In this article the work of power through discourse in music education in primary schools in the Netherlands is examined. After introducing the central concepts of culture, practice, discourse, and power, the current dominant musical discourse in the Netherlands is presented as expressed in three nested perspectives: the perspective of music as a specialist domain, the perspective of music as (essentially instrumental) performance, and the perspective of music as Art. Then, a central document in current music educational developments in Dutch primary schools is analyzed. It is demonstrated that specifically the perspectives of music as a specialist domain and (partly) music as (instrumental) performance have a strong presence in the document. The article finishes with calling for more attention to the workings of dominant musical discourse in music pedagogical debates.
LINK
Met een consortium van muziekdocenten die zich gespecialiseerd hebben in ouderen en muziek voerde het lectoraat Lifelong Learning in Music van 2010-2012 onderzoek uit naar het leren bespelen van een instrument op oudere leeftijd. Maar hoe is het om voor het eerst een instrument te leren bespelen in de drukste levensfase in combinatie met kinderen en werk. Linda Hendriks leerde klarinet te spelen in deze levensfase en reflecteerde op de uitkomsten van eerder onderzoek naar muziekbeoefening door volwassenen en de rol van oefening daarbij. Zij relateert deze onderzoeksbevindingen aan haar eigen vertrekpunt en ervaringen. Ze gebruikt hierbij onder meer de uitkomsten van literatuuronderzoek uitgevoerd door Peter Mak naar de versnelling van het uitvoeringstempo voor oudere instrumentalisten, dat deel uitmaakte het lectoraatsonderzoek naar ouderen en muziek.
Sinds de invoering in 1998 van de Tweede Fase in het Middelbaar Onderwijs is er een nieuw elan geslopen in discussies die gaan over wat interdisciplinariteit in de kunsten precies betekent en hoe deze van betekenis kan zijn voor het kunstonderwijs. Tot het moment van invoering werd het kunstonderwijs op de middelbare school op een monodisciplinaire wijze vorm gegeven, maar met de invoering kwam het fenomeen interdisciplinariteit veel directer in de schijnwerpers van het onderwijs te staan. De vakken CKV 1 – 3 (Culturele en Kunstzinnige Vorming) hadden veel nadrukkelijker een gemeenschappelijke benadering van de kunsten als vertrekpunt en die benadering richtte zich heel direct op gemeenschappelijke kenmerken van de kunstdisciplines.
In dit onderzoek staat de vraag centraal hoe Syrische vluchtelinggezinnen erin slagen een leven op te bouwen in Nederland, en hoe persoonlijke-, gezins- en omgevingsfactoren hierin op elkaar inwerken.
In dit onderzoek staat de vraag centraal hoe Syrische vluchtelinggezinnen erin slagen een leven op te bouwen in Nederland, en hoe persoonlijke-, gezins- en omgevingsfactoren hierin op elkaar inwerken.Doel Het onderzoek richt zich op uiteenlopende gevolgen van gedwongen migratie voor verschillende generaties en de invloed daarvan op relaties tussen ouders en kinderen en op het inburgeringsproces van individuele gezinsleden. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afloop vind je hier een samenvatting van de resultaten. Op de website De Karavanserai zijn blogs te lezen over het onderzoek. Luister hieronder en via je favoriete podcastapp de podcastaflevering van Lessen uit #HUonderzoek waarin Ada haar bevindingen deelt. Artikelen: Ruis, A. (2019). Building a new life and (re)making a family. Young Syrian refugee women in the Netherlands navigating between family and career Journal of Family Research / Zeitschrift für Familienforschung, 31(3), 287-302. doi: 10.3224/zff.v31i3.03. Ruis, A. (2016). ‘Ik heb een plan!’ Hoe Nabil uit Syrië aan zijn toekomst werkt Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, 2, 16-19. Ruis, A. (2015). ‘Nederland is goed want hier is vrijheid’. Hoe Layla uit Syrië aan Nederland went Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, 4, 30-33. Looptijd 01 september 2016 - 01 september 2023 Aanpak In dit onderzoek worden twaalf gezinnen in vier gemeenten gedurende vijf jaar gevolgd. Etnografisch onderzoek is een intensieve vorm van onderzoek dat zich richt op een relatief klein aantal respondenten over wie veel data verzameld worden. Het streeft naar het verwerven van inzicht in insiders’ perspectieven van mensen in de onderzoeksgroep en in ontwikkelingen op langere termijn. Er worden verschillende kwalitatieve onderzoeksmethoden ingezet waaronder participerende observatie, open interviews, levensverhalen interviews, etnografische veldnotities, literatuur- en ander bronnenonderzoek. In gesprekken met kinderen worden technieken als fotografie en spelvormen ingezet.