Amsterdam Airport Schiphol has faced capacity constraints, particularly during peak periods. At the security screening checkpoint, this is due to the growing number of passengers and a shortage of security staff. To improve operating performance, there is a need to integrate newer technologies that improve passing times. This research presents a discrete event simulation (DES) model for the inclusion of a shoe scanner at the security screening checkpoint at Amsterdam Airport Schiphol. Simulation is a frequently used method to assess the influence of process changes, which, however, has not been applied for the inclusion of shoe scanners in airport security screenings yet. The simulation model can be used to assess the implementation and potential benefits of an optical shoe scanner, which is expected to lead to significant improvements in passenger throughput and a decrease in the time a passenger spends during the security screening, which could lead to improved passenger satisfaction. By leveraging DES as a tool for analysis, this study provides valuable insights for airport authorities and stakeholders aiming to optimize security screening operations and enhance passenger satisfaction.
1e alinea column: Op 3 december j.l. berichtte Nu.nl naar aanleiding van een gehouden onderzoek dat cyberaanvallen binnen twee jaar van nu als het grootste bedrijfsrisico in Nederland gezien moeten worden en als een groter risico dan economische onzekerheid.
LINK
In de volksmond staat het International Facility Management Programme bekend als 'Summerschool'. Het programma, waarmee acht samenwerkende opleidingen uit Duitsland, Finland, Nederland en Oostenrijk mede gestalte geven aan internationalisering, speelt zich namelijk grotendeels in de zomervakantie af. Dit jaar was het - jaarlijks wisselende, internationaal relevante - thema bedrijfscontinuïteit.
Events:Project meetings & trainings with the COMMITTED partners•Kick-off meeting at Hanze University of Applied Sciences, Groningen, 5 April 2022•Partner meeting & training at Technical University of Applied Sciences Würzburg-Schweinfurt, Wurzburg, 12- 14 Dec. 2022•Partner meeting & training at Moravian College Olomouc, 31 May – 2 June 2023•Partner meeting at Lappeenranta-Lahti University of Technology LUT, Kouvola, 18 Sept. 2023•Final partner meeting at Budapest Business University, Budapest, 18 March 2024Trainings for university staff and SMEs:•Deemed export compliance pilot training for university staff,1 Feb. 2024, IBS Hanze. •Deemed export compliance pilot training for SMEs, 12 Feb. 2024, IBS Hanze.Conference presentations:Project pitch at Conference of the Centre of Expertise Entrepreneurship, Hanze, May 21, 2024Workshops:Deemed export workshop at the annual Enterprise Europe Network (EEN) consortium day on June 27, 2024The proposed project will help companies, policy makers and university researchers and students involved in international projects for which export compliance is applicable, recognize the risks related to the dissemination/use of data, R&D results and other products of international cooperation. Such items regulated by export control regimes require preparedness and understanding what is necessary to comply with the rules, in order to prevent infringement, which can have profound negative consequences for all parties involved. EU calls for tailored guidance to address those distinct challenges (2021/821 Regulation) and the proposed project is inline with this need.
Het senior management op C-niveau stelt steeds vaker een CISO (Chief Information Security Officer) aan welke plaats neemt in het management team of hier rechtstreeks aan rapporteert. Maar de CISO is vaak een persoon met een bèta achtergrond. Vaktechnisch inhoudelijk zijn deze personen vaak zeer bekwaam maar missen veelal de juiste skills om zich staande te kunnen houden op managementniveau. Dit onderzoek richt zich op de doorlopende evolutie van CISO leidershap en benodigde skills om successvol te woren en blijven.
Gemeenten zijn ongerust over de cyberweerbaarheid van hun vitale infrastructuren, zoals waterbeheer en verkeersmanagement. Deze infrastructuren zijn vaak in hoge mate geautomatiseerd en verbonden met het internet. De digitale systemen binnen de infrastructuren worden aangeduid als Operationele Technologie (OT). Er is een toenemende dreiging van cyberaanvallen op de OT van vitale infrastructuren, met potentieel ernstige gevolgen, zoals grote materiële schade, maatschappelijke onrust en zelfs dodelijke slachtoffers. Hierbij gaat het niet alleen om cyberaanvallen door vandalen of criminelen, zoals ransomware, maar ook om cyberaanvallen ten gevolge van internationale conflicten. De gemeentelijke CISO’s en informatiebeveiligers zijn verantwoordelijk voor het treffen van goede beveiligingsmaatregelen. Met betrekking tot OT hebben zij echter te weinig kennis om dat effectief te kunnen doen. Cyberweerbaarheid van OT vergt specialistische kennis, die sterk verschilt van de gebruikelijke IT-kennis binnen kantoorautomatisering. Bovendien wordt de cyberweerbaarheid van de OT negatief beïnvloed door een grote diversiteit in technologie, spreiding en afhankelijkheid van een grote hoeveelheid externe leveranciers en dienstverleners. Deze problematiek speelt ook bij andere organisaties, met name omdat hiervoor nog geen geschikte oplossingen beschikbaar zijn. Dit RAAK-project beoogt met behulp van gemeentelijke casestudy’s oplossingen te zoeken. Mogelijke oplossingsrichtingen worden onderzocht en geëvalueerd. Enkele kansrijke oplossingsrichtingen worden met de gemeenten uitgewerkt in aanpassing van bestaande- en nieuw te ontwikkelen instrumenten voor interventies. Deze worden geëvalueerd en gegeneraliseerd. Drie cybersecuritylectoraten van De Haagse Hogeschool (CSS en NSE) en Hogeschool Utrecht (CS) werken in dit praktijkgerichte onderzoek samen met de gemeenten Eindhoven, Rotterdam en Zoetermeer, alsook met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Informatiebeveiligingsdienst (IBD). Daarnaast nemen het nationaal veiligheidscluster Security Delta, kennisinstelling TNO en cyberexpertbureau Hudson Cybertec deel. Verankering van kennis vindt plaats in onderwijs en lectoraten. Hierbij zijn drie lectoren, vijftien (docent)onderzoekers en circa tweehonderdvijfentwintig studenten betrokken.