Service of SURF
© 2025 SURF
De schuldenproblematiek in Nederland is nog steeds groeiende. De impact op de schuldenaar, maar ook op de samenleving, is groot. Financiële problemen zijn voor een groot deel een gedragsvraagstuk. In deze dissertatie staat het gedrag van de groep consumenten met een financiële achterstand centraal. Uit de analyses blijkt dat het niet één specifieke gedraging is die leidt tot financiële problemen, maar een combinatie van verschillende gedragingen die het risico op financiële problemen vergroten. Zo spelen niet bijhouden van de administratie, post en niet vooruit plannen een rol. Analyses naar de oorzaken van deze gedragingen laten bovendien zien dat er verschillende factoren en processen zijn die samenhang vertonen met het financiële gedrag. Onder meer de rol van self-efficacy, self-control en sociale steun, is onderzocht en blijken een samenhang te hebben. Financiële problemen kennen een eigen dynamiek. Eenmaal geconfronteerd met financiële problemen, verandert het gedrag van de consument. Deze verandering wordt deels veroorzaakt, doordat hij zich moet aanpassen en bijvoorbeeld meer gaat bezuinigen. Maar de verandering van gedrag is ook het gevolg van processen zoals schaarste en een veranderende houding ten opzichte van schulden.
Het middelbaar beroepsonderwijs is een belangrijke emancipatiemotor voor jongeren met een migratie achtergrond. Tegelijkertijd zijn er zorgen over de toenemende gevoelens van vervreemding van deze jongeren ten aanzien van de Nederlandse samenleving. En over docenten die worstelen met handelingsverlegenheid wanneer ze hiermee worden geconfronteerd. Dit boek biedt een onthullende inkijk in de complexe dagelijkse leefwereld van een Randstedelijke mbo school voor Helpende Zorg en Welzijn. Op grond van concrete casussen wordt duidelijk dat er soms wel iets te verbeteren valt aan de solidariteit tussen studenten of aan het ‘spelgevoel’ van docenten. Maar een aanzienlijk deel van de problemen op school blijkt te wijten aan de aanhoudende organisatorische onrust ten gevolge van het ‘trilemma’ van kwaliteit, rendement en emancipatie waarvoor veel onderwijsinstellingen in Nederland zich tegenwoordig gesteld zien.
Professionals in zorg en welzijn hebben te maken met nieuwe vraagstukken rond de zorg en ondersteuning van mensen met ernstige psychische, sociale en lichamelijke beperkingen (RMO, 2001a). Aan de ene kant gaat het om basale ondersteuning in de woonsituatie, aan de andere kant betreft het de bevordering van participatie van deze burgers in de samenleving. Zorg en welzijn kunnen niet langer gescheiden van elkaar aangeboden worden. Het vereist een nieuwe geïntegreerde individuele én wijkgerichte aanpak. Deze aanpak vraagt om professionals die zowel kunnen werken aan de kant van individuele ondersteuning als aan de kant van sociale samenhang en maatschappelijke participatie.
Kunstenaars en andere ‘creatieven’ vinden steeds moeilijker betaalbare werkruimte. Atelierstichtingen en broedplaatsorganisaties zitten klem tussen oplopende kosten, teruglopende subsidies en de structureel zwak-ke inkomenspositie van de hurende kunstenaars. Een manifest van Platform BK, dat beeldend kunstenaars vertegenwoordigt, en de KunstenBond agendeert dit vraagstuk. Een bijkomend probleem vormt de hoogspan-ning op de vastgoedmarkt, waardoor panden zeer gewild zijn bij projectontwikkelaars en gemeenten geneigd zijn om voor de panden die zij aan deze organisaties verhuren andere draagkrachtigere huurders te zoeken. Medewerkers en management van broedplaatsorganisaties staan voor de uitdaging om hun businesscase maatschappelijk en financieel te verduurzamen. Dit vraagt om nieuwe waardeproposities en herpositionering ten opzichte van de gemeente en andere publieke en private stakeholders. Ook het profiel van de broed-plaatsprofessional verandert. Ontwikkelaars van broedplaatsen zijn veelal geleidelijk in hun organiseren-de/coördinerende rol gegroeid. Het speelveld van stedelijke (gebieds)ontwikkeling waarop zij opereren is echter dynamisch. De broedplaatsprofessional krijgt steeds nadrukkelijker de positie van stedelijke kwartiermaker: een nieuwe, hybride rol op het snijvlak van vastgoed, cultuur, welzijn en ruimtelijk(-economisch)e ontwikkeling. Dit project beoogt broedplaatsorganisaties te voeden met (bedrijfs-)strategieën om hun businessmodel toe-komstbestendig te maken en deze te vertalen naar benodigde competenties voor de betrokken professionals. Alleen zo kunnen zij blijven bijdragen aan de politiek gewenste levendige en veelkleurige stad, waar mensen graag wonen en bedrijven zich graag vestigen. Veel onderzoek onderbouwt dat steden die investeren in cultuur economisch beter presteren. Daarbij gaat het niet alleen om toptheaters en –musea maar juist ook om innova-tie en creativiteit ‘van onderop’. Fontys Hogescholen gaat deze problematiek onderzoeken met inzet van een breed consortium creatieve ver-zamelgebouwen, netwerk- en kennispartners. Gezamenlijk vertegenwoordigen deze organisaties ruim 300 ate-liergebouwen/broedplaatsen, 4.700 werkruimten en honderdveertig professionals. De broedplaatsenproble-matiek speelt bovendien in vrijwel alle G40-steden, hetgeen de resultaten van dit project potentieel relevant maakt voor honderden professionals bij gemeenten, woningcorporaties en andere vastgoedeigenaren.
Tijdens de COVID-19 pandemie worden aan burgers wetten en regels opgelegd en vrijheden ingeperkt, met grote en kleine gevolgen. Mensen kunnen hun geliefden beperkt zien en verliezen hun inkomen of woning. Dit onderzoek wil inzicht geven in keuzes die burgers maakten in relatie tot een specifieke coronamaatregel, door middel van verhalen uit de praktijk. Daarbij staat centraal wat het met iemand heeft gedaan. Heeft de burger bijvoorbeeld, overwogen zijn of haar recht te halen?Doel Professionals bewust maken wat - juridische - zelfredzaamheid in de praktijk betekent voor het realiseren van toegang tot het recht in deze bijzondere tijd. Resultaten Er worden twaalf korte documentaires gemaakt die de verhalen vertellen van de getroffenen tijdens de COVID-19 pandemie. In het bijzonder gaat het over hoe zij specifieke maatregelen hebben ervaren en of zij hebben geprobeerd hun recht te halen. Hieronder zijn de drie meest recente freedomentaries te bekijken. De Verpleegkundig Teamleider IC Charlot heeft het coronavirus van verschillende kanten ervaren, zowel privé doordat ze zelf besmet raakte, als in haar werk. 'In mijn functie als teamleider voel ik me verantwoordelijk voor het welzijn van patiënten en medewerkers. Maar ook in het hebben van vertrouwen dat die maatregelen er niet zonder reden zijn (...). We hebben zorgverlening en organisatie aan moeten passen door maatregelen, terwijl die het voor ons ook draaglijker moesten maken door het aantal besmettingen te reduceren. Dat voelde soms dubbel.' De leraar “Geen leerachterstand, maar een leefachterstand”, zo omschreef een scholier de coronasituatie in een ingezonden brief in de Volkskrant. Leraar Remy Balisteri kan zich hierin vinden. “Er zijn bepaalde ontwikkelingen in je leven die je niet zomaar even overdoet.” We hebben ons veel grondwettelijke vrijheden, zoals het recht op onderwijs, zonder al teveel morren laten afpakken, vindt hij. De coronatijd heeft Remy ervaren als een strijd met de waarden waar hij voor staat in het onderwijs, legt hij in deze freedomentarie uit. Een muzikant De coronamaatregelen gezien door de ogen van een muzikant. Voor Laura van der Stoep is muziek haar levensader. Vanwege de coronamaatregelen ervaart ze dat die live dialoog met het publiek is verdwenen en hoezeer ze dit nu juist mist. De mantelzorger In deze freedomentarie vertelt Monique Steijns haar verhaal, die afscheid heeft moeten nemen van haar vader die in een verpleeghuis woonde. De coronamaatregelen brachten rondom zijn overlijden extra druk met zich mee, vertelt ze. Looptijd 01 oktober 2020 - 28 februari 2021 Aanpak In dit visueel mediaonderzoek worden mensen geïnterviewd over hoe zij emotioneel, financieel of anderzijds geraakt zijn door een COVID-19 maatregel. De getroffenen worden via de sneeuwbal methode benaderd. De interviews zijn gebaseerd op een systemisch perspectief. Hoe verhouden wij ons in tijden van crisis tot regels en het rechtssysteem? Zijn er herkenbare patronen?
Het Platform Stad en wijk: participatie en veerkracht stelt zich ten doel om samenwerking en uitwisseling van lectoraten op het gebied van stad en wijk te intensiveren om van hieruit stapsgewijs tot gezamenlijke meerjarige onderzoeksprogramma’s te komen. De lectoraten willen met praktijkgericht onderzoek in steden, in nauw overleg met diverse stakeholders en vertegenwoordigers van de topsector Creatieve Industrie, gezamenlijk bijdragen aan het begrijpen en aanpakken van maatschappelijke vraagstukken in de stad: ongelijkheid en sociale uitsluiting, gezondheid, arbeid en inkomen, duurzaamheid en milieu, wonen, wijk- en gebiedsontwikkeling, relatie tussen overheid en burger.