Gesprek over esthetiek en organisaties waarbij gereflecteerd wordt op de muziek van John Cage.
DOCUMENT
De titel van het boek Van meme tot mainstream: internetkunst, esthetiek en offline luxe in een postdigitale wereld, verwijst naar een van de meest karakteristieke eigenschappen van onze tijd: de kracht van het internet die ervoor zorgt dat iets in een fractie van een seconde de wereld over kan gaan en alle aandacht op zich weet te vestigen, om vervolgens net zo snel weer te verdwijnen in het digitale universum. Deze viraliteit is een eigenschap die onze huidige westerse samenleving, kunst en cultuur sterk beïnvloedt. Van internetkunst post-internet, het onderzoeksproject The New Aesthetic, tot de laatste ‘offline als luxe’-trend. In Van meme tot mainstreamneemt Nadine Roestenburg je mee in haar gedachten, verbazing, fascinaties en ontdekkingen die voortkomen uit persoonlijke ervaringen, observaties en onderzoek. Volgens haar kunnen kunstenaars die zich bezighouden met (de impact van) het internet en digitale technologie ons nieuwe inzichten geven. De kunstenaars die worden besproken in Van meme tot mainstreamzoeken de grenzen op van de technologie, proberen de technologie te doorgronden of af te breken, om haar vervolgens op een andere manier weer in elkaar te zetten. Zij reflecteren op fenomenen waar we bewust, of onbewust, allemaal mee te maken hebben. Zij kunnen ons anders naar de wereld laten kijken. Nu de digitale revolutie voorbij is, is het tijd om terug te kijken op de veranderingen van de afgelopen jaren. En ruimte te creëren voor reflectie, waarin we kunnen beoordelen hoe we met onze technologieën om willen gaan en bedenken hoe we willen dat de technologieën er in de toekomst uit zullen zien.
DOCUMENT
Over de voorkeur voor de esthetiek van de zogenaamde neokatholieken
DOCUMENT
Dit proefschrift onderzoekt de manieren waarop affectieve reacties op lichamen met een handicap worden gerepresenteerd en hoe dit ons uitnodigt om deze lichamen esthetisch te lezen. Ik stel dat deze affectieve impact begrepen kan worden als een ‘affordance’, een term die ik gebruik om te beschrijven hoe de verschijning van en interactie met gehandicapte lichamen affectieve reacties teweegbrengt, zoals angst, verwondering of walging. Ik bestudeer de relatie tussen representatie en affectieve reacties via literatuur en andere kunstvormen. Door middel van close readings van literaire teksten en kunstwerken biedt dit proefschrift een alternatief voor het zogenaamde modeldenken - een benadering die categorisering benadrukt. In plaats daarvan stel ik een lezing voor die zich richt op hoe lichamelijke capaciteiten cultureel en sociaal vertaald worden in (on)vermogens. In tegenstelling tot taxonomische benaderingen die categoriseren en generaliseren, maakt deze methode het mogelijk om van het bijzondere naar het private te gaan. Kunstwerken, hoewel vatbaar voor generalisatie, benadrukken hun uniciteit en weerstaan categorisering. Door te analyseren hoe verschillende kunstvormen gehandicapte lichamen representeren, geeft dit proefschrift een nieuwe dimensie aan het begrijpen van onze emotionele reacties en de esthetische waardering van lichamelijke diversiteit.
MULTIFILE
Kunst ontwricht, community art verbindt. Klopt deze tweedeling, of is dit een schijntegenstelling?
DOCUMENT
A-footprint is een internationaal gezamenlijk onderzoeks- en innovatie initiatief van 13 kennisinstellingen en orthopedische bedrijven. Het doel is om nieuwe voetorthesen (VO) en enkel-voetorthese (EVO) te ontwikkelen voor veel voorkomende aandoeningen. Het gehele proces van digitaal aanmeten, het digitaal verwerken, maar ook simuleren, tot en met het met behulp van snelle productietechnieken vervaardigen van EVO’s, wordt hierbij meegenomen. Het doel is om een systeem te ontwikkelen dat het mogelijk maakt om een individueel naar maat, op vorm (geometrie voor de pasvorm, comfort en esthetiek) en functie (vanuit biomechanisch oogpunt) orthopedische schoen of enkel-voetorthese te kunnen leveren. Een snelle beschikbaarheid voor cliënt op een kosten- efficiënte basis is het uitgangspunt.
DOCUMENT
Podcast In deze nieuwe aflevering ga ik in gesprek met Hanke Drop en Joop Berding over een onconventionele maar fundamentele vraag: Kan schoonheid een ideaal zijn in het onderwijs? Wat betekent het om het concept van schoonheid een serieuze plek te geven binnen het curriculum, de pedagogiek en de dagelijkse onderwijspraktijk? We onderzoeken hoe schoonheid zich verhoudt tot kunst, pedagogische idealen en de ontwikkeling van verbeeldingskracht bij kinderen. Wat gebeurt er wanneer scholen niet alleen gericht zijn op kennisoverdracht, maar ook op het stimuleren van creativiteit, makerschap en betekenisvolle ervaringen? Is het artistieke proces wellicht even belangrijk – of zelfs belangrijker – dan het eindproduct? Hanke en Joop reflecteren op het belang van ‘maken’ in relatie tot denken en leren, met inspiratie uit onder andere het werk van Hannah Arendt. We bespreken de rol van de leraar als begeleider van esthetische ervaringen, en hoe kunst ruimte kan creëren voor spel, verwondering en morele vorming binnen het onderwijs. Ook komt de spanning aan bod tussen onderwijs als vormingsproces en het toenemende economische denken, waarbij efficiëntie, meetbaarheid en resultaat centraal staan. Wat betekent dat voor ruimte voor schoonheid en creativiteit in het curriculum? Luister (of kijk) mee – en laat vooral weten wat schoonheid voor jóu in het onderwijs betekent!
LINK
Debates about social theory and social policy are highly fragmented and unclear in subject and direction. A recognised paradigm is failing. Maybe we have to accept that social reality is not to reconstruct in social theory. But we certainly need social theorists and social theories to support citizens, policy makers and social workers in improving social reality. Social reality in post modern societies is to be characterized by problematic relationships among citizens and between citizens and the public sector and by a sharp rise in problematic behaviour. The affluent society has failed to create a more sensitive world where people behave more socially. The dominant social problem is no longer seen from a social economic perspective but from a social cultural one. Social competences and social capital are considerer to be essential assets to cope with life in post modern society. For people weak ties and thin trust are essential to integrate into society. Thick trust and strong ties can bind people to much and cause inflexibility. The current social problem is a matter of designing a social world where relationships and behaviour are fair and reasonable. It asks for an interesting and creative social policy and social work, not too much stressing the problematic issues but encouraging people to trust each other. Current social policy is too much focused on the needs and problems. It has to change into a more expressive social policy, a policy that people challenges to express them and to create new relationships. Social behaviour asks for flexibility and creativity, for being authentic and playing roles. Scientists, policymakers, social workers and citizens are in the same field and have access to the same knowledge.
DOCUMENT
Hoe kun je de impact van een ontwerpende aanpak op maatschappelijke opgaven versterken? Hoe kan een Programma Ontwerpende Aanpak daaraan bijdragen en wat is daarvoor nodig? Vanuit de ambitie van staatssecretaris Gunay Uslu om de inzet van ontwerp te versterken, is een pilot opgezet onder het penvoerderschap van CLICKNL om tot een meerjarig programmavoorstel te komen. Een team van ontwerpers en onderzoekers ging begin 2023 aan de slag met deze ontwerpopgave. Onze rol als onderzoekers is daarbij ook om te kijken naar wat er al is en scherper te krijgen wat we eigenlijk bedoelen als we het hebben over een ontwerpende aanpak in het kader van maatschappelijke opgaven. Maatschappelijke vraagstukken zijn complex en vaak gekoppeld aan grotere missies en transities op het gebied van o.a. klimaat, energie, landbouw en wonen. Het belang en de impact van deze transities reiken verder dan Nederland. Het zijn multinationale of zelfs mondiale vraagstukken. Wij nemen daarom een kijkje over de grens en gaan op zoek naar andere perspectieven op een ontwerpende aanpak. Hoe doen ze dat eigenlijk in andere landen? En wat kunnen we daarvan leren? Een eerste verkenning binnen ons netwerk leverde verrassende reacties op. In andere landen wordt vaak jaloers naar Nederland gekeken als het erom gaat hoe een ontwerpende aanpak en vooral ontwerpend onderzoek wordt gewaardeerd en gestimuleerd. Op onze beurt refereren wij in Nederland graag naar publicaties van de Design Council in Engeland en zijn we onder de indruk van het werk van het Danish Design Center. Is het gras dan echt altijd groener aan de overkant? Moeten we ons niet juist concentreren op hoe we elkaar aanvullen als het gaat om het samen aanpakken van maatschappelijke opgaven? We gingen in gesprek met een twaalftal onderzoekers, ontwerpers en andere changemakers die werkzaam zijn in Denemarken, Zweden, Engeland (UK) en voor de Europese Unie (EU). En we vroegen naar hun perspectieven op de waarde en rol van een ontwerpende aanpak ten aanzien van maatschappelijke opgaven. In dit stuk brengen we de gesprekken en reflecties samen om een beeld te schetsen van hoe het eraan toegaat in de landen die in onze ogen vooroplopen als het gaat om de toepassing van zo’n ontwerpende aanpak. Ter inspiratie.
MULTIFILE