Het vakgebied informatica blijft kampen met een technisch imago. Daardoor komt een opleiding informatica niet in aanmerking bij meisjes. Dit is iin van de conclusies uit het onderzoek Het imago van I . Dit onderzoek is uitgevoerd door Miranda Valkenburg, hoofd Communicatie van de HBO-I stichting, het samenwerkingsverband van hbo ict-opleidingen in Nederland. Onderzocht is welk beeld scholieren in het voortgezet onderwijs (havo en vwo) en middelbaar beroepsonderwijs hebben van informaticaopleidingen. Naast inzicht in de beeldvorming omtrent (hbo-)informaticaopleidingen geeft het onderzoek inzicht in de keuzefactoren die een rol spelen bij de orikntatie op vervolgopleidingen in het algemeen. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste scholieren een realistisch beeld hebben van informaticaopleidingen. Het vakgebied blijft echter kampen met een technisch imago, waardoor vooral meisjes aangeven dat ze niet kiezen voor een informaticaopleiding. De doelgroep is van mening dat er voldoende werkgelegenheid in de informaticasector is, met goede mogelijkheden op goede banen in vele soorten bedrijven en organisaties. De groep potentikle studenten kan zich echter geen concrete voorstelling maken van de mogelijke beroepen na afronding van een informaticaopleiding. Ook blijkt dat scholieren niet weten dat een diploma havo of vwo, ongeacht profiel, toegang biedt tot een hbo-informaticaopleiding.
Het vakgebied informatica blijft kampen met een technisch imago. Daardoor komt een opleiding informatica niet in aanmerking bij meisjes. Dit is een van de conclusies uit het onderzoek Het imago van I . Dit onderzoek is uitgevoerd door Miranda Valkenburg, hoofd Communicatie van de HBO-I stichting, het samenwerkingsverband van hbo ict-opleidingen in Nederland. Onderzocht is welk beeld scholieren in het voortgezet onderwijs (havo en vwo) en middelbaar beroepsonderwijs hebben van informaticaopleidingen. Naast inzicht in de beeldvorming omtrent (hbo-)informaticaopleidingen geeft het onderzoek inzicht in de keuzefactoren die een rol spelen bij de orikntatie op vervolgopleidingen in het algemeen. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste scholieren een realistisch beeld hebben van informaticaopleidingen. Het vakgebied blijft echter kampen met een technisch imago, waardoor vooral meisjes aangeven dat ze niet kiezen voor een informaticaopleiding. De doelgroep is van mening dat er voldoende werkgelegenheid in de informaticasector is, met goede mogelijkheden op goede banen in vele soorten bedrijven en organisaties. De groep potentikle studenten kan zich echter geen concrete voorstelling maken van de mogelijke beroepen na afronding van een informaticaopleiding. Ook blijkt dat scholieren niet weten dat een diploma havo of vwo, ongeacht profiel, toegang biedt tot een hbo-informaticaopleiding.
Eén van de doelstellingen van de HBO-I stichting is het hbo ict-onderwijs dusdanig profileren dat toekomstige studenten alsmede de arbeidsmarkt een helder en herkenbaar beeld verkrijgen van hbo ict-onderwijs. In 1994 heeft het HBO-I een onderzoek laten uitvoeren onder scholieren uit het middelbaar onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs en onder studenten uit het hoger beroepsonderwijs. Aanleiding voor dat onderzoek was de dalende instroom van informaticastudenten aan hogescholen en de lage instroom van vrouwelijke studenten. Doel van het onderzoek was tweeledig: inzicht verwerven in de beeldvorming omtrent hbo-informaticaopleidingen bij de potentiële instroom en aanknopingspunten vinden voor het beleids- en activiteitenplan teneinde de potentiële instroom zo effectief mogelijk te bereiken. Op basis van de resultaten zijn aanbevelingen gedaan ten aanzien van de voorlichting. Mede op basis hiervan heeft het HBO-I voorlichtingsmateriaal ontwikkeld. Na jaren van groei stabiliseerde eind jaren negentig de instroom van informaticastudenten aan de hogescholen. De instroom van vrouwelijke kandidaten is al die tijd laag gebleven. De vraag hoe het HBO-I de potentiële instroom zo goed mogelijk kon informeren en zo effectief mogelijk kon bereiken, vormde de aanleiding voor een herhaling van het onderzoek in 2001. In het kader van het Europese Equalproject Ict-STER is in studiejaar 2005-2006 het onderzoek - in aangepaste vorm - voor de derde maal gehouden. Het onderzoek geeft inzicht in keuzemotieven van scholieren (v/m) en het beeld dat zij van ict (studeren). Ook biedt het aanknopingspunten om de activiteiten in het kader van Ict-STER zo effectief mogelijk te laten zijn. De resultaten zijn vergeleken met die uit 1994 en 2001.
Artificial Intelligence (AI) wordt realiteit. Slimme ICT-producten die diensten op maat leveren accelereren de digitalisering van de maatschappij. De grote innovaties van de komende jaren –zelfrijdende auto’s, spraakgestuurde virtuele assistenten, autodiagnose systemen, robots die autonoom complexe taken uitvoeren – zijn datagedreven en hebben een AI-component. Dit gaat de rol van professionals in alle domeinen, gezondheidzorg, bouwsector, financiële dienstverlening, maakindustrie, journalistiek, rechtspraak, etc., raken. ICT is niet meer volgend en ondersteunend (een ‘enabling’ technologie), maar de motor die de transformatie van de samenleving in gang zet. Grote bedrijven, overheidsinstanties, het MKB, en de vele startups in de Brainport regio zijn innovatieve datagedreven scenario’s volop aan het verkennen. Dit wordt nog eens versterkt door de democratisering van AI; machine learning en deep learning algoritmes zijn beschikbaar zowel in open source software als in Cloud oplossingen en zijn daarmee toegankelijk voor iedereen. Data science wordt ‘applied’ en verschuift van een PhD specialisme naar een HBO-vaardigheid. Het stadium waarin veel bedrijven nu verkeren is te omschrijven als: “Help, mijn AI-pilot is succesvol. Wat nu?” Deze aanvraag richt zich op het succesvol implementeren van AI binnen de context van softwareontwikkeling. De onderzoeksvraag van dit voorstel is: “Hoe kunnen we state-of-the-art data science methoden en technieken waardevol en verantwoord toepassen ten behoeve van deze slimme lerende ICT-producten?” De postdoc gaat fungeren als een linking pin tussen alle onderzoeksprojecten en opdrachten waarbij studenten ICT-producten met AI (machine learning, deep learning) ontwikkelen voor opdrachtgevers uit de praktijk. Door mee te kijken en mee te denken met de studenten kan de postdoc overzicht en inzicht creëren over alle cases heen. Als er overzicht is kan er daarna ook gestuurd worden op de uit te voeren cases om verschillende deelaspecten samen met de studenten te onderzoeken. Deliverables zijn rapporten, guidelines en frameworks voor praktijk en onderwijs, peer-reviewed artikelen en kennisdelingsevents.
Het lectoraat Applied Quantum Computing is een samenwerking tussen de Hogeschool van Amsterdam en het Centrum Wiskunde en Informatica. Dit lectoraat gaat zich bezig houden met het leggen van een verbinding tussen enerzijds fundamenteel onderzoek en anderzijds praktische problemen. In een samenwerking met IBM, Capgemini en Qusoft zullen cases en experimenten worden uitgevoerd hoe Quantum Computing bedrijven gaat beïnvloeden. Op het gebied van Quantum Communication zal onderzocht worden hoe m.b.v. Quantum Technologie gekomen kan worden tot een veilige communicatie. Ook zal aangesloten worden bij onderzoek naar en onderwijs worden ontwikkeld rondom hoe quantum mechanische effecten praktisch ingezet kunnen worden om metingen te verrichten. Onderzoek zal verricht worden naar het implementeren van theoretische oplossingen als bedacht in de laboratoria van universiteiten voor problemen bij bedrijven en instellingen. Binnen de Hogeschool van Amsterdam zal aansluiting worden gezocht met het onderzoek dat wordt gedaan binnen diverse lectoraten van de Faculteit DMCI, zoals responsible IT (i.o) en Urban Analytics en met de onderzoekers van de groep Urban Technology van de faculteit Techniek. In het onderwijs wordt een relatie bestendigd met opleidingen als HBO-ICT, waarvoor een minor wordt ontwikkeld, en Technische Natuurkunde. Daarbuiten zal verder gewerkt worden aan een netwerk om te komen tot een ecosysteem van instellingen en bedrijven. De Hogeschool van Amsterdam draagt Marten Teitsma als lector voor. Marten Teitsma heeft heeft veel ervaring in het onderwijs, ontwikkeling daarvan, als leidinggevende en is gepromoveerd in de Artificiële Intelligentie. Binnen de hogeschool heeft hij het initiatief genomen tot diverse activiteiten op het gebied van Quantum Computing.
In 2023 treedt de Omgevingswet (OW) in werking. Veel aandacht gaat uit naar juridische en digitale aspecten; weinig naar fysiek-ruimtelijke en sociale aspecten. HBO-instellingen werken nog niet complementair aan de vraag hoe zij kunnen meegroeien met en anticiperen op implementatie van de Omgevingswet. Het platform GROW wil hier verandering in brengen door te zorgen voor synergie van praktijkgericht onderzoek gericht op de duurzame – GRoene – ontwikkeling van de leefomgeving gekoppeld aan implementatie van de Omgevingswet. Dit moet leiden tot meer kennis over de impact van de Omgevingswet op de hogescholen, een gezamenlijke onderzoeksagenda en aanpassing van curricula. We richten ons daarbij op zowel inhoud, de processen als de governance en stellen ecologische en circulaire principes centraal. Via het platform gaan we onze netwerken, kennis en ervaring delen en worden voorstellen uitgewerkt voor gezamenlijk praktijkonderzoek naar de duurzame, groene effectuering van de Omgevingswet. GROW duidt ook de ambitie om het netwerk van 8 enthousiaste lectoren te laten groeien samen met experts en relevante publieke en private belanghebbenden. GROW sluit aan op de missie van de topsectoren en de daarop gebaseerde Kennis- en Innovatie Agenda’s; met name de thema’s ‘Energietransitie en duurzaamheid’, ‘Landbouw, water, voedsel’ en ‘Gezondheid en zorg’. We bepleiten een systeem- en gebiedsaanpak om de beoogde doelen te halen en cross-overs tot stand te brengen, in lijn met de KIA Land, Water, Voedsel. We sluiten aan op de thema’s ‘Gezondheid en welzijn’, ‘Veerkrachtige samenleving: in de wijk, stad en regio’ en ‘Gebouwde omgeving duurzaam en leefbaar’ van de strategische onderzoekagenda voor het hbo. GROW kan dankzij het wijdverbreide netwerk de ambitie van SIA voor nauwere samenwerking met de VNG ondersteunen. Het platform is verbonden met de Nationale Wetenschapsagenda en het programma ‘Aan de slag met de Omgevingswet’. Planbureau van de Leefomgeving heeft de intentie om ons platform te ondersteunen.