Traces of condom lubricants in fingerprints can be valuable information in cases of sexual assault. Ideally, not only confirmation of the presence of the condom but also determination of the type of condom brand used can be retrieved. Previous studies have shown to be able to retrieve information about the condom brand and type from fingerprints containing lubricants using various analytical techniques. However, in practice fingerprints often appear latent and need to be detected first, which is often achieved by cyanoacrylate fuming. In this study, we developed a desorption electrospray ionization mass spectrometry (DESI-MS) method which, combined with principal component analysis and linear discriminant analysis (PCA-LDA), allows for high accuracy classification of condom brands and types from fingerprints containing condom lubricant traces. The developed method is compatible with cyanoacrylate (CA) fuming. We collected and analyzed a representative dataset for the Netherlands comprising 32 different condoms. Distinctive lubricant components such as polyethylene glycol (PEG), polydimethylsiloxane (PDMS), octoxynol-9 and nonoxynol-9 were readily detected using the DESI-MS method. Based on the analysis of lubricant spots, a 99.0% classification accuracy was achieved. When analyzing lubricant containing fingerprints, an overall accuracy of 90.9% was obtained. Full chemical images could be generated from fingerprints, showing the distribution of lubricant components such as PEG and PDMS throughout the fingerprint, while still allowing for classification. The developed method shows potential for the development of DESI-MS based analyses of CA treated exogenous compounds from fingerprints for use in forensic science.
MULTIFILE
Docentonderzoeker Rob van Diepenbeek was een van de sprekers op de Intelligent Food processing & packaging Virtual Summit, een online platform waar foodprofessionals kunnen netwerken, ideeën en kennis uitwisselen en van elkaar leren waar het gaat om toekomst van ons voedsel. Rob ging onder meer in op de nauwe samenwerking van HAS Hogeschool met Food Tech Brainport in Helmond, een belangrijke experimenteerruimte als het gaat om het terugdringen van voedselverspilling en bij- en reststromen te verwaarden door middel van milde conservering en milde scheidingstechnieken. Veelbelovende productapplicatie-kansen en energiebesparingen kwamen aan bod.
MULTIFILE
Nederland wordt 100% circulair in 2050. Producten worden anders vormgegeven en processen anders georganiseerd. Veel (MKB)-bedrijven moeten hiervoor de kennis en netwerken nog ontwikkelen. Zuid-Nederland heeft als innovatieve industriële regio een bovengemiddelde opgave, maar is ook sterk georganiseerd om deze op te pakken. Dit consortium van (MKB)-intermediairs, kennisinstellingen en overheden legt met deze SPRONG-aanvraag de basis voor een industriële circulaire transitie. Want met praktijkgericht onderzoek kunnen we de complexe en andersoortige circulaire innovaties begrijpen en eigen maken. Doel is om nieuw economisch verdienvermogen en maatschappelijke impact te ontsluiten in de regio. Daarvoor is dit brede consortium met bewezen innovatiekennis en netwerken samengesteld. Met de partners Brainport Smart District en Midpoint Brabant zijn twee vraaggestuurde living labs - voor bouw/infra (Helmond) en textielketens (Tilburg) - reeds geïdentificeerd. Circulaire innovaties en werkwijzen worden daar ontwikkeld en met andere regio’s vergeleken. Het uitgebreide netwerk van betrokken hogescholen dient hier als connector en katalysator. Aanverwante initiatieven zijn zo door het brede consortium in beeld en aangehaakt. Twee extra living labs (op hightech en food) worden in lijn met de regionale zwaartepunten door dit consortium ontwikkeld. De aanvragende hogescholen verdiepen hun profiel op circulaire transitie door praktijkgericht onderzoek en onderwijs met groeiende regionale dekking en impact. Nu al zijn veel professionals in het consortium hiermee bezig. Dit verbreedt tot meer dan honderd onderzoekers, met een sterk carrièreperspectief van student naar promovendus/onderzoeker of circulaire veranderprofessional in het regionale ecosysteem. De geboden infrastructuur van labs, partners en gekoppelde netwerken zet aan tot nieuwe onderzoeksprojecten in de toekomst. De doorwerking van dit onderzoek inspireert anderen om ook transities in te gaan. Daarom omarmt het consortium open data en open science. Dit onderzoek steunt op een ingericht kwaliteitssysteem en -borging. De groep maakt de impact van circulaire innovaties, inclusief methoden en nieuw (circulair) beleid, gestructureerd voor iedereen inzichtelijk.
Tijdens fase 1 van HCA GroenvermogenNL is een regionaal liaisonteam samengesteld dat de opdracht heeft aangenomen de regio te mobiliseren en te komen tot een gedragen roadmap. Conform deze roadmap kent regio Oost twee centrumregio’s: Lifeport (regio Arnhem-Nijmegen, verbonden met Stedendriehoek-Twente via SPRONG) en Brainport (regio Eindhoven-Helmond). Deze centrumregio's zullen in de tweede fase van HCA GroenvermogenNL als zelfstandige regio's gaan opereren. In de overbruggingsperiode zullen hiervoor de voorbereidingen worden getroffen. De activiteiten die uitgevoerd zullen worden betreffen het onderhouden, uitbouwen en verder versterken van de relevante netwerken daar het ecosysteem dynamisch is en de urgentie tot handelen groot. De netwerken zullen gemobiliseerd en geïnformeerd worden om een zo sterk mogelijke fase 2 van HCA GroenvermogenNL voor te bereiden door de regionale inbedding van de samenwerking tussen de R&D en HCA Pijlers te realiseren en het onderwijssysteem op alle niveaus goed te onbaorden. Hiermee wordt een sterke regionale landingsplek gerealiseerd voor de landelijke GroenvermogenNL projecten.
Tijdens fase 1 van HCA GroenvermogenNL is een regionaal liaisonteam samengesteld dat de opdracht heeft aangenomen de regio te mobiliseren en te komen tot een gedragen roadmap. Conform deze roadmap kent regio Oost twee centrumregio’s: Lifeport (regio Arnhem-Nijmegen, verbonden met Stedendriehoek-Twente via SPRONG) en Brainport (regio Eindhoven-Helmond). Deze centrumregio's zullen in de tweede fase van HCA GroenvermogenNL als zelfstandige regio's gaan opereren. In de tweede overbruggingsperiode zullen hiervoor de getroffen voorbereidingen geoperationaliseerd worden . De activiteiten die uitgevoerd zullen worden betreffen het onderhouden, uitbouwen en verder versterken van de relevante netwerken daar het ecosysteem dynamisch is en de urgentie tot handelen groot. De netwerken zullen gemobiliseerd en geïnformeerd worden om een zo sterk mogelijke fase 2 van HCA GroenvermogenNL voor te bereiden en op te starten door de regionale inbedding van de samenwerking tussen de R&D en HCA Pijlers te realiseren en het onderwijssysteem op alle niveaus goed te onbaorden. Hiermee wordt een sterke regionale landingsplek gerealiseerd voor de landelijke GroenvermogenNL projecten.