De werkgroep experimenten medezeggenschap is in 2018 door het College van Bestuur van de HU ingesteld met het volgende doel: “Experimenteren met vormen van brede participatie met als doel het uitbrengen van een advies, zijnde een inspiratiedocument, aan het CvB, de HSR, het MZO en deelraden om bestaande medezeggenschap en zeggenschap te verrijken en te verdiepen.” In overleg met het CvB en de Hogeschoolraad (HSR) van de HU is de werkgroep omgedoopt tot de ‘werkgroep experimenten participatie’. In lijn met deze opdracht heeft de werkgroep de volgende ambitieuze doelstelling gesteld om een bijdrage te leveren aan de volgende aspecten van participatie (zie ook het Plan van Aanpak van de werkgroep, 17 april 2018) : Het bijdragen aan cultuurverandering waarin feedback als een middel wordt gebruikt om gezamenlijk kwaliteit te versterken en waarbij (beter/meer/goed) gebruik wordt gemaakt van de horizontale organisatie die de HU nu is; Stimuleren van brede participatie bij het tot stand komen van besluitvorming en bij het doorlopend verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs, onderzoek en dienstverlening; Participatie waarin meer HU-medewerkers en studenten betrokken zijn, door alle lagen van de organisatie heen. Medezeggenschap en zeggenschap kunnen er hun voordeel mee doen als participatie de medezeggenschap voedt en vice versa.
DOCUMENT
Dit paper presenteert de voorlopige resultaten van het project SUMMALab waarin een nieuwe ‘meta-lab’ benadering wordt getest. SUMMALab is een meta-lab rond mobiliteits-experimenten in de Metropoolregio Amsterdam, de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag en de gemeenten Den Haag, Delft en Rotterdam. Een meta-lab is nietzelf een lab, maar een verzamelplaats waar verschillende onderzoeken en experimenten in samenhang worden gebracht zodat er sneller en beter van de experimenten geleerd kan worden. De meta-lab benadering respecteert en ondersteunt enerzijds lokale leeragenda's en hun focus op lokale oplossingen voor lokale problemen, en gebruikt anderzijds het potentieel van lokale experimenten om bij te dragen aan een centrale leeragenda gebaseerd op de 'grote maatschappelijke uitdagingen'.
DOCUMENT
Dit handboek is het eerste resultaat van een Haagse samenwerking van onderwijsinstellingen, werkgevers, overheid en overige partners, op initiatief van Hogeschool Inholland Den Haag met het lectoraat Diversiteitsvraagstukken, de Gemeente Den Haag en ontwerpcollectief idiotes in het najaar van 2021.
DOCUMENT
Experimenten in de ruimtelijke sector hebben de wind mee. In beleidsdocumenten tref je de beeldspraak van de stad als laboratorium aan, kennisinstellingen zijn bezig met het opzetten van allerhande eld- of living labs en voor sommige Europese onderzoeksfondsen is het opzetten van een living lab een voorwaarde voor nanciering. De verwachtingen zijn groot. In stadslaboratoria worden de grote vraagstukken van onze tijd, bijvoorbeeld armoede, klimaatissues en het gebrek aan sociale cohesie, te lijf gegaan; sommigen zouden zelfs beweren opgelost. Hier wordt ook de democratie nieuw leven ingeblazen, de rolverhouding overheid-burger veranderd en de disciplinaire scheidslijnen in de wetenschap doorbroken. Hoe idealistisch dit ook klinkt, in de praktijk is het des te moeilijker om deze ambities waar te maken.Uit dit nummer blijkt dat experimenten in de ruimtelijke sector niets nieuws is, al stelt De Klerk in zijn artikel terecht de vraag wat het ruimtelijke experiment precies is. Ook het vakgebied van transitiestudies kent een rijke geschiedenis van sociaaltechnische experimenten waaruit wij in de ruimtelijke sector lering kunnen trekken. In hun artikel doen Sengers en Raven een poging om dit te doen. In transitie-experimenten evenals de experimenten in dit nummer is de omgang met bestaande sociale structuren en machtsverhoudingen een uitdaging. Omdat experimenten in het sociaal domein zich in de echte wereld afspelen is het geen verrassing dat bestaande instituties en machtsverhoudingen daarin worden gereproduceerd. Het terugvallen in traditionele rolverhoudingen, of vooraf verantwoording eisen terwijl dit niet mogelijk is als je de experimentele werkwijze serieus neemt, zijn hier voorbeelden van. Deze en andere spanningen of con icten lijken inherent te zijn aan experimenten, waar deelnemers uitgedaagd worden om anders te denken en handelenen waar bij echte verandering er winnaars en verliezers zullen zijn. Willen experimenten hun belo e van maatschappelijke vernieuwing waarmaken, dan lijken het aangaan van en leren omgaan met con ict evenals strategisch handelen in de politieke arena de grote opgaven te zijn.Rooilijn wil het lectoraat Bouwtransformatie en het Speerpunt Urban Management van de Hogeschool van Amsterdam hartelijk bedanken voor hun bijdrage aan de totstandkoming van dit nummer.
DOCUMENT
In het voorjaar van 2007 publiceerde het Tijdschrift voor Criminologie een themanummer, getiteld 'Experimenten in de criminologie en criminologische experimenten', dat gewijd was aan het gebruik van experimentele designs in criminologisch onderzoek. De daarin beschreven experimenten hadden vooral betrekking op de effectiviteit van preventiemaatregelen en strafrechtelijke interventies. In de bijdragen aan dat themanummer werd ingegaan op de dilemma's die zich bij dit soort onderzoek voordoen. Nu, tien jaar later is het tijd om de balans op te maken. Heeft de experimentele onderzoeksmethode inmiddels een weg gevonden naar andere criminologische onderzoeksdomeinen? Welke criminologische onderzoeksvragen lijken zich goed te lenen voor experimenteel onderzoek? En tot welke inzichten heeft de introductie van experimenten in de criminologie geleid?
DOCUMENT
In twee justitieregio’s is geëxperimenteerd met een bredere inzet van reclasseringsexpertise op Zorgvuldig Selectief Maatwerk (ZSM). De experimenten vonden plaats onder de naam ‘werkplaatsen ZSM’, tussen medio 2014 en eind 2015. De experimenten zijn gevolgd en beschreven.1 Dit artikel geeft een beeld van het proces, de bevindingen en de gevolgen van de experimenten. Leidende vraag bij de twee werkplaatsen was: Welke goede praktijken ontwikkelen zich in ZSM en wat zijn hiervan de gevolgen voor procedures, processen en taakopvatting van reclasseringswerkers?
DOCUMENT
Leidt de democratiseringsambitie van de gemeente Amsterdam tot fundamentele verandering van de manier waarop zij haar bewoners bij het besturen van de stad betrekt, of blijft het bij geïsoleerde experimenten? Wij betogen dat de experimenten in de stad leiden tot spanningen tussen de participatieve democratie en de institutionalisering van de representatieve democratie en stellen dat echte vooruitgang in participatief en co-creatief bestuur niet is gelegen in het vinden van 'olifantenpaadjes', maar in het agenderen van die spanning in discussies over systeemvernieuwing.
LINK
"In het kader van het Programma Samenwerking DJI-3RO zijn zomer 2019 onder de noemer ‘Effectieve Praktijken’ experimenten gestart in negen verschillende Penitentiaire Inrichtingen (Heerhugowaard, Nieuwegein, Roermond, Schiphol, Veenhuizen, Vught, Zaanstad, Zutphen, Zwolle). Daarnaast startte in januari 2020 het project ‘Selectie Ondersteunend Model (SOM)’ in twee andere Penitentiaire Inrichtingen (Arnhem, Sittard). Doel van beide initiatieven is het betrekken van de specifieke expertise van de reclassering om re-integratietrajecten voor gedetineerden te versterken en terugval in delinquent gedrag te helpen voorkomen. Het (intensiveren van het) samenwerken met gemeenten en met andere ketenpartners ligt hierbij voor de hand. Hogeschool Utrecht (HU) heeft van september 2019 tot en met juni 2021 onderzoek gedaan naar de experimenten binnen het project Effectieve Praktijken en van februari 2020 tot en met juni 2021 naar de ontwikkeling van het SOM. Dit rapport (deel 2 van ‘Binnen beginnen om buiten te blijven’) bevat een uitgebreide beschrijving van de experimenten in alle elf PI’s. Er is zoveel als mogelijk dezelfde structuur aangehouden in het beschrijven van de wijze waarop de experimenten zijn georganiseerd en de wijze waarop ze vorm hebben gegeven aan het gezamenlijk werken aan re-integratietrajecten voor gedetineerden."
DOCUMENT
Monitor van 19 experimenten naar betere hantering werkdruk op de Hanzehogeschool. De monitor bevat inhoudelijk verslag van succesfactoren in 'samenwerking', 'toetsing', 'roostering en inzetplanning' en 'onderwijs met lef'. Daarnaast zijn een aantal lessons learned over HG-brede omgang met werkdruk aangegeven op het snijvlak van experimenteren, organiseren en leiderschap.
DOCUMENT
Die gemeentelijke 'experimenten' met een basisinkomen zijn veel te beperkt om iets te zeggen over haalbaarheid brede invoering van een echt onvoorwaardelijk basisinkomen.
LINK