De technologie achter kunstmatige intelligentie (AI) ontwikkelt zich razendsnel, ook binnen het onderwijs. Er vindt veel onderzoek plaats naar de gevolgen ervan voor leren en lesgeven. AI biedt kansen voor het onderwijs, maar het is duidelijk dat het zondermeer vervangen van menselijke betrokkenheid door AI, niet verstandig is. In plaats daarvan is het verstandig om de sterke punten van zowel mensen als AI te combineren om tot effectievere oplossingen te komen. Het belang van “humans in the loop” is daarbij een centraal uitgangspunt van AI in het onderwijs. Dit artikel levert een bijdrage aan het onderzoek naar de impact van AI op het onderwijs vanuit het perspectief van onderzoekers en praktijkmensen. De auteurs hebben een Delphi-studie uitgevoerd onder internationale professionals, gevolgd door een panelduscussie van internationale onderzoekers. De drie belangrijkste trends en uitdagingen die daarbij naar voren kwamen zijn (1) privacy en ethisch gebruik van AI; (2) het belang van betrouwbare algoritmen; en (3) gelijkheid en eerlijkheid. Op basis van deze bevindingen schetst het paper beleidsaanbevelingen voor AI in het onderwijs en stelt het een onderzoeksagenda voor het beantwoorden van de geïdentificeerde onderzoeksvragen.
MULTIFILE
EDUsummIT, de International Summit on Information Technology (IT) in Education, is een wereldwijde gemeenschap van onderzoekers, beleidsmakers en praktijkmensen die zich inzetten voor het ondersteunen van de effectieve integratie van ict in het onderwijs door het bevorderen van de actieve verspreiding en het gebruik van onderzoek. EDUsummIT werd in 2007 opgericht en brengt elke twee jaar toonaangevende internationale onderzoekers, praktijkmensen en belangrijke beleidsmakers samen om de kennis en praktijken van ict in het onderwijs te beoordelen en legt die bevindingen vast in een e-boek, gevolgd door talrijke publicaties in internationale tijdschriften, rapporten en door groepen en individuele deelnemers via internet en bovendien gepresenteerd op grote conferenties. Dit artikel beschrijft een nieuw model voor het ontwerpen en evalueren van leeromgevingen waarin digitale en fysieke ruimtes bewust worden geïntegreerd. Een internationale groep van wetenschappers op het gebied van leren met technologie, werkte samen aan dit model in het kader van de EDU-SummIT 22-23 ‘Moving forward to new educational realities in the digital era’. Lector Marijke Kral is een van de auteurs van het artikel. Het DTALE-model biedt handreikingen bij het denken over en ontwerpen van leeromgevingen, vanuit een leerontwerp waarin virtuele en fysieke ‘spaces’ doordacht worden geïntegreerd. Het leerontwerp staat centraal. De onderzoekers hebben de verbanden verkend tussen het leerontwerp, de integratie van fysieke en digitale ruimtes, de toepassing van digitale technologieën, de organisatorische structuur en de specifieke onderwijscontext. In het model zijn de technologie en (virtele) ruimtes uit elkaar gehaald. Technologie speelt namelijk een rol in beide ruimte en maakt ook een verbinding tussen die twee. Het model stimuleert een kritische reflectie op hoe de leeromgeving momenteel wordt bepaald en wat wenselijk is. Het model zet het leerontwerp centraal en haalt de inzet van technologie en het gebruik van virtuele en fysieke ‘spaces’ uit elkaar.
LINK