Invited presentation on the International Women's Artistic Gymnastics Conference
DOCUMENT
Physical Literacy gaat er in de kern om dat mensen beschikken over eigenschappen die het mogelijk maken een leven lang bewegen. Het begrip heeft een aantal implicaties voor het bewegingsonderwijs. Door Physical Literacy wordt het bewegingsonderwijs geïnspireerd een bijdrage te leveren aan de actuele beweegstatus van de leerlingen, maar óók aan een leven lang bewegen. Politiek is het concept Physical Literacy relevant in zoverre het fungeert als ankerpunt om idealen met betrekking tot bewegen en sport te agenderen en te vertalen in maatschappelijke praktijken. Het bewegingsonderwijs kan er alleen maar sterker, waardevoller en relevanter van worden.
LINK
Het bewegingsonderwijs op scholen draagt nadrukkelijk bij aan de sport- en beweegcultuur in Nederland. In dit artikel wordt de staat van het bewegingsonderwijs in Nederland opgemaakt. Soms wordt dit type onderwijs ook genoemd gymnastiek of Lichamelijke Opvoeding. Bewegingsonderwijs staat op het lesrooster in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs (algemeen vormend en beroepsonderwijs) en soms op het middelbaar beroepsonderwijs. We nemen ook mee hoe NOC*NSF en de politiek staan tegenover het bewegingsonderwijs. Daartoe spraken we met Erik Lenselink, manager sportontwikkeling NOC*NSF en lid van de BVVS. We ronden dit artikel af met enkele opmerkingen over he belang van bewegingsonderwijs.
DOCUMENT
Aanleiding: Zoetermeer heeft een uitgebreid beleid op het gebied van sport, gericht op vergroting van de sportparticipatie. Verschillende vormen van subsidie en verenigingsondersteuning maken deel uit van het beleidsinstrumentarium. De Rekenkamercommissie wil graag weten of sprake is van een transparant ondersteuningsbeleid en hoe de ontvangen subsidie de contributie en toegankelijkheid van de verschillende verenigingen beïnvloedt. Vraagstelling: Voorliggende rapportage beoogt op basis van ambtelijke stukken, gemeentelijke jaarrekeningen, interviews en verenigingsonderzoek de raad inzicht te verschaffen in de mate van effectiviteit en doelmatigheid van het gevoerde beleid. Om dit te bewerkstelligen is de volgende hoofdvraag geformuleerd. 'Hoe worden de sportverenigingen in Zoetermeer gefaciliteerd door de gemeente, welke overwegingen liggen hieraan ten grondslag en hoe effectief en doelmatig is het verenigingsondersteuningsbeleid?'
DOCUMENT
Bij de Zwemschool Instituut voor Sportstudies is in kaart gebracht welke factoren mogelijk een rol spelen bij de manier waarop kinderen het watergewenningstraject doorlopen. De voorgeschiedenis van 23 kinderen is bevraagd en bij de eerste en de tiende les zijn deze kinderen geobserveerd om de mate van waargenomen angst en het niveau van zwemvaardigheid te meten. Uit deze observatie kwam naar voren dat net zoals in eerdere onderzoeken kinderen die ouder zijn meer vooruitgang lieten zien op het gebied van zwemvaardigheid. Daarnaast bleek dat kinderen die eerder regelmatig hebben gezwommen de eerste les minder angst lieten zien en een hoger niveau op zwemvaardigheid toonden. Ditzelfde gold voor kinderen die al aan andere sporten deden (bijvoorbeeld gymnastiek). Echter verdween deze voorsprong bij beide groepen gedurende zwemlessen.
DOCUMENT
In dit hoofdstuk nuanceren de auteurs eerdere berekeningen van het marktaandeel van de georganiseerde sport. Dit doen zij door meerdere berekeningsmethoden toe te passen en naar verschillende doelgroepen en sporten te kijken.
DOCUMENT
In dit artikel van de Volkskrant wordt ingegaan op de conclusies van het onderzoek naar de zin en onzin van krachttraining voor wedstrijdzwemmers
DOCUMENT
Essay over de ontwikkeling van het gemeentelijk sportbeleid in de periode van 1949 tot 1999 ter gelegenheid van het vijftigjarige bestaan van de Landelijke Contactraad, die later is opgegaan in de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG)
DOCUMENT
The European Primary Physical Education Teacher Program (EPRIME) project sees a need and opportunity to help teachers to reimagine their PE lessons and PA offering at pre-school and primary school levels. With it, we seek to improve the quality of PE and the promotion of an active andhealthy lifestyle from an early age across Europe.To reach this goal, 6 partners from 5 countries with 1 European network develop a teachers’ education program that empowers to better impact on the motor skills and psycho-social development of 4-to-7-year-old pupils. Plus, we provide applicable resources that supportawareness-raising initiatives to better include children, parents, sport coaches and other stakeholders in our learning objectives.In order to ensure that the educational program is in line with the wishes and needs of the teachers we organized focus group sessions in the different partner countries, and set out to identify challenges and weak points at personal, organizational and system levels. Furthermore, we identified good practices within the different partner countries to use as assets for the EPRIMEproject.The results of the focus group sessions were categorized into four main themes, factors associated with (1) the teacher, (2) the PE class, (3) other stakeholders, (4) practical considerations.
DOCUMENT
Verslag van een onderzoek naar de omgang van leerkrachten met potentieel problematische kinderen in een multiculturele basisschool, met oog voor het contact tussen kinderen en leerkrachten. Betsy Hijlkema schetst een portret uit het dagelijks leven van twee leerkrachten. Dit onderzoek beoogt een beeld te geven van de competenties die leerkrachten in een etnisch heterogene school nodig hebben om de risicos die kinderen lopen op gedragsproblemen te vermijden. De resultaten zijn bedoeld als input voor opleiders en hun studenten in de lerarenopleiding en professionalisering.
DOCUMENT