© 2025 SURF
De bibliotheekfunctie gaat zich uitbreiden voorbij het boek.
DOCUMENT
Dit hoofdstuk volgt op het hierboven genoemde dat de achtergronden bespreekt van bij e-learning gebruikte softwaresystemen. Het inventariseert welke criteria gebruikt kunnen worden om uit concrete systemen te kunnen kiezen.
DOCUMENT
Dit boek is een deelverslag van het RAAK project (Regionale Aandacht en Actie voor Kenniscirculatie). Het is een explorerend onderzoek naar de wijze waarop kleine en middelgrote bedrijven in de maakindustrie innoveren.
MULTIFILE
Aan mij valt vanmorgen de eer te beurt deze lectorale rede uit te spreken. U verwacht van mij waarschijnlijk dat ik – als “hogeschoolbrede” Lector eLearning - het nu ga hebben over alle verworvenheden en geweldige mogelijkheden van de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën (ICT) en wat die nu, en in de nabije toekomst, betekenen voor het onderwijs binnen Hogeschool INHOLLAND. Als dat zo is, dan moet ik U toch een beetje teleurstellen: ik ben natuurlijk wel enthousiast over de onophoudelijke stroom aan nieuwe ontwikkelingen op dit terrein, maar ik ben tegelijkertijd ook realist genoeg om te weten dat veel mensen enorme moeite hebben om de noodzakelijke praktische, emotionele en ideologische stappen die daar nu eenmaal bij horen, daadwerkelijk te zetten. Stappen die ze in staat stellen alle prachtige mogelijkheden ook werkelijk te benutten en daarmee het onderwijs te vernieuwen en te verbeteren. Begrijp me niet verkeerd: ik twijfel geen seconde aan Hogeschool INHOLLAND en haar eLearning-missie. Integendeel, ik ben hier komen werken, omdat ik geloof in de kracht en ambities van deze nieuwe instelling, om een bruisende leer- en werkgemeenschap te realiseren met optimale ICT-faciliteiten1 en goede ondersteuning in bijvoorbeeld onderwijsontwikkeling en kwaliteitszorg.2 INHOLLAND loopt voorop in haar streven naar en de realisatie van de inzet van ICT als motor voor didactische vernieuwing. Maar hier vindt, net zoals dat elders in onze “kennismaatschappij” noodzakelijk is, een geweldloze revolutie in doen en denken plaats om daadwerkelijk te komen tot onderwijs waarbinnen de student zélf zijn studie inricht en uitvoert, daarbij begeleid door docenten die als eTutoren weten hoe ze dat moeten doen. Over dat proces van eStudent tot Kenniswerker en over hoe INHOLLAND dan zal veranderen van opleiding- en ICT-gestuurd naar studentgeleid, wil ik het vandaag vooral hebben.
DOCUMENT
Voor veel mensen is het internet inmiddels een medium dat niet meer weg te denken valt uit hun dagelijks leven. Wereldwijd gaat het aantal mensen dat beschikt over een internet-aansluiting, naar de 500 miljoen. In ons land maken ruim acht miljoen mensen minstens eenmaal per kwartaal gebruik van het internet. Een groot gedeelte van deze mensen gebruikt het web ook voor hun informatievoorziening. Dat kan door digitale kranten te raadplegen; vrijwel alle dagbladen hebben een online versie waartoe men wereldwijd toegang heeft en die (nu nog) gratis toegankelijk zijn. Daarnaast zijn er talrijke nieuwssites die niet zijn voortgekomen uit de traditionele dagblad- of omroepsector en die, enkel drijvend op inkomsten uit reclameboodschappen, dagelijks hun algemeen of gespecialiseerd nieuws brengen. Zo is inmiddels naast de dagblad-, radio- en televisiejournalistiek een nieuwe, vierde vorm van journalistiek ontstaan met eigen kenmerken als interactiviteit en hypertextualiteit. Brengt deze nieuwe vorm van journalistiek ook nieuwe morele vragen met zich mee die kenmerkend zijn voor deze manier van journalistiek bedrijven? Of zijn het de klassieke kwesties, nu in een elektronisch jasje? En hoe gaat de journalistieke beroepsgroep om met eventuele nieuwe vragen? Welke antwoorden hierop zijn inmiddels geformuleerd? Welke vormen van zelfregulering zijn of worden ontwikkeld? Dat zijn de vragen die centraal staan in de publicatie "Internetjournalistiek, nieuwe ethische vragen?" van Huub Evers, hoofddocent media-ethiek aan Fontys Hogeschool Journalistiek Tilburg en docent communicatie-ethiek aan de UvA.
LINK
Dit lectoraat wil zich inzetten om NAH meer bekendheid te geven, algemeen maatschappelijk, in het beroepsonderwijs, maar ook in de zorg (ook onder professionals is NAH relatief onbekend en worden omvang en gevolgen van NAH onderschat). Het wil investeren in het beter begrijpen en beïnvloeden van participeren en het wil de gevolgen van NAH voor jongeren in kaart brengen, evenals de gevolgen voor het gezin. Op zoek naar factoren die bepalend zijn voor herstel, hoe komt het dat (bij een vergelijkbaar letsel) jongere A het redelijk doet en loopt B vast? Dit lectoraat wil participatieproblemen van jongeren met NAH gaan onderzoeken, dit is in Nederland niet eerder gedaan, en hierbij aansluiten bij recent onderzoek bij volwassenen, waaruit voorlopig blijkt dat vaardigheden als probleemoplossend vermogen en aanpakgedrag (coping) en gezins - en omgevingsfactoren participatiekansen sterk bepalen.
DOCUMENT
Huub Evers behandelt de rol die de media spelen bij het bevorderen of juist het tegengaan van cohesie. Zijn de media in hun functie binnen de samenleving te vergelijken met godsdienstigheid? En hoe ‘doen’ zij het dan: bevorderen zij gemeenschapszin of bewerkstelligen ze juist het tegendeel?
DOCUMENT
Hoe kunnen leeromgevingen in het beroepsonderwijs een rol vervullen bij het oplossen van complexe maatschappelijke problemen? Ilya Zitter, bijzonder lector Leeromgevingen in het Beroepsonderwijs bij Hogeschool Utrecht (HU), onderzoekt hoe je leeromgevingen zo kunt ontwerpen dat een innovatief, lerend systeem ontstaat, zonder sterke scheiding tussen onderwijs en praktijk. Op 25 maart gaf Zitter haar openbare les.
DOCUMENT
Dit eindrapport behandelt het onderzoek van CDM@Airports, gericht op Collaborative Decision Making in de logistieke processen van luchtvrachtafhandeling op Nederlandse luchthavens. Dit project, met een looptijd van ruim twee jaar, is gestart op 8 november 2021 en geëindigd op 31 december 2023. HET PROJECT CDM@AIRPORTS OMVAT DRIE WERKPAKKETTEN: 1. Projectmanagement, dit betreft de algehele aansturing van het project incl. stuurgroep, werkgroep en stakeholdermanagement. 2. Onderzoeksactiviteiten, bestaande uit a) cross-chain-samenwerking, b) duurzaamheid en c) adoptie van digitale oplossingen voor datagedreven logistiek. 3. Management van een living lab, een ‘quadruple-helix-setting’ die fysieke en digitale leeromgevingen integreert voor onderwijs en multidisciplinair toegepast onderzoek.
MULTIFILE