De vraag die in dit artikel beantwoord wordt is wat nu eigenlijk bepalend is voor de kwaliteit van EVC. In dit artikel worden de verschillende aspecten die bepalend zijn voor de kwaliteit van EVC belicht. Daarbij worden deze aspecten in het licht van zowel de kwaliteitscode EVC als de kwaliteitscriteria voor competentiegerichte assessmentprogramma's beschouwd. De aspecten die achtereenvolgens worden belicht zijn de standaarden, de procedures en instrumenten en personen.
DOCUMENT
Erkennen van verworven competenties (evc) is een procedure gericht op het herkennen, het waarderen en het verder ontwikkelen van wat iemand in elke mogelijke leeromgeving (formeel of informeel) reeds heeft geleerd (Van Lieshout, Kamphuis, Jellema & Wilthagen, 2005: p. 158). In hoofdstuk 9 richten Hogeboom en Van Lieshout zich op dat onderwerp. In theorie lijkt evc een voor iedereen aantrekkelijk instrument, maar toch groeit de omvang ervan in het hbo trager dan verwacht, en in de zomer van 2011 besloten een aantal hogescholen hun evc-aanbod zelfs te staken. Hogeboom en Van Lieshout stellen zich de vraag waarom evc zo traag van de grond komt. Ze presenteren een analyse van de evc-markt in het hbo op basis van deskresearch. Ze ontwerpen een actorgecentreerde institutionalistische (Scharpf, 1997) theorie die zich richt op de waarde van evc voor de directe actoren. Vervolgens presenteren ze een overzicht van in de literatuur genoemde verklarende factoren voor de trage groei van evc, geordend naar de drie belangrijkste actoren (individu, werkgever, onderwijsinstelling). Tot slot proberen ze aan de hand van die theorie en praktijk de trage ontwikkeling van evc in het hbo te begrijpen. Ze concluderen dat die trageontwikkeling en zelfs het (voorlopig) staken van evc door diverse hogescholen begrijpelijk is, en dat er daarmee geen kind, maar wel badwater wordt weggegooid.
DOCUMENT
De zorg- en welzijnssector in Vlaanderen en Nederland kampt met grote personeelstekorten, terwijl veel hoogopgeleide nieuwkomers moeite hebben om een baan te vinden op hun niveau. Next Steps voor nieuwkomers wil deze mismatch aanpakken met gerichte opleidingstrajecten en ondersteuning voor zowel werknemers als werkgevers in de zorgsector en sociaal werk.
Na succesvol afstudeeronderzoek over het toepassen van gamification (spelelementen) in apps voor gedragsverandering is, in samenwerking met retailerexperts, het concept voor de app “Retail Promotion Game” ontwikkelt door DEVCake. In deze serious game wordt het gedrag van gebruikers gestimuleerd richting de commerciële doelen van retailers. De game bevat software om het gebruikersgedrag met betrekking tot de doelen te analyseren. Hiermee kunnen wij een markthaalbaarheidsstudie uitvoeren, welke moet uitwijzen of het product de doelen voldoende stimuleert. A.S. Watson, een internationale retailerorganisatie, is akkoord gegaan om een pilot van de game bij hen te toetsen. Met het budget van de take-off subsidie zal de ontwikkeling van de pilotgame en de haalbaarheidsstudie bekostigd worden.
Het kunnen voeren van een ‘goed’ gesprek vraagt om veel ervaring en kost veel tijd. Door te oefenen en feedback te krijgen op de eigen gespreksvoering, doet de student deze ervaring op. Een online VR-leeromgeving biedt deze mogelijkheid èn komt tegemoet aan de behoefte om in de eigen tijd te leren en niet afhankelijk te zijn van een fysieke setting: het tijd- en plaatsonafhankelijk leren. Het oefenen van sociale vaardigheden met behulp van digitale middelen blijkt effectief te zijn: onderzoek heeft aangetoond dat het positieve impact heeft op de ontwikkeling van kennis en vaardigheden van communiceren. Aansluiting bij strategisch thema Dit project sluit aan op de strategische thema’s ‘horizontaal samenwerken intern’ en ‘samenwerken extern’. Vier partijen zijn betrokken: Instituut Archimedes (initiatiefnemer); lectoraat Communicatie in Digitale Transitie (onderzoek); lectoraat Digitaal Betekenisvol Innoveren (onderzoek) en DEVcake (software). Inzet van digitale middelen om gespreksvaardigheid te oefenen past binnen de HU-ambitie Digitalisering gericht op mens en cultuur. Doel Het doel van dit project is een online VR-leeromgeving te ontwikkelen waarmee een gespreksomgeving wordt gesimuleerd binnen de domeinen: Educatie en Zorg. Inzichten uit het veld van de van pedagogische gespreksvoering in docent-leerling interactie en discoursanalytische inzichten in zorgprofessional-patiënt interactie worden gebruikt om de oefentool, gericht op het voeren van slechtnieuwsgesprekken, te ontwerpen. Resultaten Het project heeft een online VR-leeromgeving opgeleverd, ontwikkelt met het werkveld: docenten en zorgprofessionals. Ontwerp, inhoud en effectiviteit van de tool zijn gevalideerd en getest in samenwerking met de praktijk binnen demo-sessies. Hierin zijn de opgeleverde Rubric, Interactieve PDF en online leeromgeving getest. Daarbij bleek uit de interviews dat een weergave van de verschillende fasen van gespreksvoering niet eerder op deze manier in het onderwijs zijn toegepast. Er volgt nog een wetenschappelijk artikel over het project. Doorwerking in het onderwijsDe tool wordt daarom gezien als een toegevoegde waarde voor het onderwijs, waarbij de docent/fysiotherapeut handelingsrichtlijnen krijgt. De resultaten zijn daarom ook gedeeld met verschillende insitituten binnen Hogeschool Utrecht. Hieronder vallen zowel docenten als studenten van het Insitituut voor Bewegingsstudies, voor Communicatie en Archimedes, instituut Social Work en Ecologische Pedagogiek en de lectoraten Betekenisvol Digitaal Innoveren en Communicatie in Digitale Transitie. Looptijd 01 februari 2020 - 30 december 2021 Aanpak Op basis van een literatuurstudie naar slechtnieuwsgesprekken binnen de twee domeinen Educatie en Zorg worden rubrics ontwikkeld. Deze rubrics zijn gevalideerd met behulp van 25 professionals (docenten en zorgprofessionals). De inhoud van de rubrics vormt – samen met resultaten uit promotieonderzoek - de basis voor de dialogen die in VR-video’s zijn opgenomen. Feedbackmessages zijn opgenomen in de tool. De VR-tool wordt getest onder educatie- en zorgprofessionals. In het laatste stadium van het project worden pilots opgezet binnen de domeinen Educatie en Zorg om de leereffecten te meten.