ICT in intelligente voertuigen levert innovatieve systemen op. Deze innovatieve systemen richten zich op maatschappelijke knelpunten (verkeersveiligheid, milieubelasting en congestie) en consumenten waarde. Recent wordt meer nadruk gelegd op maatschappelijke knelpunten. Vijf (5) a tien (10) jaar geleden werd de nadruk gelegd op het creëren van consumenten waarde. Deze innovatieve systemen moeten wel geaccepteerd worden door de eindgebruikers. Er is nog maar beperkt onderzoek gedaan naar acceptatie van veiligheidssystemen in intelligente voertuigen. Uit literatuuronderzoek komt naar voren dat verschillende vormen van acceptatie gehanteerd worden. Tevens blijkt dat veel onderzoekers spreken over acceptatie maar de acceptatie niet (kunnen) meten. Om inzicht te krijgen in het gedrag en beleving van bestuurders wordt in dit onderzoek voorgesteld om de evolutie van de cruise control (CC) naar adaptive cruise control (ACC) en naar cooperative adaptive cruise control (C-ACC) te gebruiken om acceptatie te voorspellen en te beoordelen. Er zijn bijzonder veel acceptatiemodellen en theorieën. Deze worden in de praktijk veelvuldig gebruikt binnen de Informatie en Communicatie Technologie (ICT). In deze paper wordt een route uitgezet voor het opzetten van een onderzoek waarbij gebruik gemaakt wordt van het UTAUT-acceptatiemodel. Dit onderzoek moet uitwijzen welke criteria de acceptatie beïnvloeden.
DOCUMENT
Discussiepaper over klanthechting en informatieverificatie in taxeren. Dit artikel gaat in op de relatie tussen hechting aan de klant enerzijds en de controle van klantgerelateerde informatie anderzijds. Klanthechting (Engels: client attachment), is een relevant thema in sectoren waarin oordeelsvorming en klantbelangen centraal staan. Het is immers niet ondenkbaar dat dienstverleners zich minder kritisch opstellen bij (belangrijke) klanten vanuit het oogpunt van klant- en omzetbehoud. In de volgende paragraaf is literatuur verkend over mogelijke risico’s bij onderzoeksinspanning in professionele dienstverlening. Vervolgens is in een enquête onder registertaxateurs in Nederland het effect van twee potentiële risicofactoren op de kwaliteit van informatiecontrole onderzocht. De bevindingen zijn aan het eind van dit artikel verwoord.
DOCUMENT
Introduction: The optimal pre-participation screening strategy to identify athletes at risk for exercise-induced cardiovascular events is unknown. We therefore aimed to compare the American College of Sports Medicine (ACSM) and European Society of Cardiology (ESC) pre-participation screening strategies against extensive cardiovascular evaluations in identifying high-risk individuals among 35.50- year-old apparently healthy men. Methods: We applied ACSM and ESC pre-participation screenings to 25 men participating in a study on first-time marathon running. We compared screening outcomes against medical history, physical examination, electrocardiography, blood tests, echocardiography, cardiopulmonary exercise testing, and magnetic resonance imaging. Results: ACSM screening classified all participants as "medical clearance not necessary."ESC screening classified two participants as "high-risk."Extensive cardiovascular evaluations revealed ≥1 minor abnormality and/or cardiovascular condition in 17 participants, including three subjects with mitral regurgitation and one with a small atrial septal defect. Eleven participants had dyslipidaemia, six had hypertension, and two had premature atherosclerosis. Ultimately, three (12%) subjects had a serious cardiovascular condition warranting sports restrictions: aortic aneurysm, hypertrophic cardiomyopathy (HCM), and myocardial fibrosis post-myocarditis. Of these three participants, only one had been identified as "high-risk"by the ESC screening (for dyslipidaemia, not HCM) and none by the ACSM screening. Conclusion: Numerous occult cardiovascular conditions are missed when applying current ACSM/ ESC screening strategies to apparently healthy middle-aged men engaging in their first high-intensity endurance sports event.
DOCUMENT