Nederland staat naast de nieuwbouwopgave, voor de enorme uitdaging om de bestaande gebouwde omgeving klimaatadaptief en toekomstbestendig te maken. Dit vraagt om medewerkers met de juiste skills en een cultuurverandering in de bouw- en installatietechniek. Maar dat gaat niet vanzelf. Het doel van dit onderzoek is om in de praktijk toepasbare inzichten te ontwikkelen over cultuurverandering in de bouw- en installatietechniek. Met deze doelstelling in het achterhoofd is de volgende centrale vraagstelling voor dit onderzoek geformuleerd: Hoe kan een samenwerkingscultuur in de bouw- en onderhoudssector worden veranderd om leer- en innovatieprocessen te versnellen? Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van BZK en TKI Bouw en Techniek. Met conclusies en aanbevelingen.
DOCUMENT
Interview met Anke van Gorp. Bij radicalisering denkt iedereen momenteel aan jonge moslims die als jihadist naar Syrië en Irak trekken. Zo vroeg en zo hard mogelijk aanpakken, is de publieke opinie. Europees onderzoek komt tot een heel andere conclusie. Mede-onderzoeker Anke van Gorp van het HU-lectoraat Regie van Veiligheid: ‘Radicalisering hoort ook bij identiteitsvorming.’
LINK
Zo luidde de titel van de eerste sheet van de presentatie van Hozan Zebari op het OVN-congres. Wanneer je de getallen uit de grafiek haalt en in geschreven regels zet, komt het antwoord wel binnen. De vraag wordt vaak gesteld of het ‘kleine beetje winst’ de moeite waard is. We weten dat elke dioptrie vermindering van myopie de kans op maculadegeneratie kan reduceren met 40%.
MULTIFILE
Gemeenten zien al langere tijd dat het aantal online aangejaagde ordeverstoringen toeneemt en zijn zoekende in wat zij mogen en kunnen. De onderzoeksgroep Cybersafety van NHL-Stenden Hogeschool heeft in de tweede helft van 2021, in opdracht van Noord Holland Samen Veilig (NHSV), onderzoek gedaan naar online signalering en toegepaste (online) interventies van gemeenten. Het onderzoek is uitgevoerd in de eenheid Noord-Holland en maakt deel uit van de City Deal (Lokale Weerbaarheid Cybercrime). Dit onderzoek is bedoeld om ervaringen bij gemeenten met online aangejaagde ordeverstoringen in kaart te brengen en daarmee de lokale en regionale aanpak van online aangejaagde orderverstoringen te versterken.
DOCUMENT
Deze review van de literatuur richt zich in het bijzonder op de sociale dynamiek rondom geweld in de publieke ruimte. In gevallen waarin de online dynamiek het gebruik van geweld oproept of stimuleert spreken we van ‘online aanjaging’. Hoe kunnen netwerkpartners die verantwoordelijk zijn voor de openbare orde en veiligheid zich in deze online dynamiek mengen, en welke gevolgen heeft de online aanwezigheid van deze netwerkpartners? Gemeenten werken in deze vraagstukken samen aan een integrale aanpak in een netwerk van partners zoals politie en jongerenwerk, maar ook scholen en reclassering. Om het raakvlak met het werkveld voldoende te borgen is de review aangevuld met een stakeholdersbijeenkomst van AcVZ met netwerkpartners, waarnaar we op relevante plaatsen in dit rapport verwijzen. Deze vond plaats voordat de review is uitgevoerd.
DOCUMENT
Er blijkt nauwelijks eenduidigheid te bestaan over de kwaliteitseisen waarmee een onderzoek praktijkgerichtheid en wetenschappelijkheid combineert. Vooral de mate waarin en de wijze waarop vanuit praktijkgericht onderzoek algemeen geldige uitspraken kunnen worden gedaan blijven onduidelijk. De vraag is echter of men van praktijkgericht onderzoek kan verwachten dat de onderzoeksresultaten algemene geldigheid bezitten. Aan de hand van drie Nederlandse publicaties over praktijkgericht onderzoek (Verschuren, 2009, Van der Donk en Van Lanen, 2011 en Andriessen, 2014) brengt de auteur dit dilemma in kaart. De publicaties worden door de auteur kort toegelicht en voorzien van enkele kanttekeningen. Met het artikel wil hij zodoende een bijdrage leveren aan het debat over de positie van praktijkgericht onderzoek.
DOCUMENT
Waarom hanteren de meeste managers toch vooral een topdownveranderaanpak? Duurzame reorganisaties vereisen betrokken medewerkers. Een bottom-upveranderingsstrategie past hier het beste bij. De auteurs schetsen tien bottom-upaanpakken en geven zeven aanbevelingen om te veranderen
DOCUMENT
Jongvolwassenen (16-27 jaar) met politie- en justitiecontacten en problemen op meerdere leefgebieden vormen een complexe groep voor Nederlandse gemeenten. Deze groep is verantwoordelijk voor een onevenredig groot aandeel van de criminaliteit en maakt langdurig gebruik van verschillende gemeentelijke voorzieningen. Voor professionals zijn deze jongvolwassenen moeilijk te bereiken en te motiveren voor zorg- en/of strafrechtelijke trajecten. Sinds een aantal jaren wordt, binnen de zogenoemde Lokale Persoonsgerichte Aanpak (Lokale PGA), in veel gemeenten domeinoverstijgend samengewerkt om de complexe problematiek zoals bij deze jongvolwassenen te adresseren en adequate interventies in te zetten. De Lokale PGA betreft een integrale aanpak, toegesneden op de persoon en zijn systeem, waarbij een combinatie van bestuurlijke, strafrechtelijke, zorg- en overige interventies wordt ingezet. Geprobeerd wordt om hardnekkige patronen van criminaliteit en overlast te doorbreken en herhaling te voorkomen.
DOCUMENT
Onduidelijk is of en hoe kan worden voorkomen dat geldezels hun rekening beschikbaar stellen aan criminelen. In Nederland wordt geëxperimenteerd met interventies voor geldezels door Halt en de Reclassering. Zo krijgen de vaak jonge daders een weerbaarheidstraining of moeten zij zelf voorlichting geven op scholen (Reclassering, 2019). Om een goede interventie te ontwikkelen is het belangrijk om zicht te krijgen op het probleem dat de interventie probeert te verhelpen. Het is bekend dat het voor effectieve interventies belangrijk is dat de interventie aansluit bij de risico’s en behoeften van de doelgroep (Andrews et al., 1990; van der Laan, 2004). Er is op dit moment echter weinig tot geen empirisch onderzoek verricht naar karakteristieken van geldezels en de problematiek die een rol speelt bij deze doelgroep (Leukfeldt & Jansen, 2015). Dit onderzoek is een eerste aanzet om te voorzien in die leemte. Het huidige onderzoek heeft tot doel om meer inzicht te krijgen in effectieve interventies die de gemeente Haarlem kan inzetten om te voorkomen dat geldezels meewerken met cybercriminele netwerken. Om dat te kunnen bereiken zal allereerst inzicht moeten worden verkregen in kenmerken van geldezels en de problematiek die bij deze doelgroep een rol speelt. Vervolgens zal een inventarisatie worden gemaakt van bestaande of mogelijke interventies voor geldezels. Op basis van de kenmerken van de geldezels en de informatie over interventies kan vervolgens een interventie specifiek gericht op geldezels worden ontwikkeld en uitgevoerd worden in Haarlem. Dat zal gebeuren na afronding van dit rapport. De interventie zal door de onderzoekers worden geëvalueerd om achter mogelijke werkzame en nietwerkzame elementen van de interventie te komen. De volgende onderzoeksvraag staat tijdens het onderzoek centraal: Wat zijn kenmerken van geldezels, wat is de rol van geldezels in het cybercriminele netwerk en welke mogelijke interventies sluiten daarbij aan?
DOCUMENT