Financiële problematiek onder delinquenten is groot, complex en diepgeworteld, belemmert resocialisatie en vergroot het risico op terugval in delictgedrag. Bovendien hangt financiële problematiek vaak samen met problemen op andere levensdomeinen, zoals opleiding, werk, en mentale en fysieke gezondheid. Delinquenten zelf én forensisch sociaal professionals ervaren vaak veel belemmeringen bij het aanpakken van schulden. Effectieve samenwerking rond schuldenproblematiek onder delinquenten vanuit verschillende expertises is dan ook essentieel.
DOCUMENT
Financiële problematiek onder delinquenten is groot, complex en diepgeworteld, belemmert resocialisatie en vergroot het risico op terugval in delictgedrag. Bovendien hangt financiële problematiek vaak samen met problemen op andere levensdomeinen, zoals opleiding, werk, en mentale en fysieke gezondheid. Delinquenten zelf én forensisch sociaal professionals ervaren vaak veel belemmeringen bij het aanpakken van schulden. Effectieve samenwerking rond schuldenproblematiek onder delinquenten vanuit verschillende expertises is dan ook essentieel.
DOCUMENT
Wegwijzer bij financiële problemen onder delinquenten
DOCUMENT
Jaarlijks keren circa 30.000 justitiabelen terug naar de samenleving. De reclassering houdt op een deel van hen toezicht, met als doel recidivekansen verminderen en maatschappelijke re-integratie bevorderen. Reclasseringswerkers boeken in de praktijk met hun cliënten veelal vooruitgang op domeinen zoals wonen, werk en relaties. Deze wordt echter vaak tenietgedaan door complexe schuldsituaties waarin cliënten verkeren; hetzij direct doordat cliënten bijvoorbeeld stelen om te kunnen leven, hetzij indirect doordat financiële problematiek cliënten zo in beslag neemt dat er geen ‘ruimte’ is voor werken aan gedragsverandering. Kortom, financiële problematiek is een belangrijk probleem. Reclasseringswerkers missen echter handvaten om cliënten te begeleiden bij financiële problematiek, en bij gebrek aan eenduidige methodische aanpakken zoeken zij hun eigen weg.1 Ook vanuit de literatuur is financiële problematiek bekend als criminogene factor, maar is weinig bekend over de interactie tussen schulden en criminaliteit en de factoren die daarbij een rol spelen. Zowel de praktijk als de theorie vraagt dus om onderzoek dat meer inzicht biedt in de complexiteit van financiële problematiek onder reclasseringscliënten en dat werkers bovendien concrete handvaten kan bieden om cliënten beter te begeleiden bij financiële problematiek.
DOCUMENT
Deel 2 van een tweeluik over de meerwaarde van financiële dashboards, geschreven door accountancystudenten en docenten van de Hogeschool Utrecht. Dit tweede deel gaat vooral in op de toepassing van een dashboard in de praktijk.
LINK
Het rapport ‘Buurtopbouwwerk in Leeuwarden’ beschrijft een onderzoek dat in opdracht van de gemeente Leeuwarden is gedaan naar het nut en de noodzaak van buurtopbouwwerk. Er is onderzocht hoe het opbouwwerk ervaren wordt en wat het oplevert voor de (burgers in de) wijk en overige actoren, om op basis daarvan een advies te geven over het buurtopbouwwerk voor de toekomst. Uit de resultaten blijkt dat het opbouwwerk als positief fenomeen wordt beschouwd voor de wijk(bewoners). Het belangrijkste nut is dat het de bewoners aanzet tot actieve bijdrage. Wat de exacte bijdrage van het buurtopbouwwerk daarbij is, wordt echter niet duidelijk. Er zijn nog wel verbeterpunten geconstateerd wat betreft de rol, uitvoering, resultaten en verantwoording van het buurtopbouwwerk
DOCUMENT
Given the increasing importance of sustainability as a part of one’s daily routine and life in countries in the European Union, there is a need to establish a basic understanding of the attitudes, behaviours and culture among older people. This, in turn, should lead to better policies which help alleviate the effects of the current cost-of-living and energy crises and make our societies more sustainable and resilient. Despite the growing awareness of sustainability amongst the general public, a conceptual model of a sustainable lifestyle among older people is missing. The existing reports from the WHOprovide some guidance on how to move along, as they touch upon items that are related to sustainability such as walkability, proximity to transportation stops and emergency preparedness, and highlight the need to improve the fit between people’s needs and the environments in which they live. Any effort to come up with such a conceptual model would have to acknowledge that energy conservation and sustainable behaviours among our older population, as was shown by Bennetts et al., are not an integral part of all older people’s lifestyles and day-to-day choices. Also, following Dikken et al.,many seemingly sustainable choices may be made purely out of financial necessity. New models and policies would have to acknowledge that in times of declining purchase power, the majority of older people living on the edge make sacrifices in terms of energy use in the broadest sense of the word due to financial constraints and not out of concern for the environment.
MULTIFILE
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
Van de hulpvragen die wijkteams krijgen, is zestig tot zeventig procent financieel van aard. Problematische schulden zijn vaak de aanleiding voor het eerste gesprek. Generalisten staan dan voor de opgave om in zo’n gesprek in te schatten welke dienstverlening de klant nodig heeft. Daarvoor moet er (snel) antwoord komen op allerlei vragen. Zijn de schulden problematisch en acuut? Hangen ze samen met vraagstukken op andere levensdomeinen? En zo ja, hoe dan? Leiden de schulden tot nieuwe problemen? Of zijn ze juist het gevolg van andere vraagstukken? En wat moet er op de korte, middellange en lange termijn gebeuren om het huishouden weer op de rit te krijgen? Wat doet de klant zelf en waarvoor heeft hij echt ondersteuning nodig? Wethouders en beleidsmedewerkers hebben hier ook mee te maken. Als financiële problemen de meest voorkomende reden zijn om een wijkteam op te zoeken, wat betekent dat dan voor de opdracht en inbedding van deze teams? Wat moet een generalist weten en kunnen? En hoe zijn de wijkteams verbonden met schuldhulpverlening? Deze handreiking biedt zowel generalisten als beleidsmedewerkers en wethouders inspiratie en kennis om burgers echt verder te helpen.
DOCUMENT
Dit artikel behandelt de eerste vier transformatiedoelen van de Jeugdwet. Hoe ver zijn we met de realisatie van deze transformatiedoelen, en wat zijn de dilemma’s en knelpunten bij de realisatie ervan? Wat maakt dat het wonderwoorden zijn? Bij elk transformatiedoel schetst de auteur een aantal van zijn observaties, mede geïnspireerd door onderzoek dat hij samen met anderen de afgelopen jaren heeft gedaan. Afsluitend gaat hij in op de implicaties voor het wonderwoord ‘professionele ruimte’, het vijfde transformatiedoel. “This is a post-peer-review, pre-copyedit version of an article published in 'Jeugdbeleid'. The final authenticated version is available online at: https://doi.org/10.1007/s12451-019-00218-7. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/robgilsing/
MULTIFILE