Although there is some evidence that total dietary antioxidant capacity (TDAC) is inversely associated with the presence of obesity, no longitudinal studies have been performed investigating the effect of TDAC on comprehensive measures of body composition over time. In this study, we included 4595 middle-aged and elderly participants from the Rotterdam Study, a population-based cohort. We estimated TDAC among these individuals by calculating a ferric reducing ability of plasma (FRAP) score based on data from food-frequency questionnaires. Body composition was assessed by means of dual X-ray absorptiometry at baseline and every subsequent 3-5 years. From these data, we calculated fat mass index (FMI), fat-free mass index (FFMI), android-to-gynoid fat ratio (AGR), body fat percentage (BF%) and body mass index (BMI). We also assessed hand grip strength at two time points and prevalence of sarcopenia at one time point in a subset of participants. Data were analyzed using linear mixed models or multinomial logistic regression models with multivariable adjustment. We found that higher FRAP score was associated with higher FFMI (0.091 kg/m2 per standard deviation (SD) higher FRAP score, 95% CI 0.031; 0.150), lower AGR (-0.028, 95% CI -0.053; -0.003), higher BMI (0.115, 95% CI 0.020; 0.209) and lower BF% (-0.223, 95% CI -0.383; -0.064) across follow-up after multivariable adjustment. FRAP score was not associated with hand grip strength or sarcopenia. Additional adjustment for adherence to dietary guidelines and exclusion of individuals with comorbid disease at baseline did not change our results. In conclusion, dietary intake of antioxidants may positively affect the amount of lean mass and overall body composition among the middle-aged and elderly.
In FMI 2 van dit jaar werd in het artikel 'healing environmentm een onderzoeksbenadering' een onderzoek omschreven naar healing environment. Studenten van De Haagse Hogeschool in Nederland en vijf andere Europese landen deden een vervolgonderzoek naar het toepassen van een healing environment in academische ziekenhuizen en de rol van de facility manager gedurende het implementatieproces.
Het project ‘Data Resonantie’ is een artistiek onderzoeksproject bedoeld om met behulp van moderne technologieën en persoonlijke data nieuwe manieren te ontdekken om in coronatijd veilige, gedeelde openbare ruimtes te creëren. Het onderzoek wil bijdragen aan de ontwikkeling van zowel praktische toepassingen als vernieuwende artistieke methodes in het veld van Mens Machine Interactie op het gebied van veiligheid en privacy in openbare ruimtes waar veel mensen komen en waardoor afstand houden ingewikkeld is. Dat gebeurt in de setting van een aantal labs waarin met persoonlijke data via real-time surveillance een audiovisuele ervaring wordt gegenereerd die participanten een veilige afstand toont, ze laat bijdragen aan de soundscape en ze tegelijkertijd mogelijk bewuster maakt van kwesties rondom het gebruik van persoonlijke data. In de respectievelijke labs zal gebruik worden gemaakt van de expertise van de betrokken partners op het gebied van artistiek onderzoek (Artistic Research Community/Frank Mohr Instituut), experimenteel artistieke settings (Re:Search:Gallery), geluidsresonantie (STEIN) en het gebruik van drones (Omnidones). De centrale vraagstelling is: Hoe kan een artistieke-technisch systeem, dat met behulp van een drone persoonlijke data vertaalt in sensorische ervaringen, individuen in staat stellen om door afstand te houden van elkaar een veilig gedeelde omgeving te co-creëren? Het project is een kruisbestuiving en interdisciplinaire samenwerking tussen een aantal verschillende organisaties in Noord-Nederland; Het is een voorbeeld van de wijze waarop artistiek onderzoekers met een hybride methodologie en met gebruikmaking van verschillende disciplines en expertises ingewikkelde maatschappelijke problemen ter hand kunnen nemen. Daarnaast resulteert het in nieuwe publieke toepassingen voor drone en audio technologieën met de potentie een uitweg te bieden aan sectoren die te lijden hebben onder de corona maatregelen, met in het bijzonder de evenementen industrie en de ermee verbonden horeca en retail.
Algemene doelstelling van dit project is tweeledig: enerzijds is het doel een methode te ontwikkelen om onderzoek te doen naar de toegevoegde waarde van begroeide stadspergola's voor de biodiversiteit en klimaatadaptatie. Anderzijds is het doel de samenwerking tussen practoraat en lectoraat te conretiseren. Voor dit onderzoek worden in de stad Utrecht drie stadspergola’s gebouwd. Deze dienen als onderzoeksobject en alternatieve interventie voor plekken waar behoefte is aan vergroening van de omgeving maar geen bomen geplaatst kunnen worden. Het practoraat Groene Leefbare Stad van Yuverta en het lectoraat Klimaatbestendige stad van de Hogeschool van Amsterdam zijn elkaar op het onderwerp van praktische vraagstukken over het vergroenen van de stad in de praktijk tegengekomen en zien in dit voorstel een mooie kans om hun expertises over respectievelijke biodiversiteitbevordering en het tegengaan van hittestress te combineren. De inhoudelijke hoofdvraag van deze aanvraag is: Welke methodes kunnen worden ontwikkeld om te onderzoeken hoe stadspergola’s als nature-based street furniture bijdragen aan de vergroening en daarmee de stedelijke biodiversiteit bevorderen en een verkoelende werking geven op plekken waar traditioneel groen niet geplaatst kan worden? We zullen methodieken om de biodiversiteit in en rond de pergola’s te monitoren verkennen. Aansluitend willen we de eerste bevindingen koppelen aan de uitkomsten van stadspergola’s als klimaatadaptatie maatregel door het meten van het verkoelende effect. Deze uitkomsten zullen worden gekoppeld aan een groter onderzoek naar ecosystem services waarmee de bijdragen van stadspergola’s aan stedelijke vergroening, sociale interactie en voordelen voor een gezonder en klimaatbestendig leefmilieu wordt onderzocht. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door het practoraat Groene Leefbare Stad van Yuverta, het lectoraat Klimaatbestendige stad van de Hogeschool van Amsterdam, de gemeente Utrecht, Stadswerk, Hoefakker en Stichting Bouwloods. Studenten, docent-onderzoekers en diverse stakeholders pakken samen de onderzoeksactiviteiten op en delen opgedane kennis openbaar.