Background: Due to differences in the definition of frailty, many different screening instruments have been developed. However, the predictive validity of these instruments among community-dwelling older people remains uncertain. Objective: To investigate whether combined (i.e. sequential or parallel) use of available frailty instruments improves the predictive power of dependency in (instrumental) activities of daily living ((I)ADL), mortality and hospitalization. Design, setting and participants: A prospective cohort study with two-year followup was conducted among pre-frail and frail community-dwelling older people in the Netherlands. Measurements: Four combinations of two highly specific frailty instruments (Frailty Phenotype, Frailty Index) and two highly sensitive instruments (Tilburg Frailty Indicator, Groningen Frailty Indicator) were investigated. We calculated sensitivity, specificity, positive predictive value (PPV), and negative predictive value (NPV) for all single instruments as well as for the four combinations, sequential and parallel. Results: 2,420 individuals participated (mean age 76.3 ± 6.6 years, 60.5% female) in our study. Sequential use increased the levels of specificity, as expected, whereas the PPV hardly increased. Parallel use increased the levels of sensitivity, although the NPV hardly increased. Conclusions: Applying two frailty instruments sequential or parallel might not be a solution for achieving better predictions of frailty in community-dwelling older people. Our results show that the combination of different screening instruments does not improve predictive validity. However, as this is one of the first studies to investigate the combined use of screening instruments, we recommend further exploration of other combinations of instruments among other study populations.
Wereldwijd worden mensen steeds ouder en het aandeel ouderen binnen de bevolking neemt toe. Dit leidt ook tot een toename van het aantal ouderen dat kwetsbaar is. Ondanks dat de term kwetsbaarheid, in het Engels ‘frailty’ genoemd, vaak gebruikt wordt, is er nog geen consensus over wat dit precies inhoudt. Onderzoekers en zorgprofessionals gebruiken diverse benaderingen met diverse, bijbehorende meetinstrumenten. Desondanks is men het er wel over eens dat kwetsbaarheid leidt tot negatieve gezondheidsuitkomsten. Onderzoek laat zien dat kwetsbare ouderen een verhoogd risico hebben op bijvoorbeeld overlijden, opname in een ziekenhuis en beperkingen in het uitvoeren van dagelijkse activiteiten (ADL). Om dit te voorkomen en mensen te ondersteunen of een behandeling aan te bieden, is het van belang dat we ouderen die kwetsbaar zijn goed kunnen identificeren. Op die manier worden mensen niet onterecht als kwetsbaar aangemerkt. Als namelijk de verkeerde groep mensen behandeld wordt zal het effect van een eventuele behandeling minimaal zijn en zullen de zorgkosten onnodig stijgen. Daarentegen zullen kwetsbare mensen die de zorg wel nodig hebben, deze wellicht niet ontvangen wanneer ze verkeerd gediagnostiseerd worden. De doelen van dit proefschrift zijn: (1) het verkrijgen van meer inzicht in de functionele profielen die behoren bij verschillende stadia van kwetsbaarheid; (2) het onderzoeken welke beschermende factoren het pad van kwetsbaarheid naar (verdere) negatieve gezondheidsuitkomsten kunnen beïnvloeden; en (3) het vergroten van de kennis van psychometrische eigenschappen van veelgebruikte vragenlijsten die kwetsbaarheid meten.
Restrictive measures due to the COVID-19 pandemic may cause problems in the physical, social, and psychological functioning of older people, resulting in increased frailty. In this cross-sectional study, we aimed to assess the prevalence and characteristics of frailty, to examine differences in perceived COVID-19-related concerns and threats between frail and non-frail people and to identify variables associated with frailty in the first wave of the COVID-19 pandemic, in Dutch older people aged ≥ 65 years. We used data from the Lifelines COVID-19 Cohort Study. The Groningen Frailty Indicator (GFI) was used, with a score ≥ 4 indicating frailty. Frailty was described per domain (i.e., physical, cognitive, social, and psychological). The association between demographic, health and lifestyle variables and frailty was determined with logistic regression analyses. Frailty was present in 13% of the 11,145 participants that completed the GFI. Most items contributing to a positive frailty score were found within the social domain, in the frail (51%) and the non-frail (59%) persons. For items related to concerns and threats, a significantly higher proportion of frail people reported being worried or feeling threatened. In conclusion, during Corona restrictions, prevalence of frailty was considerable in older people from the Northern Netherlands, with one in eight being frail. Frailty was characterized by social problems and frail people were more often worried and felt threatened by the COVID-19 pandemic.
In het PRIMa mond CARE project wordt onderzocht in hoeverre de mondgezondheid bijdraagt aan de voorspelling van kwetsbaarheid bij thuiswondende ouderen.Doel Het doel van het PRIMa mond CARE project is te onderzoeken in hoeverre mondgezondheid bijdraagt aan de voorspelling van kwetsbaarheid bij thuiswonende ouderen. Resultaten Voor het onderzoek zijn 1202 ouderen geïncludeerd, waarvan 45% mannen. De gemiddelde leeftijd van de participanten was 73 jaar. De eerste resultaten laten verbanden zien tussen kwetsbaarheid en onderstaande gezondheidsfactoren: • het bezoeken van de tandarts voor een spoedconsult; • het ervaren van ongemakken in de mond; • het aanpassen van de voeding als gevolg van ongemakken in de mond en • het dragen van een gebitsprothese. De volgende artikelen over dit onderzoek zijn inmiddels gepubliceerd: 'Probing problems and priorities in oral health among community dwelling elderly in the Netherlands' in het International Journal of Health Sciences and Research. In het International Journal of Health Services is het artikel 'Needs in Sevice Provision for Older People: An comparison Between Greater Manchester (United Kingdom) and Utrecht (the Netherlands)' gepubliceerd. Recentelijk verscheen ‘’Measurement properties of oral health assessments for non-dental professionals in older people: a systematic review’’ in het BMC Geriatrics. Looptijd 01 november 2016 - 01 juli 2020 Aanpak De huisarts brengt met een softwareprogramma genaamd ‘’U-PRIM’’ de groep potentieel kwetsbare ouderen in kaart. De mensen uit deze screening komen in fase twee: U-CARE. Zij ontvangen een vragenlijst: de Groningen Frailty Indicator. Met de uitkomsten van de vragenlijsten worden de domeinen van kwetsbaarheid gedefinieerd. Deze mensen krijgen huisbezoek van een praktijkverpleegkundige die een zorgplan op maat maakt. De verpleegkundige screent tijdens dit bezoek de oudere ook op mondgezondheidsproblemen, naast de algemene gezondheidscontrole. Daarnaast zijn de gegevens uit het tandartsenbestand gekoppeld aan de gegevens van de huisarts. Ook zijn twee vragen over mondgezondheid toegevoegd aan de Groningen Frailty Indicator. Aan de deelnemers van het onderzoek is toestemming gevraagd om de tandartsgegevens op te vragen bij de tandarts en deze te koppelen aan de huisartsgegevens. Daarnaast zijn alle gegevens anoniem verwerkt.