Small urban water bodies, like ponds or canals, are often assumed to cool their surroundings during hot periods, when water bodies remain cooler than air during daytime. However, during the night they may be warmer. Sufficient fetch is required for thermal effects to reach a height of 1–2 m, relevant for humans. In the ‘Really cooling water bodies in cities’ (REALCOOL) project thermal effects of typical Dutch urban water bodies were explored, using ENVI-met 4.1.3. This model version enables users to specify intensity of turbulent mixing and light absorption of the water, offering improved water temperature simulations. Local thermal effects near individual water bodies were assessed as differences in air temperature and Physiological Equivalent Temperature (PET). The simulations suggest that local thermal effects of small water bodies can be considered negligible in design practice. Afternoon air temperatures in surrounding spaces were reduced by typically 0.2 °C and the maximum cooling effect was 0.6 °C. Typical PET reduction was 0.6 °C, with a maximum of 1.9 °C. Night-time warming effects are even smaller. However, the immediate surroundings of small water bodies can become cooler by means of shading from trees, fountains or water mists, and natural ventilation. Such interventions induce favorable changes in daytime PET.
DOCUMENT
Een actuele ontwikkeling binnen ziekenhuizen is de opkomst van een 'healing environment'. In een healing environment waant de patiënt zich niet noodzakelijkerwijs voortdurend in een ziekenhuis. Zo'n omgeving draagt bij aan de welzijnsbeleving en het natuurlijke herstelproces en verkort daardoor de verblijfsduur in het ziekenhuis.
DOCUMENT
Vijf studenten aan Hogeschool Van Hall Larenstein (VHL) hebben in 2019/2020 als onderdeel van de minor ‘Bomen en Stedelijke Omgeving’ onderzoek uitgevoerd naar het effect van groen/beplanting op de gevoelstemperatuur in 'bloemkoolwijken'. De opdrachtgever voor dit onderzoek was dr. ir. Jelle Hiemstra van Wageningen University & Research. Op het gebied van ENVI-met kregen zij begeleiding van dr. ir. Cor Jacobs van Wageningen University & Research, die hen hielp met het bouwen van het model en het berekenen van de temperatuur, luchtvochtigheid, windstromen en gevoelstemperatuur. De studenten werden begeleid door docent dr. Mart Vlam. Dit artikel is geschreven op basis van vragen die ex-redactielid Jozé ’t Hoen en redactielid Jaco Houweling de studenten hebben voorgelegd.
MULTIFILE