Objective: Health beliefs of overweight adults who did and did not enter an exercise program were compared to identify possible factors that hamper people to increase physical exercise. Method: Participants (n = 116, 78 women and 38 men) were overweight adults without comorbidities. Self-report instruments examined the burden of suffering, beliefs related to physical exercise and obesity, somatic complaints, and obesity-related quality of life of new participants of exercise programs versus sedentary non-exercisers. Results: Mean BMI of exercisers was and of non-exercisers was 34.6 (7.0) and 32.8 (5.8) respectively. The exercisers were more often female, had fathers with less overweight, and considered overweight a more serious health problem. Fear of injury was higher and perceived health benefits were lower in the non-exercisers, who also more often attributed their overweight to physical causes and believed overweight to be irreversible. Body weight, age, education level, somatic complaints, and quality of life of the groups were comparable. Conclusion: With respect to health beliefs, overweight non-exercisers reported more fear of injury and perceived their overweight as more irreversible than exercisers. Considering these factors in intervention and public health promotion may help overweight sedentary people to start physical exercise.
Youth with chronic diseases or physical disabilities (CDPD) often show reduced fitness and physical activity (PA) levels and participate less in organized sports compared with healthy peers. The purpose of this study was to examine the associations between participation in sports and health-related fitness and PA in youth with CDPD. A total of 163 subjects (mean age 14 years; range 8-19 years) with CDPD were included in this cross-sectional study, with 81 participating in organized sports and 82 not. Subjects were recruited between October 2014 and November 2016. Aerobic and anaerobic fitness, agility, and muscle strength were assessed in the laboratory, whereas PA was monitored in daily life using accelerometry during 1 week. Linear regression analyses were used to assess the associations of sports participation (independent variable) with health-related fitness and PA (dependent variables). Results show that youth with CDPD participating in organized sports 2 times a week performed better on all outcome measures. They reached a higher peak oxygen uptake (difference of 4.9 ml O2·kg-1·min-1, P = 0.001) compared with their peers not participating in sports. Also, anaerobic fitness, agility, muscle strength, and PA were all positively associated with sports participation. Moreover, the association between sports participation and aerobic fitness was mediated by PA for 31% (P = 0.045). In conclusion, participation in sports is associated with both higher levels of PA and health-related fitness in youth with CDPD. Promotion and stimulation of participation in sports seems a good way to promote health-related fitness as well as a healthy active lifestyle in youth with CDPD.
Background Evidence about the impact of the COVID-19 pandemic on existing health inequalities is emerging. This study explored differences in mental health, sense of coherence (SOC), sense of community coherence (SOCC), sense of national coherence (SONC), and social support between low and high socioeconomic (SES) groups, and the predictive value of these predictors for mental health. participants and procedure A cross-sectional study was conducted using an online survey in the Netherlands in October 2021, comprising a total of 91 respondents (n = 41, low SES; n = 50, high SES). results There were no differences in mental health, SOC, SOCC, SONC, and social support between the groups. SOC was a predictor for mental health in both groups and SOCC for the low SES group. conclusions We found that both SOC and SOCC predict mental health during the pandemic. In the article we reflect on possible pathways for strengthening these resources for mental health.
De 2SHIFT SPRONG-groep is een samenwerkingsverband van HAN University of Applied Sciences en Fontys Hogescholen. Onze ambitie is het vergroten van eerlijke kansen op gezond leven. Dit doen we door het vormgeven en versterken van gemeenschappen als fundament voor het creëren van eerlijke kansen op gezond leven. Vanuit deze gemeenschappen wordt in co-creatie gewerkt aan structuur (i.e. systeem), sociale en technologische innovaties. Deze ambitie sluit aan bij de centrale missie KIA Gezondheid en Zorg om bij te dragen aan goede gezondheid en het verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Ook draagt het bij aan deelmissie 1. het voorkomen van ziekte, waarbij wij uitgaan van het concept Positieve Gezondheid en Leefomgeving. Én het zorgt voor het verplaatsen van ondersteuning en zorg naar de leefomgeving (deelmissie 2), doordat gemeenschappen hiervoor een stevig fundament vormen. De gemeenschap is geoperationaliseerd als een samenwerking tussen inwonersinitiatieven (i.e. informele actoren) én professionals vanuit wonen, welzijn, zorg en gemeenten (i.e. formele actoren) die bestuurlijk en beleidsmatig worden ondersteund. Toenemend wordt een belangrijke rol en meer verantwoordelijkheid toebedeeld aan inwoners en wordt de noodzaak van sectoroverstijgende, inclusieve samenwerking tussen deze actoren in lokale fieldlabs benadrukt. 2SHIFT start daarom in vier fieldlabs: twee dorpen en twee wijken in (midden-)stedelijke gebieden, waar in vergelijking met groot-stedelijk gebied (zoals Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) andere dynamieken en mechanismen een rol spelen bij het creëren van eerlijke kansen op een gezond leven. Om impact in onderwijs en praktijk te realiseren werken we nauw samen met studenten, docenten én met inwoners, professionals, bestuurders en beleidsmakers uit wonen, welzijn, zorg en gemeenten én landelijke kennispartners (“quadruple helix”). 2SHIFT brengt transdisciplinaire expertise én verschillende onderzoeksparadigma’s samen in een Learning Community (LC), waarin bestaande kennis en nieuwe kennis wordt samengebracht en ontwikkeld. Over 8 jaar is 2SHIFT een (inter)nationaal erkende onderzoeksgroep die het verschil maakt.
Intervisieproces met Femke Merkx als begeleider t.b.v. dossier 2015-02-72P eHealth in de wijk: Ondersteuning voor de wijkverpleegkundige bij het indiceren van eHealth.
De inzet van blended care in de zorg neemt toe. Hierbij wordt fysieke begeleiding (face-to-face) met persoonlijke aandacht door een zorgprofessional afgewisseld met digitale zorg in de vorm van een platform of mobiele applicatie (eHealth). De digitale zorg versterkt de mogelijkheden van cliënten om in hun eigen omgeving te werken aan gezondheidsdoelen en handvatten tijdens de face-to-face momenten. Een specifieke groep die baat kan hebben bij blended care zijn ouderen die na revalidatie in de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) thuis verder revalideren. Focus op zowel bewegen (door fysio- en oefentherapeut) en voedingsgedrag (door diëtist) is hierbij essentieel. Echter, na een intensieve zorgperiode tijdens hun opname wordt revalidatie veelal thuis afgeschaald en overgenomen door een ambulant begeleidingstraject of de eerste lijn. Een groot gedeelte van de ouderen ervaart een terugval in fysiek functioneren en zelfredzaamheid bij thuiskomt en heeft baat bij intensieve zorg omtrent voeding en beweging. Een blended interventie die gezond beweeg- en voedingsgedrag combineert biedt kansen. Hierbij is maatwerk voor deze kwetsbare ouderen vereist. Ambulante en eerste lijn diëtisten, fysio- en oefentherapeuten erkennen de meerwaarde van blended care maar missen handvatten en kennis over hoe blended-care ingezet kan worden bij kwetsbare ouderen. Het doel van het huidige project is ouderen én hun behandelaren te ondersteunen bij het optimaliseren van fysiek functioneren in de thuissituatie, door een blended voeding- en beweegprogramma te ontwikkelen en te testen in de praktijk. Ouderen, professionals en ICT-professionals worden betrokken in verschillende co-creatie sessies om gebruikersbehoefte, acceptatie en technische eisen te verkennen als mede inhoudelijke eisen zoals verhouding face-to-face en online. In samenspraak met gebruikers wordt de blended BITE-IT interventie ontwikkeld op basis van een bestaand platform, waarbij ook gekeken wordt naar het gebruik van bestaande en succesvolle applicaties. De BITE-IT interventie wordt uitgebreid getoetst op haalbaarheid en eerste effectiviteit in de praktijk.