Virtual training systems provide highly realistic training environments for police. This study assesses whether a pain stimulus can enhance the training responses and sense of the presence of these systems. Police officers (n = 219) were trained either with or without a pain stimulus in a 2D simulator (VirTra V-300) and a 3D virtual reality (VR) system. Two (training simulator) × 2 (pain stimulus) ANOVAs revealed a significant interaction effect for perceived stress (p =.010, ηp2 =.039). Post-hoc pairwise comparisons showed that VR provokes significantly higher levels of perceived stress compared to VirTra when no pain stimulus is used (p =.009). With a pain stimulus, VirTra training provokes significantly higher levels of perceived stress compared to VirTra training without a pain stimulus (p <.001). Sense of presence was unaffected by the pain stimulus in both training systems. Our results indicate that VR training appears sufficiently realistic without adding a pain stimulus. Practitioner summary: Virtual police training benefits from highly realistic training environments. This study found that adding a pain stimulus heightened perceived stress in a 2D simulator, whereas it influenced neither training responses nor sense of presence in a VR system. VR training appears sufficiently realistic without adding a pain stimulus.
ACHTERGROND: Familieleden die mantelzorg verlenen aan patiënten met een ernstige psychische aandoening ervaren emotionele belasting en rapporteren een hogere incidentie van psychische klachten vergeleken met de algemene populatie. Zij geven aan dat ze onvoldoende zijn voorbereid op het verlenen van de noodzakelijke praktische en emotionele steun aan deze patiënten. Om in deze behoeften te voorzien is de MAT-training opgezet, een trainingsprogramma interactievaardigheden voor mantelzorgers. Dit onderzoek hanteert een pre-posttestopzet. Op basis hiervan werd het effect van de training op het gevoel van competentie (eigen-effectiviteit) van de mantelzorgers onderzocht en de mate van belasting die zij ervoeren. METHODEN: Aan de training namen 100 personen deel die mantelzorg verleenden aan een familielid. Zij werden geworven binnen drie instellingen voor geestelijke gezondheidszorg. De mate van belasting werd vastgesteld met behulp van de Involvement Evaluation Questionnaire, een vragenlijst die de betrokkenheid meet. De mate van eigen-effectiviteit werd gemeten met behulp van de Self-Efficacy Questionnaire. Aan de hand van de variantieanalyse met herhaalde metingen (RM-ANOVA) werd onderzocht of trainingsdeelname iets veranderde aan de mate waarin deze mantelzorgers belasting en eigen-effectiviteit ervoeren. Aan de hand van de Pearson-correlatie werd gekeken naar het verband tussen eigen-effectiviteit en belasting. RESULTATEN: Uit de resultaten blijkt dat na de training de mate van eigen-effectiviteit na verloop van tijd significant toenam (p<0,001) en dat de mate van belasting significant afnam (p<0,001). Tegen de verwachting in bleek er echter geen verband te bestaan tussen een toename in de mate van eigen-effectiviteit en een afname in de mate van belasting. De mantelzorgers hadden veel waardering voor de training. CONCLUSIE: Familieleden die mantelzorg verlenen aan patiënten met een ernstige psychische aandoening ervoeren een groter gevoel van competentie en een significante afname van de mate van belasting na het volgen van het trainingsprogramma. De training werd erg gewaardeerd en bleek te voorzien in de behoefte van mantelzorgers aan de vereiste vaardigheden in complexe mantelzorgsituaties. Dit artikel is een vertaling van ‘Evaluation of an interaction-skills training for reducing the burden of family caregivers of patients with severe mental illness: a pre-posttest design’, van Yasmin Gharavi et al., BMC Psychiatry 2018;18:84.
This empirical study investigated the relationship between the learning climate and training participation in Dutch organizations and how subsidies and the sharing of investments in time and costs between employers and employees affect this relationship. Our analyses are based on a survey of a representative sample of 512 organizations with at least five employees in a Dutch region. Respondents replied to five statements to measure the learning climate, while training was measured through participation and intensity. We found that an organization’s learning climate is positively related to participation and intensity of training in terms of hours. However, we observe that the effect of learning climate on the number of hours of training decreases when the employer pays the costs for the training and when the training takes place during working hours. When organizations can use government subsidies, participation in training increases, and the number of hours per participant increases.