Drie professionals verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) evalueren de eerste effecten van de Master Social Work die vanaf 2008 bestaat . Als uitgangspunt nemen zij de eerste gepubliceerde artikelen van studenten en alumni en hun bijdrage aan een boek dat onlangs verscheen over de opleiding. Positieve effecten worden niet alleen gevonden in de uitvoering in het werkveld, maar ook het vertrouwen in de eigen professionaliteit en het stimuleren van anderen in het werkveld. De masterstudenten profileren zich als primus inter pares, staan model voor het vakmanschap en durven kritisch constructief te zijn. Enkele kanttekeningen bij deze positieve effecten zijn dat de nadruk bij sommige studenten ligt op de uitleg van theoretische concepten binnen de specifieke situatie i.p.v. de toevoeging van kennis aan de stam van sociaal werk.
DOCUMENT
De HvA zou moeten inzetten op krimp van studentenaantallen, maar andere gebieden dan een groei moeten streven, vindt August Hans den Boef. De auteur beschrijft hoe hij in de jaren 70 de hogeschool heeft zien veranderen, de gebouwen verhuisden naar de periferie van de stad. Studenten werden klanten. Door groei in kwaliteit en aantal studenten moesten de hogescholen aan kwaliteit inboeten. De auteur beschrijft vervolgens waar de hogeschool zich wel op zou moeten richten.
DOCUMENT
Verschenen in TalenTalent, lectorale rede Rick de Graaff, pagina 39
DOCUMENT
Het lectoraat Armoede Interventies heeft in 2018 een vervolgonderzoek uitgevoerd naar de eerste fase van de schuldhulpverlening in Amsterdam. We hebben in dit onderzoek specifiek gekeken in welke mate de dienstverlening methodisch, klantgericht en professional is opgezet en wordt uitgevoerd en dit vergeleken met de bevindingen uit de nulmeting die in 2015 is uitgevoerd. Daarnaast hebben we gekeken in welke mate er gebruik wordt gemaakt van de meest recente inzichten uit de wetenschap. Een belangrijke hoofdconclusie in dit vervolgonderzoek is dat het klantgericht en methodisch werken veel meer uitgangspunt vormen dan in 2014-2015 en dat er meer aandacht is voor evidence based werken.
DOCUMENT
De schuldenproblematiek is een beklemmend aspect van de leefsituatie van veel mensen in armoede. In dit essay wordt betoogd dat de gemeentelijke hulpverlening effectiever kan zijn, als de focus wordt verlegd van schuldsanering naar gedragsbeïnvloeding. Het doel moet niet zijn om zoveel mogelijk schulden af te bouwen, maar om zoveel mogelijk schuldenaren ander financieel gedrag aan te leren. Het werken aan hun motivatie is daarbij het belangrijkste.
DOCUMENT
Het project “Sporttoerisme - Sportas Amsterdam” draait om de vraag: welke kansen biedt sporttoerisme voor Sportas? De aanleiding voor het project is het bredere programma rond het gebiedsconcept Sportas Amsterdam. Dit programma behelst de ambitie van de gemeente Amsterdam, gemeente Amstelveen en partners om één ruimtelijk geheel te maken van het gebied en de sportfaciliteiten die in zuidwest Amsterdam zijn gelegen, grofweg van het Olympische Stadion tot en met de sportfaciliteiten in het Amsterdamse Bos. Het programma draagt bij aan city branding (regio Amsterdam), lokale bedrijfsontwikkeling (o.a. horeca, retail, dienstverlening), ondersteunen lokaal verenigingsleven en sportfaciliteiten (vitaliteit kantines en accommodatie), veiligheid (ruimtelijke eenheid, levendig) en leefbaarheid (toegankelijke en aantrekkelijke openbare ruimte). Bovenal kan de Sportas bijdragen aan het aantrekken en binden van de relatief hoogopgeleide en weinig plaatsgebonden leeftijdsgroep van 18-35 jaar. Dit sluit aan bij de ideeën van auteurs als Richard Florida (“The rise of the creative class”) en Charles Landry (“The art of city making”) over het aantrekken en vasthouden van de creatieve klasse en de kenniswerker. Het idee van de Sportas veronderstelt een transitie, van een versnipperd sportgebied naar geïntegreerd vrijetijdslandschap. Het gebied is momenteel al interessant voor sporttoerisme (topsport, breedtesport) en kan door deze transitie een impuls krijgen. Tegelijkertijd is de ontwikkeling van sporttoerisme een schakel in deze transitie. Er is echter nog te weinig bekend over de omvang van sporttoerisme en de potenties van de Sportas op dit vlak.
DOCUMENT
Dit rapport bevat de eerste resultaten van een onderzoek naar de vervoerstromen voor de levering van producten en diensten aan de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. Het onderzoek is uitgevoerd door het HvA onderzoeksprogramma Urban Technology in opdracht van Facility Services.
DOCUMENT
Hoe ervaren en beoordelen jongeren de alledaagse opvoeding door hun ouders? Deze vraag staat centraal in het onderzoek dat Hogeschool INHolland in opdracht van de afdeling Jeugd van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) van de gemeente Amsterdam heeft uitgevoerd op twee scholen voor voortgezet onderwijs in Amsterdam. Wat vinden jongeren van de opvoedkwaliteiten van hun ouders? Bieden ze begeleiding en steun? En zouden ouders volgens de jongeren aanvullend advies en informatie kunnen gebruiken bij de opvoeding van tieners?
DOCUMENT
Bij Vroeg Eropaf zoekt de gemeente contact met inwoners over wie een betaalachterstand is gemeld om hulp aan te bieden. Onderzoekers van Bureau Bartels, Verwey-Jonker Instituut, Centraal Bureau voor de Statistiek en Hogeschool Utrecht hebben samen met de Gemeente Amsterdam de Vroeg Eropaf-aanpak in Amsterdam tegen het licht gehouden: wat werkt? Wat zijn volgens dit onderzoek succesfactoren van de Vroeg Eropaf-aanpak? - Het outreachend werken/proactief benaderen van inwoners met betaalachterstanden. Dus: niet wachten tot inwoners zelf op zoek gaan naar hulp. - Combineren van meerdere vormen van communicatie (‘gecombineerde aanpak’). Dus: benaderen van inwoners via huisbezoek, telefoon, e-mail, WhatsApp, en alle andere manieren die je kunt bedenken. - Duidelijk en eerlijk zijn over mogelijke dienstverlening. Dus: verwachtingsmanagement. - Maken van écht contact. Dus: luisteren naar de inwoner en horen welke vragen, twijfels, angsten of oplossingen de inwoner heeft.
DOCUMENT
Amsterdam as a lab. That is what Amsterdam University of Applied Sciences' three fieldlabs and its many partners have in mind. Functional illiteracy, debts, learning deficiencies or problems caused by extreme precipitation: the city contains plenty of tough issues, demanding novel approaches in which co-creation and participation by residents, social organizations and knowledge institutions are basic principles.In the fieldlabs, people try to change current practices by working with, instead of for or on behalf of those whom it concerns. But how to achieve effective learning environments between parties? How to encourage stakeholder participation in complex issues? And how to build new relations and roles?
DOCUMENT