrijke uitdagingen in de huidige bouwsector / gebouwde omgeving op een nieuwe en innovatieve wijze, te weten 1) de ontwikkeling van circulaire en klimaat neutrale woningen, 2) de ontwikkeling van betaalbare woningen en 3) de ontwikkeling van flexibele / adaptieve woningen. DE OPLOSSING: De oplossing voor bovengenoemde uitdagingen ligt in het industrieel vervaardigen van modulaire bouwdelen op basis van circulaire materialen, die de realisatie van een comfortabele, betaalbare, klimaat neutrale en adaptieve woning garanderen = #SELFIECIENT. DE INNOVATIE: De modulaire bouwdelen van #SELFIECIENT hebben de volgende innovatieve eigenschappen. 1) Revolutionair is het ontwikkelen van geïntegreerde multifunctionele bouwdelen die in diverse marktsegmenten toegepast kunnen worden; 2) Schaalbaarheid door middel van (open source) standaardisatie en de mogelijkheid van hergebruik. 3) Industrialisatie van het productieproces van de modulaire bouwgevels waardoor goedkoop en milieuvriendelijke kan worden geproduceerd; 4) Vanuit externe industrieën zoals o.a. de ICT en duurzame energie sector ontstaan nieuwe producten die kunnen worden geïntegreerd in woning en die leiden tot nieuwe businesscases en exploitatie modellen. Voorbeelden zijn gedistribueerde IT-servers en lokale accu opslag systemen. MARKTANALYSE / VERDIENMODEL: De modulaire bouw elementen kennen een brede toepasbaarheid, waardoor er een groot marktpotentieel is. Voorbeelden zijn woningrenovatie, nieuwbouw, de toenemende vraag naar levensloopbestendige woningen, woningen voor vluchtelingen, en renovatie van kantoorpanden. Slechts een miniem marktaandeel in de renovatie of nieuwbouw betekent al een omzet van meer dan miljoenen euro’s. Er zijn zover bekend geen andere aanbieders van gelijksoortige producten op de markt. Het te verwachten verdienmodel is gebaseerd op de verkoop van de modulaire bouwdelen of een leen/lease exploitatie van de modulaire bouwdelen. DOEL VAN HET PROJECT / BUDGET (39900€): Het doel van het project is drieledig: 1) het uitwerken van het ontwerp van de modulaire bouwdelen op basis van eerdere ontwerpen en ideeën uit praktijkgericht onderzoek (14960€); 2) het maken van een proof-of-principle van het modulaire bouwdeel (13320€); 3) het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie (8560€); en 4) het versterken van de entrepreneurial skills (3060€.). PROJECT TEAM: Een sterk team is gevormd om dit modulaire bouwconcept door te zetten naar een bijzonder bedrijf. Het team bestaat uit 3 ondernemende studenten, onderzoekers en lectoren verbonden aan het lectoraat Nieuwe Energie in de Stad, docenten van de opleiding werktuigbouwkunde en bouwkunde, en een ervaren entrepreneur. De studenten zijn al vroeg tijden hun opleiding gespot als bijzonder initiatiefrijk, gedreven en ondernemende studenten. Het studententeam bestaat uit een goede mix van werktuigbouwkunde, bouwkunde en technische bedrijfskunde.
De bouwsector staat voor de uitdaging grote hoeveelheden woningen te bouwen en bestaande voorraad te verduurzamen. Tegelijkertijd hebben we de opgave om CO2 uitstoot omlaag te brengen, heeft Nederland een stikstof probleem, is er of dreigt er een grondstoffentekort en willen we de afhankelijkheid van het buitenland verkleinen. Werken met lokale biobased bouwmaterialen kan hiervoor, naast andere voordelen, oplossingen bieden. Ondanks de voordelen van biobased bouwmaterialen, blijft acceptatie achter door onbekendheid en onjuiste en of incomplete beeldvorming bij bedrijven in de bouwketen, opdrachtgevers, gemeenten en eindgebruikers. Dit project onderzoekt hoe met creatieve ontwerpstrategieën, zoals storytelling, visualisatie en participatief ontwerp, een toolbox kan worden ontwikkeld die architecten kunnen inzetten voor een reële beeldvorming rondom en bredere acceptatie van gezonde en duurzame biobased bouwmaterialen door verschillende stakeholders. Onderzoekers van twee lectoraten van hogeschool Windesheim, lectoraat Netwerken in een Circulaire Economie (NiCE) en lectoraat Energietransitie, werken hierin samen met architecten, studenten en docent-onderzoekers. Door middel van praktijkgerichte workshops en co-creatiesessies wordt een toolkit ontwikkeld voor architecten om gezonde en duurzame biobased bouwmaterialen effectiever te positioneren en te communiceren. Dit project draagt bij aan de versterking van ontwerpkracht en versnelt de transitie naar een duurzamere bouwsector.
Klimaatverandering en het opraken van eindige voorraden materialen worden gezien als de grote maatschappelijke uitdagingen van onze tijd. Eén van de manieren om deze uitdagingen het hoofd te bieden is het gebruiken van biobased materialen - materialen die door de natuur worden voortgebracht, en die na gebruik weer terug kunnen worden gebracht in de natuur. Zo worden er ook in de bouw steeds vaker biobased materialen toegepast. Producenten van biobased isolatiematerialen zoeken kwantitatieve kennis over de waarde van hun materialen in termen van energieverbruik, duurzaamheid en comfort. Kunnen hun materialen bijdragen aan een verdere verlaging van de energievraag van woningen? Aan het verduurzamen van gebouwen? Kunnen de materialen zorgen voor een beter comfort in de woning? En hoe moeten hun materialen dan gebruikt worden? Internationale onderzoeken laten zien dat biobased isolatiematerialen toegevoegde waarde kunnen hebben, doordat zij beschikken over ‘thermohygrische’ eigenschappen. De materialen kunnen vocht vasthouden én weer vrij laten komen. Maar hoe zit dat als ze zijn toegepast in een hele gevel, in de Nederlandse bouwwijze? Hoe verhouden deze eigenschappen zich tot dampopen of dampdicht bouwen? Hierover is nauwelijks gevalideerde kennis beschikbaar. De reguliere normen en voorschriften voor het ontwerpen en realiseren van woningen houden hier geen rekening mee. Bio-Iso wil deze kennis ontwikkelen. Centraal staat het ontwerpen en bouwen van een testopstelling bij HZ, waarmee een vijftal verschillende biobased geveldelen worden getest en beoordeeld. Hiermee krijgen de mkb’ers gevalideerde prestaties van hun materialen, en de juiste opbouw van de gevel waarin de toegevoegde waarde het beste tot zijn recht komt. Het project wordt uitgevoerd door een mix van kennisinstellingen die ervaring hebben met het testen en beoordelen van (biobased) bouwmaterialen, samen met producenten en gebruikers, ondersteund door o.a. Bouwend Nederland en een vertegenwoordiging van de relevante normcommissie, die de projectresultaten verder zullen kunnen brengen naar de reguliere bouwsector.