De zogenoemde “21th century skills” worden, aldus het Ministerie van Onderwijs, steeds belangrijker. Het zijn eigenschappen die we terugvinden in de eindtermen van vrijwel alle hbo-opleidingen en die – in de woorden van Donald Schön – de kern zijn van een “reflective practitioner” : een vakvrouw of –man, die zichzelf in complexe situaties kan sturen en daardoor productief blijft. Eerder onderzoek van het lectoraat Pedagogiek van de Beroepsvorming heeft aangetoond dat een leeromgeving gericht op zelfsturing aan drie condities moet voldoen: er moet sprake zijn van praktijkgestuurd onderwijs, studenten moeten de kans krijgen een dialoog aan te gaan over de zin en betekenis van hun ervaringen in het praktijkgestuurde onderwijs en studenten moeten medezeggenschap hebben over hun eigen leerproces. Met name het realiseren van een dialoog blijkt echter heel moeilijk te zijn. Zowel docenten als studenten (en ook de onderwijsmanagers) zijn gewend aan onderwijs waarin zin en betekenis nauwelijks ter discussie staat. Het gevolg is dat ze vooral gericht zijn op reproductief en niet op betekenis-gericht leren. Zelfsturing vereist evenwel deze laatste vorm van leren. Zelfsturing vereist een dialoog over de zin en betekenis van ervaringen die de student “raken”. Dergelijke ervaringen roepen veelal emoties op die in eerste instantie niet begrepen worden. Zin en betekenis zijn “geen dingen in een doosje”; ze worden gaandeweg duidelijk in een gesprek waarin de docent verklaart noch verheldert, maar samen met de student op zoek gaat naar de juiste woorden. Dat zijn woorden waarvan de student voelt dat ze haar in staat stellen iets uit te drukken dat voorheen nog niet onder woorden gebracht kon worden. In dit boek wordt vanuit verschillende perspectieven en op basis van empirisch onderzoek ingegaan op de vraag in hoeverre het hbo er in slaagt een dergelijke dialoog met haar studenten te realiseren. Tevens wordt stilgestaan bij methoden om zo’n dialoog te realiseren.
The article evaluates the effectiveness of implementing a Dutch certifiable scheme for carbon reporting. This CO2 Performance Ladder is described as a energy management schemes and focuses on CO2 emission reduction in the construction industry sector. A literature study was combined with interviews.
Derde jaars deeltijdstudenten Technische Bedrijfskunde krijgen in het project 11/12 een vak Internationale cultuurverschillen. Daarbij leren ze de theorie en het model van prof. Hofstede kennen om cultuurverschillen tussen landen te benoemen en te analyseren. Vervolgens leren ze dat toe te passen bij een internationaal opererend bedrijf, in dit geval het bedrijf Marel dat machines maakt voor voedselverwerking. Ze moeten uiteindelijk adviezen geven aan het bedrijf hoe ze de cultuurverschillen het beste kunnen overbruggen of alert te zijn op mogelijke problemen en misverstanden.
LINK