De aanpak van gedigitaliseerde criminaliteit is een actueel en belangrijk vraagstuk voor de politie, dat door corona nog belangrijker werd. Cybercriminaliteit was ook vóór de coronapandemie al sterk in opkomst, maar het aantal geregistreerde gevallen nam het afgelopen jaar sterk toe. Dit onderzoek richt zich op de versterking van de aanpak op lokaal niveau, in het politiedistrict IJsselland. Het doel is enkele recente leerervaringen te verzilveren: Wat zijn de opgedane ervaringen in een grootschalig onderzoek naar vriend-in-noodfraude, waarbij tussen het basisteam IJsselland-Zuid en het cybercrimeteam van de eenheid Oost-Nederland werd samengewerkt? Waar loopt het IJssellandse digitaal flexteam tegenaan? Aan de hand van deze vragen wordt geprobeerd een eerste beeld te schetsen van de stand van zaken, van de mogelijkheden en van de uitdagingen waar het gaat om de aanpak van gedigitaliseerde criminaliteit anno 2021 – vooral op het lokale niveau. De toename van gedigitaliseerde vormen van criminaliteit is zodanig dat de politie hier op elk niveau in de organisatie op zal moeten inspelen. Volgens geïnterviewde politiemensen hebben ook al langer bekende criminelen de omschakeling naar het wereldwijde web gemaakt bij het plegen van misdaden. Kennis van de lokale situatie en van de digitale dimensie van criminaliteit zijn beide cruciaal geworden voor goed gebiedsgebonden politiewerk. Ondersteuning van basisteams en districtsrecherche met opleidingen, faciliteiten en de invoering van nieuwe functies (bv. taakaccenthouders in de basisteams of digitale wijkagenten) kunnen daarbij als belangrijke, zij het nog beperkt ingevulde randvoorwaarden worden beschouwd. Daarnaast lijkt samenwerking voor de districten van groot belang. Gedigitaliseerde criminaliteit is vaak sterk vertakt, waarbij daders zich zelden tot een klein geografisch gebied beperken. Om te zorgen dat cybercriminaliteit toch kan worden aangepakt, ook op het districtelijke niveau, is samenwerking met onder meer het cybercrimeteam Oost-Nederland cruciaal gebleken. Zo heeft een projectmatige samenwerking tussen het district IJsselland en dit team in korte tijd aanzienlijk resultaat opgeleverd: na een ‘veegweek’ kon in 26 zaken een strafrechtelijke reactie volgen, waarbij twee digitale oplichters fikse celstraffen kregen
MULTIFILE
Binden en boeien van jonge talentvolle medewerkers is dé uitdaging voor het personeelsbeleid van de universiteiten in de komende jaren. Een vergrijzend personeelsbestand gecombineerd met een forse battle for brains door krapte op de arbeidsmarkt voor hoger opgeleiden, hebben ervoor gezorgd dat bij elke universiteit en faculteit jong talent hoog op de beleidsagenda staat. En niet alleen op de agenda, ook in de praktijk wordt er gewerkt aan het binnenhalen en vasthouden van jonge talentvolle wetenschappers. Diverse maatregelen en instrumenten worden ingezet, variërend van Tenure Track tot een loopbaancoach en introductieprogramma’s. Om inzicht te krijgen in de maatregelen die universiteiten nemen voor het werven, selecteren en begeleiden van jonge talenten én welke van deze maatregelen ook daadwerkelijk effectief zijn, heeft SoFoKleS – Sociaal Fonds voor de KennisSector – aan Radboud Universiteit Nijmegen en Hogeschool Utrecht de opdracht gegeven om een staalkaart te maken van het talentbeleid op Nederlandse universiteiten. In het onderzoek is gekeken welk beleid er is ontwikkeld en wat daarvan in de uitvoering terecht komt. Maar bovenal hebben de onderzoekers gekeken naar de behoeften en wensen van jonge talentvolle wetenschappers en naar de mate waarin het beleid en de uitvoering daarvan tegemoet komt aan die behoeften bijbehorende uitvoering die behoeften tegemoet komen.