From the conference paper : "The authors examined how to improve the total (onsite and offsite) labour productivity of production and assembling of fast retrofitting concepts in the Netherlands. The authors analysed the collected data of two NetZero energy renovations in which the initial process were quite traditional. In the first case the labour productivity can increase spectacularly by prefabricating the roof. In the second case the providers modernized the process by working in multi-disciplinary teams. No evidence have been found that working in a multi-disciplinary team can increase the labour productivity but the time for realization did decrease."
De introductie van de verhuurdersheffing kan leiden tot een toename van het aantal te koop aangeboden huurwoningen door woningcorporaties. Veel corporaties bieden ook al woningen te koop aan, onder meer in zogenaamde Te Woon programma’s. Te Woon biedt de klant van de woningcorporatie naast de mogelijkheid om de woning te huren, ook de mogelijkheid deze te kopen, eventueel met korting (zie bijvoorbeeld Gruis et al., 2005; Noordenne et al. 2009).
Ons RAAK publiek project (RAAK.PUB06.025) richt zich op de werkwijze van stadslabs. In steden ontstaan steeds vaker coalities waarin wijkprofessionals samen met burgers, onderzoekers en lokale ondernemers werken aan innovatieve lokale oplossingen. Onder wijkprofessionals worden professionals verstaan die op strategisch (beleid) en/ of operationeel (frontlijnwerkers) niveau vanuit de gemeente of maatschappelijke organisaties aan de stad werken. De centrale onderzoeksvraag van het RAAK publiek onderzoekstraject, uitgevoerd door de HHS, HvA, HU en InHolland. is: Op welke manier kunnen stadslabwerkwijzen worden vormgegeven en ingezet zodat ze bijdragen aan een betere omgang met complexe stedelijke opgaven? COVID-19 heeft het werken binnen stadslabs bemoeilijkt, doordat bijeenkomsten niet meer in de fysiek ruimte kunnen plaatsvinden. Daarmee zijn stadslabsessies, waar alle stakeholders van een stadslab voor kennis- en ideeën uitwisseling samenkomen, weggevallen. Ook is een deel van de informele feedback, onderzoekers die in de wijk live met bewoners en gemeente in gesprek gaan, weggevallen. Tot slot is het nog moeilijker geworden om de minder goed bereikbare groepen te benaderen, waar onderzoekers voorheen gericht de wijk in konden gaan om met bijvoorbeeld bewoners uit sociale huurwoningen te spreken. Daarom vraagt de Haagse Hogeschool de RAAK Impuls aan: met de aanschaf van de online tool Panel, ontwikkeld door de Universiteit van Amsterdam, kan het consortium een platform bieden waarop alle stakeholders interactief met het stadslab aan de slag kunnen. De tool is gebaseerd op een wetenschappelijke methode en biedt tevens een omgeving waarin alle stakeholders gelijkwaardig zijn, doordat deelnemers de informatie zelf kunnen analyseren. Dit principe van gelijkwaardigheid is de grondslag voor de stadlabs en past daarom goed bij het digitaal voortzetten van de stadslabs in tijden van de pandemie. Tot slot kunnen de onderzoekers gezamenlijk in de tool werken, waardoor analyse transparant is en zo de kwaliteit van het onderzoek goed gewaarborgd blijft.
Mensen met een middeninkomen hebben moeite hun woonwensen te realiseren. Woningcorporaties mogen geen huizen bouwen voor deze groep en voor projectontwikkelaars is dit onaantrekkelijk, omdat zij op duurdere huizen meer winst kunnen maken. Daarom worden op diverse plaatsen coalities van partijen gevormd die in tegenstelling tot projectontwikkelaars het maatschappelijk belang van het realiseren van huisvesting voor de middeninkomens willen laten prevaleren boven winstmaximalisatie. Binnen deze coalities werken gemeenten samen met bijvoorbeeld (mkb-)bedrijven zoals Rizoem. Rizoem gaat samenwerkingsverbanden aan om eigen innovatieve huisvestingsplannen uit te voeren en ondersteunt ook samen met de gemeente Groningen groepen burgers bij trajecten met Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO). Een CPO-traject is momenteel echter vooral haalbaar voor hoogopgeleide initiatiefnemers met voldoende tijd en geld. Daarom zoeken Rizoem en de gemeente Groningen naar nieuwe coalitiemogelijkheden en organisatie- en financieringsmodellen om de woonwensen van middeninkomens te vervullen, inclusief een stappenplan om deze modellen toe te passen. Hiertoe willen Rizoem en de gemeente ook meer inzicht in de knelpunten die middeninkomens tegenkomen die zelf huisvesting willen realiseren via bijvoorbeeld een CPO-traject en de ondersteuning die zij nodig hebben. Hoewel ook diverse andere mkb-bedrijven en overige partijen zich richten op innovatieve huisvestingsvormen voor middeninkomens, is hier momenteel geen overzicht van. Daarom worden binnen dit project zowel bestaande innovatieve samenwerkingsverbanden en organisatie- en financieringsmodellen voor huisvesting voor middeninkomens geïnventariseerd als nieuwe ideeën ontwikkeld voor coalities en modellen, inclusief een stappenplan voor het toepassen van deze modellen. Tevens wordt nader onderzocht wat voor knelpunten middeninkomens ervaren die zelf huisvesting willen realiseren, hoe zij die kunnen oplossen en welke ondersteuning zij hierbij nodig hebben. Het project wordt uitgevoerd door middel van desk research, interviews, drie expert sessies en een slotbijeenkomst. De ontwikkelde kennis wordt breed gedeeld via o.a. Platform GRAS, Platform31 en het lectorenplatform Stad en Wijk.
In sociaal economische wijken is hittestress een groot probleem. Vaak lukt het bewoners niet om hieraan zelf wat te doen. Hittestress kan voorkomen worden door maatregelen binnenshuis (bijv. zonnewering en isolatie) en buitenshuis (bijv. vergroening), maar voor deze investeringen is bij bewoners vaak geen geld beschikbaar. Buiten hittestress leidt warmere lucht door opwarming van de aarde tot meer en grotere neerslag extremen. In versteende wijken kan dit snel tot extreme wateroverlast leiden, waardoor wegen onbegaanbaar worden en wijken slechter bereikbaar zijn voor hulpdiensten. In dit project wordt onderzoek gedaan naar de inzet van een modulair wateropslagsysteem, als basis voor een slimme, ‘groene’ overkapping om het binnenklimaat van sociale huurwoningen te verbeteren. Er wordt onderzocht hoeveel deze overkapping voorzien van een groen dak, of van een lamellen systeem voor regeling van schaduwwerking / daglichttoetreding kan bijdragen aan het voorkomen van een te hoge binnentemperatuur. Er wordt gekeken of het water uit de waterberging het huis actief kan koelen en hoe een slim sensorsysteem het binnen- en buitenklimaat kan koppelen om het leefklimaat van de bewoner te optimaliseren; tevens wordt het gebruik van dit water voor de bewatering van de tuin of de waterhuishouding van een huis onderzocht. De slimme sensor wordt ook ingezet als grote extreme neerslag verwacht wordt, zodat de buffers geleegd kunnen worden om de piek van de neerslag te kunnen afvlakken. Er wordt in kaart gebracht of het systeem het beste van circulaire materialen gemaakt kan worden of dat het systeem als module herbruikbaar is. Door de betrokkenheid van de hele keten (van ontwikkelaars tot onderhoudsbedrijf en woningbouwcoöperatie als eindgebruiker) met invloed op de sociale woningbouw kan in sociaaleconomisch armere wijken op deze manier grote impact gemaakt worden. Dit project is een samenwerking van Zark Ontwerpbureau, Eco-Makelaar, Lentekracht, De Variabele, Wonion, Iconica en Saxion-lectoraat International Water Technology.