Hoewel het belang van een inclusieve arbeidsmarkt door beleidsmakers, werkgevers en werknemersgroot wordt geacht, blijken aspecten als gender, etniciteit, migratieachtergrond, geloof, seksuele oriëntatie, lichamelijke of psychische beperking nog altijd een rol te spelen in de kansen op een soepele in- en doorstroom op de Nederlandse arbeidsmarkt. Veel werkgevers kiezen, al dan niet bewust, in de praktijk liever voor iemand die lijkt op de bestaande ‘normmedewerker’, dan voor iemand wiens zichtbare of minder zichtbare kenmerken van dit bestaande normbeeld afwijken. Het streven naar meer inclusie staat hierdoor lang niet altijd garant voor een inclusieve werkomgeving. Kortom, organisaties willen diverser worden, maar in de praktijk lukt dat (nog) niet.
DOCUMENT
Op vrijdag 14 mei 2004 heeft de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk een internationaal symposium over 'Leiderschap en Diversiteit' georganiseerd. Het symposium handelde over de dynamiek van gender, nationale cultuur en etniciteit in moderne organisaties. Door de diversiteit van medewerkers, klanten en afzetmarkten worden nieuwe eisen gesteld aan de leidinggevende en is de bedrijfscultuur blijvend veranderd. Veel bedrijfsactiviteiten strekken zich uit tot buiten de landsgrenzen. Leidinggeven in of in samenwerking met bijvoorbeeld vestigingen in Zuid-Amerika of Aziatische landen vergt een andere leiderschapsstijl. Kennis van elkaars achtergronden, ofwel transcultureel inzicht, is nodig om optimaal te kunnen samenwerken. Internationaal gerenommeerde sprekers zijn ingegaan op: leiderschap in de Arabische wereld. leiderschap, gender en etniciteit. leiderschap en culturele dynamiek in organisaties. leiderschap en nationaliteit. Na de inleidingen van de gastsprekers werd in vier werkgroepen over deze thema's verder met de gastsprekers van gedachten gewisseld. Het symposium werd afgesloten met een gezamenlijke forumdiscussie en een borrel. Dit verslag is tevens het startsein voor verdere studie over het thema leiderschap en diversiteit binnen het HRM lectoraat. De leden van de HRM Kenniskring gaan verder onderzoek doen en hun kennis over dit thema overdragen in de dagelijkse onderwijspraktijk aan de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk.
DOCUMENT
Background: COPD self-management is a complex behavior influenced by many factors. Despite scientific evidence that better disease outcomes can be achieved by enhancing self-management, many COPD patients do not respond to self-management interventions. To move toward more effective self-management interventions, knowledge of characteristics associated with activation for self-management is needed. The purpose of this study was to identify key patient and disease characteristics of activation for self-management. Methods: An explorative cross-sectional study was conducted in primary and secondary care in patients with COPD. Data were collected through questionnaires and chart reviews. The main outcome was activation for self-management, measured with the 13-item Patient Activation Measure (PAM). Independent variables were sociodemographic variables, self-reported health status, depression, anxiety, illness perception, social support, disease severity, and comorbidities. Results: A total of 290 participants (age: 67.2±10.3; forced expiratory volume in 1 second predicted: 63.6±19.2) were eligible for analysis. While poor activation for self-management (PAM-1) was observed in 23% of the participants, only 15% was activated for self-management (PAM-4). Multiple linear regression analysis revealed six explanatory determinants of activation for self-management (P,0.2): anxiety (β: -0.35; -0.6 to -0.1), illness perception (β: -0.2; -0.3 to -0.1), body mass index (BMI) (β: -0.4; -0.7 to -0.2), age (β: -0.1; -0.3 to -0.01), Global Initiative for Chronic Obstructive Lung Disease stage (2 vs 1 β: -3.2; -5.8 to -0.5; 3 vs 1 β: -3.4; -7.1 to 0.3), and comorbidities (β: 0.8; -0.2 to 1.8), explaining 17% of the variance. Conclusion: This study showed that only a minority of COPD patients is activated for self-management. Although only a limited part of the variance could be explained, anxiety, illness perception, BMI, age, disease severity, and comorbidities were identified as key determinants of activation for self-management. This knowledge enables health care professionals to identify patients at risk of inadequate self-management, which is essential to move toward targeting and tailoring of self-management interventions. Future studies are needed to understand the complex causal mechanisms toward change in self-management
DOCUMENT
Samenvatting: zie publicatie
DOCUMENT
Dit onderzoek heeft, in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de omvang, aard en reikwijdte van discriminatie in het (semi)publieke domein in kaart gebracht. Daarbij is gekeken in welke sub-domeinen met discriminatie relatief veel voorkomt. Ook is er aandacht voor de specifieke context waarbinnen discriminatie-incidenten plaatsvinden. Tot slot is een verkenning gedaan welke maatschappelijke partijen kunnen bijdragen aan de aanpak van discriminatie in publieke ruimtes en op welke wijze. Om op deze vragen een antwoord te geven zijn verschillende methoden van onderzoek gebruikt: • Een deskresearch dat specifiek ingaat op discriminatie in de publieke ruimte • Een surveyonderzoek waaraan 2261 volwassen Nederlanders hebben meegewerkt dat een representatief beeld geeft van de aard, omvang en reikwijdte van ervaren discriminatie in de publieke ruimte. • Verdiepende interviews met acht mensen die discriminatie in de publieke ruimte hebben ervaren, vanuit een narratieve onderzoeksmethode. • Focusgroepen met maatschappelijke partijen die mogelijk kunnen bijdragen aan het aanpakken van discriminatie in de (semi)publieke ruimte.
DOCUMENT
Het vermogen van kinderen om kleur te zien en te benoemen ontwikkelt zich al vroeg, maar hun begrip van sociale categorieën op basis van huidskleur, etniciteit of cultuur rijpt pas later. Naast de ouders en de eigen omgeving spelen ook pedagogen een cruciale rol in het begeleiden van deze ontwikkeling en in het voorkomen van structurele uitsluiting op basis van dit soort kenmerken. In dit artikel bieden we inzichten over hoe en waarom kleuters huidskleuren en raciale categorieën herkennen en benoemen in hun spel en geven we handvatten voor het voeren van gesprekken met kleuters over diversiteit.
LINK
Full text via link. Het kabinet wil het huidige systeem van loonkostensubsidie voor werkgevers inruilen voor een systeem waarbij iemand die niet genoeg verdient zelf aanvullende bijstand moet aanvragen. Voor de bijna 200.000 werknemers die niet in staat zijn om zelfstandig het wettelijk minimumloon te verdienen, betekent dit dat zij bij de gemeente zelf een aanvulling op hun inkomen moeten aanvragen. Een slecht idee, vinden betrokkenen en deskundigen
LINK
Door veelzijdige maatschappelijke ontwikkelingen hebben jongeren tegenwoordig meer keuzemogelijkheden dan jongeren uit eerdere generaties. Voor hen verliep het leven meer volgens vastliggende en vooraf bepaalde paden. De keerzijde van deze positieve ontwikkeling is dat de jeugd onder druk staat om te kiezen en hun keuzes te verantwoorden.In het boek wordt dit keuzeprobleem vanuit een moderniseringstheoretisch perspectief behandeld. Het boek bevat hoofdstukken over jeugd en modernisering, de pedagogische relatie in verandering, onderhandelingsculturen in gezinnen, jeugd en vrije tijd, jeugd en seksualiteit, toekomstorientaties van jongens en meisjes. In het boek wordt het keuzeprobleem bekeken vanuit de basiscategorieen gender, sociaal milieu en etniciteit.
DOCUMENT
Verslag van de in de openbare les aangekondigde vijf 'kritische dialogen'. Die dialogen leveren (iets als) een agenda op voor de komende jaren, waarbij het voeren van 'de dialoog' zelf ook als agendapunt genoteerd kan worden! Bij wijze van agenda laat ik zien hoe kunst - voorbij therapie - als breekijzer kan werken in het zichtbaar maken van mensen die te vaak over het hoofd worden gezien. In een tijd dat de overheid tot zorgzaamheid verplicht op straffe van verlies van uitkering, lijkt een pleidooi voor burgervriendschap voor sommigen ongepast. Toch doen we het, als uitnodiging, omdat het kans geeft op vervulling van gewenste, betekenisvolle rollen - aan beide zijden! Bewonersgestuurde initiatieven maken naast sociale ook economische aansluiting mogelijk en daarmee een inclusievere economie. Net als 'de normaalste zaak' en net als bewegingen die de hele economie op een andere leest willen schoeien. Alles om het beste van iemands mogelijkheden waar te laten worden. Er zijn teveel schrijnende voorbeelden van uitsluiting en discriminatie op basis van etniciteit, huidskleur, geloof, aandoening, beperking, armoede, status (het niet hebben van papieren). In alle gevallen is radicale aansluiting (presentie) aan de orde op allerlei niveaus, maar zeker ook op dat van zorg en welzijn. Aansluiting houdt ook in oog hebben voor de maatschappelijke context die uitsluiting bestendigt. Aansluiting betekent ook naast mensen gaan staan, als professional, als burger, als overheid en niet meegaan met de taboeïsering van kwetsbaarheid, omdat dat de kwetsbaarheid van mensen in kwetsbare posities alleen maar verergert. Zonder voorbij te gaan aan de fricties en ongemakkelijkheden vaart Kwartiermaken tussen talent en kwetsbaarheid een eigen koers met een radicale verwelkoming van diversiteit
DOCUMENT
This article uses a study of the life-story narratives of former classmates of Dutch and Moluccan descent to argue that the constructionist approach to intersectionality, with its account of identity as a narrative construction rather than a practice of naming, offers better tools for answering questions concerning intersectional identity formation than a more systemic intersectional approach. The case study also highlights the importance of the quest for origins in narratives. It demonstrates that theories of intersectionality are not justified in subsuming the issue of belonging under the identity marker of ethnicity, when all identities are performatively produced in and through narrative enactments that include the precarious achievement of belonging. The case study demonstrates that if narrative accounts of a (singular or collective) life fail to achieve narrative closure regarding roots, attempts to trace routes are seriously hampered.
DOCUMENT