Objectives: Aiming to reduce distributed denial-of-service (DDoS) attacks by alerting the consciences of Internet users, this paper evaluates the effectiveness of four warning banners displayed as online ads (deterrent—control, social, informative, and reorienting) and the contents of their two linked landing pages. Methods: We implement a 4 x 2 quasi-experimental design on a self-selected sample of Internet users to measure the engagement generated by the ads and the pages. Engagement is measured on the ads as the ratio of clicks to impressions, and on the pages as percentage of page scrolled, average session duration, video interaction rate, and URLs click rate. Results: Social ads generate significantly more engagement than the rest with low to medium effect sizes. Data reveal no differences in engagement between both landing page designs. Conclusions: Social messages may be a better alternative for engaging with potential cyber offenders than the traditional deterrent messages. Correspondence: Netherlands Institute for the Study of Crime and Law Enforcement (NSCR), De Boelelaan 1077, 1081 HV, Amsterdam, The Netherlands. Email: AMoneva@nscr.n This is a post-peer-review, pre-copyedit version of an article published in Journal of Experimental Criminology. The final authenticated version is available online at: https://link.springer.com/article/10.1007/s11292-022-09504-2
MULTIFILE
Professionals moeten tijdens het gehele mediationproces omgaan met het thema ‘verantwoordelijkheid nemen’ door de verdachte. Zij komen echter een aantal knelpunten tegen. Wat is bijvoorbeeld nodig qua verantwoordelijkheid nemen om door te verwijzen naar de volgende fase in het mediationtraject? Hoe kunnen mediators verantwoordelijkheid nemen stimuleren en op welke manier kunnen zij dit omschrijven in de slotovereenkomst? De hoofdvraag van dit onderzoek is daarom: ‘Welke criteria kunnen stakeholders (rechters, officieren van justitie, mediationfunctionarissen en mediators) hanteren bij het vaststellen en stimuleren van ‘verantwoordelijkheid nemen door een verdachte’ tijdens het mediation in strafzaken traject en welk handelingsrepertoire is hiervoor nodig? Door middel van interviews met rechters, OvJ’s, mediationfunctionarissen, mediators, strafrechtadvocaten, slachtoffers en verdachten alsook via focusgroepen met mediators en mediationfunctionarissen is deze vraag onderzocht.
Het handboek is bedoeld voor de uitvoerder(s) van de leermodule Bejegening jongeren 16-23 jaar door jeugdprofessionals. Deze module heeft als doel de kwaliteit van het aangaan en onderhouden van contact te verbeteren en/of onderhouden met jongeren en jongvolwassenen die gebruik maken van professionele hulp en ondersteuning. De leermodule is ontworpen voor zelfstandig gebruik in professionele organisaties. Dit document bevat uitgebreide instructies en handvatten voor het uitvoeren van de leermodule.
Bij erfgoed horen emoties. Maar wanneer deze emoties schadelijk blijken te zijn en voor (meer) polarisatie in de samenleving zorgen, wordt het tijd om te kijken of in de omgang met erfgoed veranderingen aangebracht kunnen worden. Hierin kan de erfgoedprofessional een rol spelen. Het onderzoek ‘Precaire spanning’ kijkt naar de herdenkingspraktijken van de Shoah en van het slavernijverleden. Die praktijken tonen en creëren spanning. Deze spanning komt naar voren en wordt gecreëerd op verschillende plekken en op verschillende momenten, gerelateerd aan de herdenkingen, zoals in discussies over excuses of restituties en bij tentoonstellingen en educatieve programma’s. In het project wordt onderzocht hoe de erfgoedprofessional de componenten kan herkennen en wegnemen die in de bredere herdenkingscontext bijdragen aan de spanning tussen herdenkers van de Shoah en van het slavernijverleden. Het onderzoek bestaat uit interviews en expertmeetings met stakeholders zoals herdenkers, beleidsmedewerkers, kunstenaars en erfgoedprofessionals, en uit observaties van woordkeuzes, kunstuitingen en rituelen die de herdenkingspraktijken mee vormgeven. Aan de basis van het onderzoek ligt het idee dat de spanning voortkomt uit een gevoel van ongelijkwaardigheid in de strijd om een plek in het Nederlands herdenkingslandschap. Dit is niet los te zien van het ontbreken van herkenning en erkenning van nog bestaande trauma’s, van de aanwezigheid van antisemitisme en racisme in de samenleving, en van het bestaan van verschillende repertoires aan historische kennis. Het onderzoek beoogt een handelingskader te ontwikkelen waarmee de erfgoedprofessional kan bijdragen aan sensitievere herdenkingspraktijken, teneinde de spanning tussen herdenkers van de Shoah en van het slavernijverleden onderling weg te nemen of tenminste te verminderen. Het onderzoek valt onder het lectoraat van de Reinwardt Academie, onderdeel van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Hier worden de inzichten van dit onderzoek ingezet in een breder onderzoeks- en onderwijsdomein van erfgoed en kunsten.