In opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft European Impact Hub de resultaten samengebracht uit het onderzoek van 250 studenten European Studies aan de Haagse Hogeschool. Het doel van dit rapport is om duidelijk te maken hoe in kleine tot middelgrote steden gewerkt wordt aan huisvesting en registratie van EU-arbeidsmigranten. Op basis van gestructureerde interviews met onder andere Europese vertegenwoordigers in Brussel, lokale beleidsmakers en lokale uitzendbureaus zijn de volgende conclusies geformuleerd. Uit de interviews met de Europese vertegenwoordigers in Brussel blijkt dat de bal vooral uit het eigen speelveld wordt geschopt. Ook blijkt dat de vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten bij de EU vaak niet op de hoogte zijn van de problemen in de regio's. Daarnaast laten de interviews zien dat de deelnemende gemeenten tegen dezelfde problemen aanlopen als het gaat om huisvesting. Ondanks dat huisvesting hoog op de politieke agenda staat blijft de situatie nijpend, in de ene plaats nog meer dan in de andere. Registratieprocessen verschillen per land. Het beschikbaar stellen van het registratieproces in verschillende talen en het vereenvoudigen van het registratieproces blijken succesfactoren. Toch is dit niet overal het geval, in La Palma del Condado dient het registratieproces herziend te worden omdat het te eenvoudig is. Over de problematiek rondom de Europese vertegenwoordiging raadt dit rapport aan de resultaten te bespreken met de afdelingen sociale zaken van de respectievelijke permanente vertegenwoordigingen (PV/EU)'s van de lidstaten, alsmede de (gezamenlijke) inspecties.
DOCUMENT
In de voorliggende studie schetsen we aan de hand van zowel kwantitatieve als kwalitatieve data een beeld van de positie waarin kinderen van arbeidsmigranten in Nederland opgroeien. Het is bijna twintig jaar geleden dat op 1 mei 2004 Polen toetrad tot de Europese Unie, later gevolgd door onder meer Bulgarije en Roemenië (beiden in 2007). Als gevolg hiervan kwam de arbeidsmigratie vanuit Midden-en Oost-Europa op gang. Op hetzelfde moment ontstonden ook zorgen over de positie van deze migranten in de Nederlandse samenleving, met name over de huisvesting, arbeidsmarktpositie en leefomstandigheden van arbeidsmigranten. Inmiddels zijn hierover al vele studies verschenen. Maar vooralsnog is de positie van de kinderen van arbeidsmigranten onderbelicht. Directe aanleiding voor dit onderzoek is de motie (29861) Smeulders en Bruins waarin opgeroepen werd om nader onderzoek te doen naar de positie van de kinderen van arbeidsmigranten. Een van de redenen hiervoor was dat onder andere uit de rapporten van het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten naar voren is gekomen dat een deel van de arbeidsmigranten kinderen heeft die in een kwetsbare situatie zitten. De achterliggende problematiek zou echter nog weinig in beeld zijn. Met dit onderzoek doen we een eerste aanzet om daar verandering in de brengen.
DOCUMENT
In a study commissioned by the Association of Dutch Municipalities (VNG), the applied research group European Impact has compiled the results from interviews executed by approximately 240 European Studies students at The Hague University of Applied Sciences. The purpose of this report is to compare and contrast the situation of intra-EU labor migrants (hereafter referred to as EU mobile citizens) in regard to registration, housing, and information flows in 12 different municipalities across the EU. Based on semi-structured interviews with municipal workers and individuals from employment agencies/companies from the selected municipalities, the picture that emerges is one of divergence. There are significant variations regarding the registration procedure and information flows for EU mobile citizens across the selected municipalities. For registration, differences include where the registration takes place, the amount of collaboration between municipalities and employment agencies/companies on registering EU mobile citizens, and the importance of addresses in the registration process. Regarding information flows across the selected municipalities, there are significant variations in the amount and type of information available to EU mobile citizens, the number of languages information is available in,as well as how the information is organized (i.e. in a centralized or decentralized way). Furthermore, while all the member states in which the selected municipalities are located provide information regarding registration on the Single Digital Gateway, not all provide information about renting housing. As for housing, the results revealed that most of the selected municipalities face issues with housing and that EU mobile citizens typically find housing either via their employers or personal network. Based on the results, a list of potential best practices and policy areas that could be improved was compiled. Furthermore, in order to have a stronger overview of policy developments in the field of EU mobile citizens among different municipalities, the VNG could consider hosting a Community of Practice with different municipalities across the EU as well as monitoring Interreg Europe projects focused on improving the situation of EU mobile citizens.
DOCUMENT