Studenten en bedrijfsleven roepen het hoger onderwijs op duurzaamheid prominent in het curriculum op te nemen. Dit artikel is een verkenning van de raakvlakken tussen economie en duurzaamheid met als doel thema’s te benoemen die in het curriculum van de opleidingen bedrijfseconomie en accountancy aan bod zouden kunnen komen. Er wordt eerst stilgestaan bij een beschrijving van de op ons afkomende problemen zoals klimaatverandering, grondstoffenschaarste en verlies aan biodiversiteit. Vervolgens wordt geschetst voor welke uitdagingen het bedrijfsleven staat en worden ontwikkelingen geschetst op macro-, meso- en microniveau. Afsluitend volgen suggesties voor op te nemen thema’s in het curriculum van de bedrijfseconomische en accountancy opleiding, zoals bijvoorbeeld een verdieping in de bestudering van verdelingsmechanismen (markt versus overheid), verbreding van het kostenbegrip, strategisch risicomanagement dat rekening houdt met duurzaamheid, duurzaamheidsverslaggeving en ketenmanagement. Het tot stand brengen van een duurzame economie vraagt daarnaast om buiten bestaande denkkaders te treden.
Learning Analytics en bias – Learning analytics richt zich op het meten en analyseren van studentgegevens om onderwijs te verbeteren. Bakker onderscheidt hierin verschillende niveaus, zoals student analytics en institutional analytics, en focust op inclusion analytics, waarin gekeken wordt naar kansengelijkheid. Bias – systematische vooroordelen in data – kan vooroordelen in algoritmen versterken en zo kansenongelijkheid veroorzaken. De onderzoeksmethode maakt gebruik van het 4/5-criterium, waarbij fairness in uitkomsten gemeten wordt door te kijken of de kansen voor de beschermde groep minstens 80% zijn van die van de bevoorrechte groep.Onderzoeksaanpak – Bakker gebruikt machine learning om retentie na het eerste studiejaar te voorspellen en onderzoekt vervolgens verschillen tussen groepen studenten, zoals mbo-en vwo-studenten. Hij volgt drie stappen: (1) Data voorbereiden en modellen bouwen: Data worden opgesplitst en opgeschoond om accurate voorspelmodellen te maken. (2) Variabelen analyseren: Invloed van kenmerken op uitkomsten wordt beoordeeld voor verschillende groepen. (3) Fairness berekenen: Het 4/5-criterium wordt toegepast op metrics zoals accuraatheid en statistische gelijkheid om bias en ongelijkheden te identificeren. Resultaten, aanbevelingen en vervolgonderzoek – Uit het onderzoek blijkt dat kansengelijkheid bij veel opleidingen ontbreekt, met name voor mannen en mbo-studenten, die een hogere kans op uitval hebben. Bakker adviseert sensitieve kenmerken zoals migratieachtergrond mee te nemen in analyses op basis van informed consent. Daarnaast pleit hij voor meer flexibiliteit in het beleid, geïnspireerd door maatregelen tijdens de coronacrisis, die een positief effect hadden op studiesucces.Toekomstvisie – Bakker benadrukt dat niet elke ongelijkheid het gevolg is van discriminatie en roept op tot data-informed interventies om sociale rechtvaardigheid in het onderwijs te bevorderen. Zijn methode wordt open access beschikbaar gesteld, zodat ook andere instellingen deze kunnen toepassen en kansengelijkheid systematisch en bewust kunnen onderzoeken.
Sinds 2003 werk ik in het HBO. Het verhaal van het onderzoek in het hbo heb ik voor een groot gedeelte meegemaakt en deels ook mee gemaakt. Ik ben zeer vereerd dat ik aan dit verhaal een nieuw hoofdstuk mag toevoegen door het aanvaarden van de leerstoel Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek aan Hogeschool Utrecht. De Hogeschool Utrecht (HU) is een ambitieuze hogeschool in een dynamische regio. Niet alleen ambitieus in onderwijs maar ook in onderzoek. De hogeschool is een ‘University of Applied Sciences’ omdat studenten behalve goed onderwijs ook onderzoek nodig hebben om een goede beroepsbeoefenaar te worden (Hogeschool Utrecht, 2014). De hogeschool wil groeien in praktijkgericht onderzoek van hoge kwaliteit. In die ambitie past het oprichten van het lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek (MPO). Het lectoraat heeft als doel een bijdrage te leveren aan de verdere professionalisering van het praktijkgericht onderzoek In Nederland. Het lectoraat is uniek doordat het zich richt op praktijkgericht onderzoek binnen alle verschillende disciplines in het hbo, van techniek tot educatie en gezondheidszorg tot de kunsten. Het hoger beroepsonderwijs levert via lectoraten al vijftien jaar een belangrijke bijdrage aan onze kenniseconomie. Het onderzoek in het hbo is in die tijd volwassen geworden en heeft zich een plaats verworven in de Nederlandse kennisinfrastructuur. Het onderzoek past bij het praktijkgerichte karakter van het hoger beroepsonderwijs. Het is praktische relevant en tegelijkertijd methodologisch grondig (Butter, 2013b). Voldoen aan deze twee eisen blijkt in de praktijk echter niet altijd eenvoudig. De spanning tussen beide is het thema van deze publicatie.
Toetsbekwaamheid is een belangrijk onderdeel van de professionalisering van docenten in het hoger beroepsonderwijs (hbo) die, in het algemeen, niet zijn opgeleid tot docent. In dit promotieonderzoek herdefiniëren we toetsbekwaamheid naar duurzame toetsbekwaamheid als een authentieke, dynamische en contextafhankelijke sociale praktijk. Het promotieonderzoek geeft inzichten in huidige professionaliseringstrajecten en hun bijdrage aan de duurzame toetsbekwaamheid van hbo-docenten.Doel We willen inzicht krijgen in wat het betekent om toetsbekwaam te zijn en te blijven in de dagelijkse praktijk van hbo-docenten en welke bijdrage de huidige professionaliseringstrajecten daaraan leveren. We richten ons op: Wat duurzame toetsbekwaamheid is volgens hbo-docenten in Nederland; Hoe duurzame toetsbekwaamheid in bestaand onderzoek wordt beschreven en geoperationaliseerd; Hoe de huidige professionaliseringstrajecten in het hbo zijn te typeren aan de hand van de operationalisatie van duurzame toetsbekwaamheid; De samenhang tussen de professionaliseringstrajecten en de ervaren duurzame toetsbekwaamheid van de hbo-docenten Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afloop vind je hier een samenvatting van de resultaten. De verwachte opbrengsten resulteren in: Wetenschappelijke opbrengsten: vier artikelen, presentaties op conferenties en proefschrift. Praktijkgerichte opbrengsten: publicaties, workshops, en presentaties voor betrokkenen uit het hbo, inbedding in het project “Je ogen uitkijken” vanuit de Vereniging van Hogescholen (www.toetsbekwaamheid.nl). Behaalde resultaten Onderzoeksplan 'Naar duurzaam toetsbekwame hbo-docenten’. Meijer,K., Van Schilt-Mol, T., Dobbelaer, M., Baartman, L., Van der Linden, J. & Munneke, L. (2020). Voortdurende toetsbekwaamheid in het hoger beroepsonderwijs; een eerste verkenning. Examens: Tijdschrift voor de toetspraktijk, 24-34. Verwachte resultaten kunnen helpen bij het ontwerpen en uitvoeren van professionaliseringsactiviteiten en -trajecten met betrekking tot toetsbekwaamheid in het hbo. Looptijd 01 januari 2020 - 01 januari 2024 Aanpak Dit promotieonderzoek betreft een samenwerking tussen de Open Universiteit (OU) en het lectoraat Beroepsonderwijs. De promotoren vanuit de OU zijn prof. dr. Elly de Bruijn (ook lector Beroepsonderwijs aan de HU), en prof. dr. Marjan Vermeulen. De co-promotor vanuit het lectoraat Beroepsonderwijs is dr. Liesbeth Baartman. De definiëring en operationalisering van duurzame toetsbekwaamheid is de kern van dit promotieonderzoek en zal vanuit diverse perspectieven worden ingevuld. Deze perspectieven zijn de basis voor de eerste drie deelstudies, te weten: de opvattingen van hbo-docenten – kwalitatief focusgroep onderzoek bij hogescholen in Nederland bestaand onderzoek – literatuurstudie de huidige professionaliseringstrajecten op het gebied van toetsbekwaamheid – typologiestudie De laatste deelstudie is gericht op het verifiëren van deze definiëring en operationalisering bij de hbo-docenten middels grootschalig kwantitatief onderzoek.